Keuzedeel voorbereiding HBO - Sport en Bewegen
Inleiding
Welkom op de site van Fontys Sport en Bewegen ten behoeve van het Keuzedeel voorbereiding HBO. Deze site is ontwikkeld om je te laten kennismaken met de wijze waarop het onderwijs bij Fontys ALO en Fontys Sportkunde wordt gegeven en je te laten werken aan de werkprocessen twee en drie van het keuzedeel.
Door te klikken op het blok ALO of Sportkunde kom je terecht op een leertaak van de bijbehorende opleiding. De leertaak is een praktijkopdracht zoals studenten van deze opleidingen ze ook krijgen. Om deze leertaak succesvol af te ronden heb je kennis, inzicht en vaardigheden nodig en deze leer je min of meer vanzelf door stap voor stap door de leertaak te gaan. Je kunt goed in de gaten houden of je nog op de goede weg zit door te kijken naar de leerdoelen, de oefentoets en het beoordelingsformulier dat bij de leertaak hoort.
Tot slot heb je natuurlijk ook de eigen docent die je kan helpen om de leertaak goed te doorlopen. Als er stagiairs van een van de opleidingen van Fontys Sport en Bewegen bij jou stage lopen dan helpen zij ook graag mee.
Fontys wenst je veel succes met deze kennismaking.
-
ALO
Inleiding
Welkom op de opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding!Je hebt gekozen om eventueel de opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding (LO) te gaan volgen. Een opleiding tot een prachtig, maar zeer verantwoordelijk en complex beroep. Je krijgt namelijk de verantwoordelijkheid om kinderen beter te leren bewegen en te enthousiasmeren voor een leven lang sport en bewegen. Om deze taak goed te kunnen uitvoeren moet een leraar LO vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam zijn. Je bent als leraar LO vakinhoudelijk bekwaam als je voldoende kennis en vaardigheden hebt met betrekking tot de inhoud van je vakgebied. Hierbij gaat het met name om leerlingen
- beter te leren bewegen en sporten,
- beter samen te leren bewegen,
- leren bewegen te regelen,
- leren over bewegen en gezondheid.
Je moet als leraar LO ook in staat zijn om deze leerinhouden leerbaar te maken voor je leerlingen (vakdidactische bekwaamheid). Dat betekent dat je onderwijs moet kunnen ontwerpen waarbij een duidelijke relatie is tussen leerdoelen, het niveau en de kenmerken van de leerlingen, de leerinhoud, didactische werkvormen, organisatie- en groeperingsvormen en toets-/evaluatievormen.
Je moet daarbij de leervorderingen en leerresultaten van leerlingen volgen en op basis van evaluatie je onderwijs kunnen bijstellen. Om zorg te kunnen dragen dat de leerprocessen van leerlingen plaatsvinden in een sociaal-emotioneel veilig, ondersteunen, stimuleren en pedagogische leerklimaat, moet je als leraar LO ook pedagogisch bekwaam zijn. Kortom, het is meer dan een kwestie van leuke oefeningen en spelactiviteiten aanbieden.
Bekijk eerst samen dit filmpje.
-
Tijdlijn van de werkprocessen
Werkproces 1
Oriëntatie op HBO-opleidingen en beroepen. Dit vindt plaats op jouw eigen school.
Werkproces 2
Zoeken, selecteren en analyseren van informatie voor een studie opdracht
Werkproces 3
Samenwerken in projectgroepen
Werkproces 4
Reflecteren op gedrag en resultaten
Werkprocessen 2 en 3 kun je doen door middel van deze ALO leertaak.
-
Leerdoelen
Beter beoordelen!
Samen aan de slag om het vakwerkplan te verbeteren.
Leerdoelen gericht op samenwerken
- Je kunt op basis van een aangereikt Common Eye-model passende afspraken maken met betrekking tot ambities, belangen, processen en organisatie.
- Je kunt in het samenwerken met je vaksectie een positieve relatie opbouwen met je collega's en zorgdragen voor een sociaal emotioneel veilig leer- en werkklimaat waarbij je vanuit de gezamenlijke ambitie steeds oog hebt voor de belangen van de collega's.
- Je kunt in en rondom het samenwerken binnen je vaksectie je eigen belang benoemen en je komt op voor jouw eigen standpunten.
Leerdoelen gericht op beoordelen
- Je kunt het doel en de functie van de beoordelingen benoemen
- Je kunt de beoordelingen koppelen aan de kerndoelen voor het bewegingsonderwijs in de onderbouw van het Voortgezet Onderwijs (VO)
- Je kunt bij de beoordelingen rekening houden met de verschillen tussen leerlingen
- Je kunt de wijze van beoordelen op een transparante en zinvolle manier communiceren en verantwoorden in een vakwerkplan.
Leerdoelen gericht op het verbeteren van het vakwerkplan
- Je kunt aanpassingen maken in een bestaand vakwerkplan die logisch passen bij de rest van het vakwerkplan
-
Leertaken
Leertaak 1: verzorgen van lessen LO
Inleiding:
Als leraar LO heb je een prachtige maar zeer verantwoordelijke taak om kinderen beter te leren bewegen en te enthousiasmeren voor een leven lang sport en bewegen. Om kinderen ook daadwerkelijk beter te leren bewegen is het belangrijk dat ze veel en veelzijdige beweegervaringen op kunnen doen in jouw les. Kinderen leren namelijk niet beter bewegen wanneer ze op de bank zitten, in rijtjes staan of eindeloos naar jouw uitleg moeten luisteren. De taakgerichte leertijd moet dus hoog zijn. Dit vraagt onder andere iets van jouw organisatie en instructiestrategie. Om leerlingen daarnaast ook te enthousiasmeren en te motiveren voor sport en bewegen, een leven lang, moet je als leraar LO vooral een positief leerklimaat zien te creëren. Mede door het aangaan van een positieve opvoedingsrelatie met de leerlingen kun je zorgdragen voor een leeromgeving waarin leerlingen voldoende structuur wordt geboden (ze weten wat er van hen wordt verwacht) waarin ze zich fysiek en emotioneel veilig voelen en zich gezien en gehoord voelen en fouten mogen maken.
