
Versterking impact praktijkgericht onderzoek
Er is steeds meer aandacht voor de impact van praktijkgericht onderzoek, de wijze waarop het onderzoek doorwerkt in de praktijk, in het beleid, in het onderwijs en de wetenschap. Het hbo heeft een unieke kennispositie omdat het dicht bij de praktijk staat en intensieve relaties heeft met bedrijven en instellingen. Dat is een goede basis om (samen) kennis te ontwikkelen met een hoge gebruikswaarde. Het onderzoek van het hbo wil iets teweegbrengen in haar eigen onderwijs, in de beroepspraktijken en in de samenleving.

Dit lectoraat doet onderzoek naar de manier waarop onderzoekers impact bevorderen en hoe ze impact in kaart kunnen brengen
Processen faciliteren
Maar hoe maken we dat zichtbaar? En wat kunnen we doen om de doorwerking in zowel de praktijk als het onderwijs te versterken? Welke impactstrategieën hanteren de onderzoekers en zijn die discipline specifiek? Welke factoren beïnvloeden de impact van het praktijkgerichte onderzoek? Dit zijn enkele vragen waarmee het lectoraat zich bezig houdt. De antwoorden op deze vragen zoeken we samen met onderzoekers en lectoren die onderzoek doen in verschillende domeinen, zoals het onderwijs, de technologie en de zorg.
Actieonderzoek en ontwerpgericht onderzoek kennen momenteel een sterke populariteit en zijn krachtige methodieken waarin onderzoekers en kennisgebruikers samenwerken aan zowel kennis– als praktijkontwikkeling. Het faciliteren van dergelijke processen vraagt specifieke vaardigheden van de onderzoeker(s) in relatie tot gestelde doelen met het onderzoek en de specifieke context. De relatie tussen onderzoeksmethodiek en impact is één van de vragen van het lectoraat.
Samenwerken
Het lectoraat richt zich dus op een meta-vraag ten aanzien van het praktijkgerichte onderzoek. Daarin werken we samen met onderzoekers die nieuwsgierig zijn naar de impact van hun onderzoeken met beleidsmakers en externe partners die de impact van het onderzoek graag willen bevorderen. Het lectoraat is ondergebracht bij Fontys Mens en Gezondheid vanwege de nauwe samenwerking die de professionele werkplaatsen van FHMG hebben met de praktijk. Hoe bevorderen we de samenwerking en de doorwerking is daarbij een belangrijk vraagstuk. Daarmee vormt FHMG een goede bedding voor het lectoraat Versterking Impact Praktijkgericht Onderzoek.
Het lectoraat werkt samen met verschillende kenniscentra en centres of expertise van