Beweegactiviteiten verzorgen
Aan de hand van deze leertaak ga je in de rol van leraar LO diverse beweegactiviteiten verzorgen. Hierbij let je met name op
- de organisatie van de deelnemers, ruimte, materialen en tijd
- de wijze waarop en de hoeveelheid instructie die je op welk moment geeft
- de wijze waarop je verbaal en non-verbaal communiceert met de deelnemers
- de wijze waarop je invulling geeft aan de positieve opvoedingsrelatie met deelnemers
Je laat, terwijl je diverse beweegactiviteiten verzorgt, video-opnames van jezelf maken, daarnaast vraag je aan de hand van het formulier kwaliteitscriteria van twee medestudenten peerfeedback.
Leeractiviteit 1: Kennis constructie
Doel:
Om de onderwijstaak: 'Verzorgen van bewegingsonderwijs' goed in kaart te kunnen brengen, moet je kennis opdoen vanuit verschillende bronnen.
Opdrachten:
- Maak (individueel) een mindmap over het begrip 'Instructie' op basis van wat je (uit eigen ervaring) weet of denkt over dit begrip.
- Lees nu in de bronnen over het begrip 'Instructie'.
- Je vult jouw mindmap aan met informatie die je uit bronnen hebt opgedaan. Tip: noteer de bron erbij!
- Je legt jouw mindmap voor aan jouw groepje en bespreekt (opvallende) verschillen en overeenkomsten. Samen komen jullie tot een mindmap.
Optioneel: je kunt ook een samenvatting maken van de gelezen stof (mocht je dat prettig(er) vinden). - Je maakt nu een nieuwe mindmap over het begrip 'Organisatie' op basis van wat je (uit eigen ervaring) weet of denkt.
- Lees nu in de bronnen over het begrip 'Organisatie'.
- Je vult jouw mindmap aan met informatie die je uit bronnen hebt opgedaan. Tip: noteer de bron erbij!
- Je legt jouw mindmap voor aan jouw groep en bespreekt (opvallende) verschillen en overeenkomsten. Samen komen jullie tot een mindmap.
- Ditzelfde herhaal je voor de begrippen 'communiceren en positieve opvoedingsrelatie'.
Bronnen
Instructie: bekijk dit filmpje.
Instructie: Ettekoven, S & Hooiveld, J. (2015). Leren en onderwijzen: over de theorie van leren. Over de praktijk van onderwijzen.
Noordhoff Uitgevers B.V. Houten. Hoofdstuk 8: blz. 253-262Organisatie
Bekijk deze website.Van Berkel, M. (2012). Perspectieven op bewegen. Uitgever Netwerk rondom bewegen.
Organiseren 1: Hoofdstuk 2.2: blz. 54-63 (tot plaatje).
Organiseren 2: Hoofdstuk 2.2: blz. 69-73 (vanaf groeperingsvorm).
Communiceren
Positieve opvoedingsrelatie
Positieve opvoedingsrelatie: Slooter, M. (2018). De zes rollen van de leraar. Handboek voor effectief lesgeven. Uitgeverij Pica.
Leeractiviteit 2: EN... Actie!
Doel:
Je gaat aan de slag met één van de belangrijkste taken van de leraar LO: 'Het verzorgen van bewegingsonderwijs'.
Opdrachten:
Laat jezelf op twee verschillende momenten filmen tijdens het verzorgen van een les. Dit mag een training zijn, een gymles, naschoolse activiteit etc... Zorg wel dat je twee verschillende (beweeg-) activiteiten laat filmen, dus bijvoorbeeld een spelactiviteit en een turn of atletiek onderdeel.
Lukt het niet om dit te doen of mag het niet van de stage, bekijk dan samen met een docent of je de les op school kunt geven.
Tips voor het filmen:
- Film horizontaal
- Zorg dat je goed zichtbaar en verstaanbaar bent
- Zorg dat je ook goed kunt zien hoe de groep op jou reageert als je bijvoorbeeld een instructie geeft of iemand helpt.
- Twee filmpjes van 10 minuten is voldoende
De filmbestanden heb je straks nodig voor feedback en voor de kwaliteitsanalyse.
Leeractiviteit 3: Verzamelen van peer- en zelf feedback
Doel:
Om jouw talenten en ontwikkelkansen als toekomstig leraar LO inzichtelijk te kunnen maken, moet je jouw uitvoering van de leertaak 'verzorgen van bewegingsonderwijs' op basis van een kwaliteitskader kunnen analyseren.
Opdrachten:
- Open het feedbackformulier (verzorgen van bewegingsonderwijs)
- Bekijk jouw eigen filmopname (meerdere malen) terug. Tip: zet ook eens het geluid uit.
- Vul het feedbackformulier zo kritisch mogelijk voor jezelf in (zelf feedback) en sla het formulier op.
- Laat jouw twee (of drie) medestudenten de filmopname (meerdere malen) bekijken.
- Laat jouw medestudenten het feedbackformulier zo kritisch mogelijk voor jou invullen (peer feedback) en sla het formulier op.
Bronnen:
Leeractiviteit 4: Kwaliteitsanalyse
Doel:
Het maken van een volledige kwaliteitsanalyse voor het product 'verzorgen van bewegingsonderwijs'.
Opdrachten:
Pak de feedbackformulieren erbij. Doorloop onderstaande stappen. Hierbij beschrijf je elke keer alle kwaliteitscriteria en de bijbehorende gedragscriteria:
Stap 1 Zelf feedback:
Beschrijf aan de hand van de filmpjes en je eigen zelf feedback voor alle kwaliteitscriteria en gedragscriteria:
- Wat jij zelf vond wat er goed ging en waarom.
- Waarvan jij vindt dat nog verbetering behoeft en waarom.
Stap 2 Peer feedback:
Beschrijf aan de hand van de filmpjes en de peer feedback het volgende:
- Schrijf per kwaliteitscriterium (en bij voorkeur meerdere gedragscriteria) op wat volgens jouw peers jouw sterke- en verbeterpunten waren.
- Beschrijf samengevat op wat de meest opvallende overeenkomsten zijn tussen jouw zelf feedback en de verkregen peer feedback en welke verschillen jullie hadden.
- Schrijf op of je het met de verkregen feedback (de verschillen) eens bent.
Stap 3 Conclusie trekken:
- Beschrijf samengevat per kwaliteitscriterium op welke verbetering(en) je voor een volgende keer zou kunnen toepassen.
- Beschrijf waarom je dat wil verbeteren (volgens de literatuur, volgens een expert en uit ervaring).
- Beschrijf hoe je verbetering(en) in een volgende les zou kunnen toepassen door een voorbeeld te geven.
Leertaak 2: ontwerpen van bewegingsonderwijs
Inleiding:
Van jou, als leraar LO, wordt verwacht dat jij met jouw bewegingsonderwijs een bijdrage levert aan het realiseren van de landelijke doelstellingen van het vakgebied LO. Je moet o.a. aan leerlingen, ouders, leidinggevenden en de onderwijsinspectie kunnen verantwoorden op welke wijze jouw bewegingsonderwijs bijdraagt aan het bereiken van de landelijke kerndoelen en eindtermen (wettelijk kader).
Je begrijpt het al, van jou als leraar LO wordt dus veel meer verwacht dan zomaar wat leuke beweegactiviteiten of spelvormen in je les aan te bieden en kinderen te enthousiasmeren. Van jou als leraar LO wordt verwacht dat je bewust, doelgericht, planmatig en systematisch te werk gaat. Zo moet je er bijvoorbeeld voor zorgen dat er leerdoelen zijn, dat deze afgestemd zijn met het wettelijk kader, met de leerinhoud, organisatievormen, didactische werkvormen etc. Om ervoor te zorgen dat al deze didactische componenten in het bewegingsonderwijs goed op elkaar afgestemd zijn, wordt in het onderwijs gebruik gemaakt van een didactisch model.
Ontwerpen van een beweegactiviteit
Aan de hand van deze leertaak ga je op een planmatige en systematische wijze bewegingsonderwijs ontwerpen. Hierbij maak je gebruik van het didactische model van de ALO. Samen met jouw groepje ontwerp je een lessenserie LO voor een doelgroep in een onderwijscontext en doelgroep naar keuze. Ieder lid van de groep werkt één les uit de lessenserie concreet uit aan de hand van het didactische ALO-model.
Leeractiviteit 1: Kennis constructie
Doel:
Om de leertaak; 'Ontwerpen van bewegingsonderwijs' goed in kaart te kunnen brengen, moet je kennis opdoen vanuit verschillende bronnen.
Opdrachten:
- Lees de aangereikte bron over het 'ontwerpen van onderwijs'. (zie bronnen).
- Lees bladzijde 1 en 2 van het document 'Didactisch model Fontys ALO, nader toegelicht' goed door. Scroll daarna door het document en 'scan' de overige informatie.
Bronnen
Geerts, W. & Van Kralingen, R. (2020). Handboek voor leraren. Uitgeverij Coutinho, Bussem.
LVF 1: Hoofdstuk 2.1: blz. 52 en 53.
LVF 2: Hoofdstuk 2.1.3: blz. 58 t/m 62
Leeractiviteit 2: Doelgroep - beginsituatie en leerdoelen in kaart brengen
Doel:
Inzicht krijgen in (de samenhang tussen) de beginsituatie en de doelstelling van je les.
Opdrachten:
- Bepaal samen een fictieve doelgroep (gr 1-2 of 3-4 of 5-6 of 7-8). Kies samen een leerlijn, maak hiervoor gebruik van de volgende site.
- Bekijk de kennisclip 'Beginsituatie en doelstelling'.
- Lees in het Didactisch model van Fontys ALO de componenten: 'Beginsituatie en leerdoelen'.
- Beschrijf in het 'format ontwerpen van lessen LO' nu een beginsituatie voor jullie lessenreeks. Verwerk hierin wat kinderen kunnen m.b.t. de motorische, sociale en cognitieve ontwikkeling. Vermeldt ook in welke bron je deze informatie hebt gevonden. Gebruik hiervoor theorie die je tijdens de kennisconstructie hebt gelezen en houdt als extra hulpmiddel het feedbackformulier 2.
- Lees het document 'Leerdoelen formuleren'.
- Bepaal samen een (half) open leerdoel (en subdoelen) voor jullie lessenserie. Verantwoordt waarom jullie vinden dat dit leerdoel uitdagen en haalbaar is. Op welke manier denken jullie met het leerdoel in te spelen op niveauverschillen? Verwerk dit in hetzelfde format.
Bronnen
Format: ontwerpen van lessen LO
Feedbackformulier 2: ontwerpen van lessen LO
SLO (Tule) zie link naar site.
Didactisch model van Fontys ALO (2020)
'Leerdoelen formuleren'.
Leeractiviteit 3: leeractiviteiten, ondersteunen en begeleiden en organisatie.
Doel:
Kennis opdoen over de componenten organisatie en leerhulp.
Opdrachten:
Bepaal samen met je groepje wie welk deel van de lessenserie gaat ontwerpen. Verdeel de subdoelen. Tijdens stap 1 t/m 3 werk je individueel, in de afsluiting komt alles weer samen.
Stap 1: Leeractiviteiten
- Lees en noteer aan welke 'criteria' jouw leeractiviteit moet voldoen (zie voor tips feedbackformulier 2).
- Verzamel inhoudelijke bron(nen) die jij kunt gebruiken voor het ontwerpen van jouw leeractiviteit(en).
- Schrijf in steekwoorden op hoe jij jouw leeractiviteit(en) vorm wilt geven. Noteer deze in het 'format ontwerpen lessen bewegingsonderwijs'.
Stap 2: Ondersteunen en begeleiden (leerhulp)
- Lees en noteer eerst aan welke 'criteria' jouw leerhulp moet voldoen (zie hiervoor feedbackformulier 2).
- Lees de bron: Van Berkel, M. (2012). Perspectieven op bewegen. Uitgever Netwerk rondom bewegen: blz. 144 t/m 153. 'Scan' de tekst en lees vanaf blz. 147 de tekst zorgvuldig door.
- Schrijf in steekwoorden op hoe jij jouw leerhulp (ondersteuning en begeleiding) vorm wilt geven.
Stap 3: Organisatie
- Lees en noteer aan welke 'criteria' organisatie moet voldoen (zie feedbackformulier).
- Lees de bron: Van Berkel, M. (2012). Perspectieven op bewegen. Uitgever Netwerk rondom bewegen: blz. 54 t/m 63 en lees de tekst.
- Schrijf in steekwoorden op hoe jij jouw organisatie vorm wilt geven.
Afronding: Aansluitend les op lessenserie
Schrijf in steekwoorden op welke wijze jouw les aansluit op de rest van de lessenseries van jullie groepje.
Bronnen
Feedbackformulier 2: ontwerpen van lessen LO
Leerhulp: Van Berkel, M. (2012). Perspectieven op bewegen. Uitgever Netwerk rondom bewegen: blz. 144 t/m 153
Organisatie: Van Berkel, M. (2012). Perspectieven op bewegen. Uitgever Netwerk rondom bewegen: blz. 54 t/m 63
Leeractiviteit 4: Presenteer je LVF, feedbackmoment
Doel:
Door jouw lesvoorbereiding te presenteren aan medestudenten krijg je inzicht en de sterke- en verbeterpunten van jouw lesontwerp. Op basis van deze feedback kun je jouw lesvoorbereiding verbeteren.
Opdrachten:
Voorbereiding:
Je hebt jouw lesvoorbereiding volledig uitgewerkt. Hiervoor heb je het feedbackformulier als leidraad gehanteerd.
- Je vult eerst voor jezelf het feedbackformulier zo uitgebreid mogelijk in.
- Je presenteert jouw lesvoorbereiding aan twee medestudenten.
- Na deze presentatie bespreek je met deze medestudenten de kwaliteit van jouw lesvoorbereidingsformulier (aan de hand van het feedbackformulier).
- Tip: Om tijd te besparen, kun je ervoor kiezen om de bespreking op te nemen met je dictafoon, zodat je de feedbackformulieren later zelf in kunt vullen.
- Verwerk nu de zelf feedback en peer feedback die je naar aanleiding van jouw presentatie ontvangen hebt, om jouw lesvoorbereiding te verbeteren.
- De verbeteringen geef aan in een andere kleur.
- Beschrijf uitgebreid op welke wijze jouw ontworpen les aansluit op de lessenserie van jouw medestudenten.
Leertaak 3: Evalueren van bewegingsonderwijs
Inleiding
Als leraar LO heb je voor aanvang van het onderwijsleerproces via het formuleren van leerdoelen richting bepaald voor het leerproces van jouw leerlingen. Op grond van deze leerdoelen heb je de leerinhoud (beweegactiviteiten) met bijpassende organisatievormen en didactische werkvormen ontworpen. Om uiteindelijk te kunnen controleren of deze leerdoelen ook daadwerkelijk zijn behaald, of dat de leerlingen gedurende het leerproces op de juiste weg zijn en het onderwijs voldoende ondersteuning biedt, zijn evaluatie activiteiten onmisbaar. Evalueren wordt in de literatuur ook wel aangeduid met termen als 'toetsen', 'beoordelen' of 'assessment'. Op basis van het doel dat men met de evaluatie activiteiten binnen het onderwijs voor ogen heeft kan onderscheid worden gemaakt tussen de summatieve en formatieve functie van evalueren. Beide vormen van evaluatie zijn noodzakelijk in het (bewegings) onderwijs.
Rubric
Om te kunnen evalueren heb je als leraar instrumenten nodig. Een rubric is een voorbeeld van zo'n evaluatie-instrument. Je kunt het instrument zowel tijdens het onderwijsleerproces gebruiken om het leerproces van leerlingen te ondersteunen, als aan het einde van het leerproces om de leeropbrengsten van je leerlingen in kaart te brengen. Het ontwerpen van zo'n evaluatie-instrument is echter niet eenvoudig. Wil de informatie die het gebruik van dit instrument oplevert ook daadwerkelijk bruikbaar zijn, dan moet je ervoor zorgen dat het instrument valide, betrouwbaar en transparant is.
Evaluatie instrument ontwerpen
Aan de hand van deze leertaak ga je in verschillende fasen (iteraties) een valide, betrouwbaar en transparant evaluatie-instrument ontwerpen. Dit doe je gericht op een beweegthema en een doelgroep in het basisonderwijs naar keuze. Het evaluatie-instrument test je minimaal één keer uit in de authentiek beroepspraktijk van het basisonderwijs en leg je voor aan een werkplekbegeleider van onze partnerscholen. Op basis van deze informatie probeer je het evaluatie-instrument nog beter te maken.
Leeractiviteit 1: Evalueren onder de loep
Doel:
Je krijgt meerdere inzichten over het beoordelen/evalueren van bewegingsonderwijs en vormt hier jouw eigen mening over.
Opdrachten:
Werk in je vast 3 of 4-tal, deze leeractiviteit maken jullie samen.1. Lees onderstaande 'stellingen' en ga met elkaar in discussie over het aangesneden onderwerp. Noteer wie voor en wie tegen is en waarom, is er overeenstemming of juist helemaal niet?
- Stelling 1: Het geven van cijfers voor Lichamelijke Opvoeding werkt motiverend voor de leerlingen.
- Stelling 2: De inzet van de leerling tijdens de les Lichamelijke Opvoeding bepaalt voor een groot deel het cijfer.
- Stelling 3: Je zou het geven van een cijfer voor Lichamelijke Opvoeding als een referentie kunnen zien van hoe goed jij als docent lesgeeft.
- Stelling 4: Het geven van cijfers voor Lichamelijke Opvoeding is helemaal niet belangrijk, zolang leerlingen maar lekker bewegen en plezier hebben
2. Noteer voor jezelf kort (en krachtig) de belangrijkste inzichten uit deze discussies.
3. Bekijk nu klassikaal de volgende Kennisclip waarin Lars Borghouts jullie meer verteld over beoordelen in het bewegingsonderwijs.
Bekijk de volgende Kennisclip van Lars.
4. Denk je na de clip anders over de stellingen? Schrijf kort jouw kijk op beoordelen of evalueren in het bewegingsonderwijs.
Bewaar deze in je portfolio, want dit kun je weer gebruiken voor de helikopter reflectie.5. Bekijk tot slot de twee artikelen in de literatuurlijst. Deze kun je eventueel gebruiken voor de invulling van je eigen product.
Bronnen
Borghouts, L. (2019). Wel of geen cijfers geven? Een nuancering. KVLO, LO-6
Borghouts, L. (2020). Waarom de coopertest geen goed idee is, NOS.
Leeractiviteit 2: Kennisconstructie
Doel:
Kennis krijgen over de belangrijkste begrippen die 'iets' met 'evalueren van bewegingsonderwijs' te maken hebben.
Opdrachten:
1. Ga online of in de boeken zelfstandig op zoek naar de betekenis van onderstaande begrippen.
Je kunt ook gebruikmaken van de artikelen uit de vorige leeractiviteit.
- Rubric
- Beoordelingscriteria/succescriteria
- Summatieve toetsing
- Formatieve toetsing
- Transparantie
- Betrouwbaarheid
- Validiteit
- Feed-up
- Feedback
- Feed-forward2. Vergelijk jouw antwoorden met die van iemand anders in je groepje. Komen jullie tot dezelfde betekenis/beschrijving?
Leeractiviteit 3: Ontwerp evaluatie instrument
Doel:
Kennis krijgen over de belangrijkste begrippen die 'iets' met 'evalueren van bewegingsonderwijs' te maken hebben.
Opdrachten:
- Pak jullie leerdoel van de lessenserie erbij. Filter de 'essentiële' onderdelen uit jullie leerdoel en formuleer op basis hiervan evaluatie/toets criteria/succescriteria.
- Werk deze criteria uit tot een evaluatie instrument dat ondersteunend is aan de praktijk en gebruikt kan worden als feedback middel. (Tip: gebruik het formulier: feedback kwaliteitscriteria. Hierin staan alle kwaliteitscriteria verwerkt).
- Beschrijf hoe jullie de evaluatie situatie voor ogen hebben. In welke situatie vindt de evaluatie/feedback plaats? Wie doet wat, waar, wanneer, hoe en in welke vorm? Maak je gebruik van peer - of zelfevaluatie of komt alle feedback vanuit de docent?
- Deel jullie instrument en situatiebeschrijving met minimaal twee klasgenoten en/of een docent of expert. Via het formulier kwaliteitscriteria ontvang je feedback van jouw medestudenten.
- Verwerk de verkregen feedback in jullie product. Werk met een andere kleur zodat je duidelijk ziet wat jullie aangepast hebben.
Bronnen:
Feedbackformulier kwaliteitscriteria
Reflectie
Doel:
Je kijkt kritisch terug op je eigen handelen tijdens deze leertaken en kijkt vooruit of jouw beeld van het beroep en de ALO als opleiding is veranderd.
Opdrachten:
Maak individueel een reflectieverslag. Hierin geef je concreet antwoord op onderstaande vragen en gebruik hierbij voorbeelden uit de praktijk waaruit dit blijkt.
- hoe verliep de onderlinge samenwerking in het groepje? Met name tijdens het geven van feedback en het werken aan leertaak 2 en 3?
- Is jouw blik op het toekomstige beroep van de docent LO veranderd? Waarom wel en waarom niet?
- Welke leer strategieën heb je gebruikt tijdens het werken aan deze leertaken? Wat werkt voor jou effectief of wat zou je de volgende keer anders doen?
- Past de ALO bij jou?
-
Toetsing
Toetsing
Om de voortgang in je leerproces te kunnen monitoren en te kunnen vaststellen of je de leerdoelen hebt behaald, zijn er toetsen en andere evaluatieactiviteiten ingepland rondom deze leertaak. De toetsing voor deze leertaak bestaat uit een kennistoets en een product (opdrachten 1 t/m 5) . Deze toetsen hebben een weging ten opzichte van elkaar. Als je gemiddelde cijfer over deze toetsen een 5,5 of hoger is, dan krijg je je studiepunten toegekend.
Download hier het beoordelingsformulier
-
Ondersteunende informatie
Hieronder vind je alle ondersteunende informatie.
-
Borghouts Thomas (2013)
Download hier het Borghouts Thomas 2013 artikel
-
KVLO artikel (2015) Topic Vakwerkplan
Download hier het KVLO Artikel 2015
-
Vakwerkplan Voorbeeld College
Download hier het Vakwerkplan Voorbeeld College
-
Quickscan
Download hier de Quickscan.
-
Sportkunde
Inleiding
Sportkunde; wat doet een sportkundige? Waartoe leiden we je op?
De toegevoegde waarde van bewegen en sport staat centraal binnen de opleidingen Sportkunde. We onderkennen daarbij drie waardes;
- De sociaal-maatschappelijke waarde: bewegen helpt bij een grotere participatie aan de samenleving voor iedereen,
- De gezondheidswaarde: bewegen voor meer vitaliteit en een betere leefstijl of gezondere leefstijl,
- De economische waarde: bewegen en sport en de onbegrensde business mogelijkheden.
Ad 1: Sociaal-maatschappelijke waardeMaatschappelijke betrokkenheid en ‘meedoen’ tijdens alle levensfases en door alle doelgroepen wordt in de huidige, multiculturele samenleving als belangrijk gezien. Plezier in sporten en bewegen staat daarbij meestal voorop, maar ook het idee ‘jong geleerd is oud gedaan’ speelt zeker mee, evenals de sociale contacten met leeftijdgenoten. Binnen Fontys Sportkunde herkennen we drie profielen binnen deze waarde:
- Sportondernemer
- Sportmanager
- Buurtsportcoach
Ad 2: Gezondheidswaarde
Door de toename van het aantal welvaartziekten investeren zowel de overheid alsook het bedrijfsleven steeds vaker in preventie en gezondheidsbevordering. Hierbij is bewegen en sport een veel gebruikt middel. Door specifiek te trainen kunnen we onze eigen mogelijkheden optimaal benutten. Dit leidt tot een diversiteit aan waardevolle prestaties, van sport- en beweegdoelen tot het beter of blijvend kunnen participeren in activiteiten in het dagelijkse leven. Binnen Fontys Sportkunde herkennen we drie profielen binnen deze waarde:
- Gezondheidsadviseur
- Beweeg- en leefstijlcoach
- Advanced Personal Trainer
Het werkveld van Sportkunde is dynamisch en volop in ontwikkeling. De opleiding Sportkunde kent daarom een opleidingsprofiel met profileringsmogelijkheden in jaar 3 en 4. Tijdens de opleiding vervul je verschillende rollen zoals de rol van ondernemer, manager, coach, trainer, adviseur, regisseur, ontwikkelaar en onderzoeker. Door bewegen en sport toe te passen als doel én als middel, zijn de mogelijkheden eindeloos. Een student Sportkunde moet daarom een ondernemende en proactieve houding hebben. In het werkveld opereert een Sportkundige zelden alleen, in tegendeel, de Sportkundige is meestal de verbinder tussen de verschillende partijen en belangen. Daarom zijn professionaliteit, flexibiliteit en zelfreflectie essentieel voor de Sportkundige in zijn of haar toekomstige beroep.
De opleiding Sportkunde van Fontys richt zich met name op de eerste twee waardes en in mindere mate op de economische waarde. Als je de economische waarde juist interessant vindt, moet je bij de opleiding Sporteconomie zijn: FEHT. Op www.sportkunde.nl kun je de verschillen zien tussen de Sportkunde opleidingen in Nederland. -
Tijdlijn
Werkproces 1
Oriëntatie op HBO-opleidingen en beroepen. Dit vindt plaats op jouw eigen school.
Werkproces 2
Zoeken, selecteren en analyseren van informatie voor een studie opdracht
Werkproces 3
Samenwerken in projectgroepen
Werkproces 4
Reflecteren op gedrag en resultaten
Werkprocessen 2 en 3 kun je doen door middel van deze Sportkunde leertaak.
-
Leerdoelen
Leerdoelen gericht op samenwerken
- Je kunt op basis van een aangereikt kijkglas-model passende afspraken maken m.b.t. ambities, belangen, processen en organisatie.
- Je kunt in het samenwerken met je projectgroep een positieve relatie opbouwen met je collegae en zorgdragen voor een sociaal-emotioneel veilig leer- en werkklimaat waarbij je vanuit de gezamenlijke ambitie steeds oog hebt voor de belangen van je collegae.
- Je kunt in en rondom het samenwerken binnen je projectgroep je eigen belang benoemen en komt op voor je eigen standpunten.
Leerdoelen gericht op een succesvolle aanpak om dreigend schoolverzuim te voorkomen
- Je kunt de voorwaarden voor een succesvolle aanpak benoemen in het licht van de maatschappelijke opdracht.
- Je kunt deze voorwaarden koppelen aan de gekozen aanpak.
- Je kunt de gekozen aanpak verantwoorden vanuit de belangen en perspectieven van de verschillende stakeholders.
Leerdoelen gericht op het ontwerpen van een beweeginterventie
- Je weet aan welke voorwaarden het ontwerp moet voldoen om succesvol te zijn.
- Je kunt het ontwerp koppelen aan de kenmerken van de gegeven persoon.
-
Leertaak "Samen aan de slag om dreigend schoolverzuim te voorkomen"
Iedereen is het erover eens: onderwijs is belangrijk; wanneer je onderwijs volgt heb je later meer kans op een baan en op een mooie toekomst.
In Nederland beschermen we leerplichtigen en is onderwijs tot je 16e jaar verplicht. Je kunt zelfs bij Bureau Halt terecht komen bij beginnend schoolverzuim! Het aantal schoolverlaters neemt de laatste jaren gelukkig flink af. In 2002 vielen 71.000 jongeren uit zonder basiskwalificatie en in 2016 minder dan 23.000 jongeren (Rijksoverheid, 2017). Maar natuurlijk is elke uitgevallen jongere er één te veel. De Rijksoverheid stelt dan ook tot doel dat in 2020 maximaal 20.000 jongeren uitvallen. Deze Nederlandse doelstelling is streng. De Europese Commissie streeft naar maximaal 10 procent schoolverlaters. Nederland legt de lat op 8 procent.Uit het jaarverslag "Bestrijden voortijdig schoolverlaten en schoolverzuim van de regio Zuidoost Brabant 2014-2015" blijkt dat er verschillende redenen zijn waarom leerlingen niet naar school komen. Denk hierbij aan een crisissituatie in het gezin of slechte communicatie van school. Problematisch is dat jongeren die verzuimen van school een hogere kans hebben om met kleine criminaliteit in aanraking te komen. Uit hetzelfde jaarverslag blijkt dat deze jongeren op latere leeftijd twee keer zo veel kans hebben om werkloos te zijn en zelfs vijfmaal vaker verdacht worden van een misdrijf. Deze gevolgen maken de ernst van de problematiek duidelijk.
In Eindhoven en dan met name in de wijk Tongelre ligt het verzuim relatief hoog. Er is de gemeente Eindhoven daarom veel aan gelegen om deze problematiek aan te pakken. Ze heeft al een aantal maatregelen genomen. Sinds schooljaar 2012-2013 bezoeken leerplichtambtenaren leerlingen die zonder opgaaf van reden afwezig zijn. Ook laten zij leerplichtambtenaren op de onderwijslocaties zelfs waarschuwingsgesprekken met leerlingen houden.
Naast de leerplichtambtenaren wil de gemeente ook de buurtsportcoaches een rol geven. De buurtsportcoaches vertalen het sportbeleid van de gemeente naar een gezond en succesvol beweegklimaat.
Buurtsportcoaches werken op 3 niveaus:
1. Vanuit theorie en analyse verzamelen zij gegevens om de inzet van een beweeginterventie te kunnen onderbouwen en verantwoorden.2. Vervolgens voeren ze deze interventie daadwerkelijk uit in de betreffende gemeente.
3. Daarna evalueren zij geïmplementeerde beweeginterventies om aan de opdrachtgever, in dit geval de gemeente, aan te kunnen geven of de doelstellingen zijn behaald. Er wordt ook besproken of het wenselijk is om deze interventies structureel in te zetten.
Bovenstaande inleiding is bedoeld om de context waarin de leertaak gaat plaatsvinden helder te schetsen. Nu zijn jullie aan zet in de rol van buurtsportcoach in opleiding. Jullie gaan jullie in een groepje de hieronder gestelde leertaak uitvoeren. Binnen deze leertaak Sportkunde zet je daarmee bewegen en sport in als middel, om tot een oplossing te komen van een maatschappelijk vraagstuk. Je hebt daarbij de rol van buurtsportcoach in opleiding.Deelopdracht Leertaak MBO/HBO: Weer naar school
De gemeente Eindhoven heeft gevraagd of de buurtsportcoaches een beweeginterventie kunnen ontwerpen. De doelgroep is de iets oudere jeugd uit het stadsdeel Tongelre. De interventie zou dreigend schoolverzuim kunnen voorkomen. Het is daarbij belangrijk om uit de theorie de succesfactoren van de aanpak uit eerdere interventies te achterhalen. Daarnaast is het van belang om de doelgroep goed te leren kennen. Zo heeft je interventie ook echt een toegevoegde waarde heeft voor de doelgroep. Je werkt samen om te zorgen voor een sterk ontwerp met zoveel mogelijk draagvlak. Binnen deze leertaak Sportkunde zet je bewegen en sport in als middel, om tot een oplossing te komen van een maatschappelijk vraagstuk. Je bent in de rol van buurtsportcoach.
Deelopdracht 1: Samenwerken als buurtsportcoaches - QuickScan
Om een goede start te maken met je collega buurtsportcoaches is het van belang een aantal afspraken te maken over jullie samenwerking.- Bekijk met elkaar de film over samenwerking vanuit het Common Eye model.
Bespreek dit model met elkaar en kom tot gezamenlijke afspraken voor het komend jaar met betrekking tot jullie :
- Ambitie
- Belangen
- Organisatie
- Processen
- Evalueer jullie samenwerking tussentijds en aan het einde van het traject. Gebruik daarbij de uitgewerkte rubrics. Dit geeft jullie richting in wat er verwacht wordt qua resultaat. Dit geldt voor alle opdrachten.
- Vul paragraaf 1.1 en 1.2 in van je verantwoordingsverslag.
Deelopdracht 2: Maak kennis met de maatschappelijke opdracht en de doelgroep
De toegevoegde waarde van de sportkundige om mensgericht te kunnen ontwerpen. Om dit goed te doen is het nodig om meer kennis te hebben van menselijk gedrag in een sociale omgeving.
- Lees het analyserapport Jongeren in Tongelre allemaal naar school. Bespreek dit met elkaar als buurtsportcoaches.
De buurtsportcoaches van de gemeente Eindhoven hebben eerder met succes beweeginterventies ingezet om basisschoolkinderen gemotiveerder te krijgen voor school. Ze hebben daarin samengewerkt met de organisatie Playing for Success. Dit is een initiatief dat schoolverzuim wil terugdringen door de motivatie van leerlingen te verhogen. Dit doen ze door gebruik te maken van sport als middel. Ook spelen ze in op de motivatie middels een aantal succesfactoren.
Bekijk het filmpje over Playing for Success en bezoek de website.
- Lees het artikel "Hoger leerrendement door autonome motivatie" (Verdoorn 2014).
- Bekijk de serie van 7 filmpjes van de "Sportpsycholoog" op Youtube over autonome motivatie. Begin onderaan met aflevering 1: In de flow en werk naar boven.
Beantwoord daarna de volgende vragen:
- Wat zijn succesfactoren in de aanpak van Playing for Success?
- Welke ontwerp criteria worden onderschreven door het artikel over autonome motivatie?
- En welke worden onderschreven door de filmpjes van de "Sportpsycholoog".
- De uitkomsten neem je op in hoofdstuk 2 van het verantwoordingsverslag en vul de gebruikte literatuur in (hoofdstuk 6).
Deelopdracht 3: Stel ontwerp criteria op voor de beweeginterventie
Je kreeg al inzicht in de problematiek van het gebrek aan motivatie met als gevolg schoolverzuim. Als je nu een interventie moet ontwikkelen om te zorgen dat Joey en Charissa niet gaan uitvallen op school is het belangrijk om hen beter te leren kennen.
We gaan daarom een zogenoemde Waarde Propositie Canvas (WPC) maken.
Dit bestaat uit 3 stappen:- Vanuit deskresearch, observaties en/of interviews breng je het klantprofiel in kaart.
- Daarnaast onderzoek je het aanbod waarmee je het product- en dienstenaanbod ontwikkelt. Dit noemen we de Value Map.
- Op basis van dit onderzoek bepaal je de beste fit tussen het klantprofiel en de Value Map. Dus welke interventie is het meest geschikt en waarom?
We starten met stap 1: Het in kaart brengen van je klantprofiel.
- Lees hiervoor het stuk: "Weten wat klanten willen". Vul vervolgens de rechterkant in van het "Waarde Propositie Canvas".
In het format "Waarde Propositie Canvas Model met Hulpvragen (WPC) " zie je voorbeelden van vragen die je kunt stellen om een zo volledig mogelijk beeld van je klant te krijgen. Kopieer vervolgens het lege WPC format op A3 formaat en schrijf de vragen in de betreffende vakken. Vervolgens ga je met je groep discussiëren over de vragen. Het is belangrijk dat je de vragen vertaalt naar je eigen doelgroep. Kies daarom bij het beantwoorden van de vragen Joey óf Charissa. De informatie van je klant (Joey of Charissa) haal je uit het analyserapport jongeren in Tongelre. Je kunt zelf ook nog verder zoeken naar andere literatuur die je kan helpen om een zo volledig mogelijk klantprofiel te maken.
- Neem de uitkomsten op in hoofdstuk 3 van het verantwoordingsverslag.
Dan gaan we verder met stap 2. Je gaat bekijken welk (bestaand) aanbod het best past bij het beschreven klantprofiel.
- Doe dit in de vorm van een brainstormsessie. Verzamel ideeën en notities en vul de linkerkant van het "Waardepropositie Canvas" in. Zorg er daarbij voor dat de value map de pijnpunten verzacht van je klantprofiel en aansluit bij de voordelen.
- Neem de uitkomsten van de brainstormsessie en de ingevulde value map weer op in je verantwoordingsverslag (hoofdstuk 3).
Tot slot stap 3: Neem een onderbouwd besluit voor de beste fit.
- Je beschrijft hierbij in hoofdlijnen je beweeginterventie. Je onderbouwt deze keuze op grond van de literatuur. Deze en de stukken die je hebt neem je mee. Op basis van het ingevulde Waardepropositie Canvas Model maak je de omschrijving compleet.
- Neem je beschrijving en onderbouwing op in je verantwoordingsverslag (hoofdstuk 3) en vul de gebruikte literatuur in bij hoofdstuk 6.
Deelopdracht 4: Werk de interventie uit
Nu je tot een verantwoorde Fit bent gekomen en op hoofdlijnen een interventie hebt bedacht is het tijd om deze uit te werken.
- Welke activiteiten maken deel uit van de interventie?
- Hoe ga je het aanbieden? Met andere woorden hoe ziet de organisatie er uit?
- Wie en wat heb je er voor nodig? (mensen, middelen, ruimtes etc.)
- Hoe verloopt de communicatie en wat heb je daarvoor nodig?
- Wat mag het kosten? En zijn er ook opbrengsten?
- Je volgt hiervoor het draaiboek projectmatig werken. Voeg de uitwerking toe aan je verantwoordingsverslag onder hoofdstuk 4.
Deelopdracht 5: maak een verantwoordingsrapport over jullie samenwerking en de interventie
Dit verslag maakt iedereen individueel en bestaat uit een verslag van een groepsgesprek en een individuele reflectie. In allebei de verslagen komen de product- en de procesevaluatie aan bod. Reflecteer op de thema's die genoemd staan in de rubrics in de kolom van 4 punten. Het gaat er hierbij niet om dat je alles perfect hebt gedaan maar dat je terug kunt kijken naar je eigen handelen en het groeiproces. Dan heb je er een volgende keer ook iets aan.
Bijlage 1 : Ondersteunende informatie
- Samenwerken vanuit het Common Eye model https://www.youtube.com/watch?v=h1vFBpPJA44
- Analyserapport "Jongeren in Tongelre weer naar school"
- Rubric Leertaak "Weer naar school"
- Filmpje Playing for success https://www.youtube.com/watch?v=wTC0rbqirX8
- Website playing for success http://www.playingforsuccess.nl/over-playing-for-success/gezamenlijke-kenmerken/
- Artikel "Hoger leerrendement door Autonome motivatie"
- 7 Filmpjes van de Sportpsycholoog https://www.youtube.com/channel/UC5DGRobJIULYmpRhKqAdgNQ
- Artikel "Weten wat klanten willen"
- Format "Waarde Propositie Canvas model met Hulpvragen"
- Waarde Propositie Tool (invulbaar via Word)
- Verantwoordingsrapport
- Draaiboek projectmatig werken
Bijlage 2: Leerdoelen
Leerdoelen gericht op samenwerken
- Je kunt op basis van het kijkglas-model passende afspraken maken over ambities, belangen, processen en organisatie.
- Je kunt in het samenwerking met je projectgroep een positieve relatie opbouwen met je collegae en zorgdragen voor een sociaal-emotioneel veilig leer- en werkklimaat.Je hebt vanuit de gezamenlijke ambitie steeds oog voor de belangen van je collegae.
- Je kunt in en rondom het samenwerking binnen je projectgroep je eigen belang benoemen en komt op voor je eigen standpunten.
Leerdoelen gericht op een succesvolle aanpak om dreigend schoolverzuim te voorkomen
- Je kunt de voorwaarden voor een succesvolle aanpak benoemen in het licht van de maatschappelijke opdracht.
- Je kunt deze voorwaarden koppelen aan de gekozen aanpak.
- Je kunt de gekozen aanpak verantwoorden vanuit de belangen en perspectieven van de verschillende stakeholders.
Leerdoelen gericht op het ontwerpen van een beweeginterventie
- Je weet aan welke voorwaarden het ontwerp moet voldoen om succesvol te zijn.
- Je kunt het ontwerp koppelen aan de kenmerken van de gegeven persoon.
- Bekijk met elkaar de film over samenwerking vanuit het Common Eye model.
-
Toetsing
Vul de Rubrics in.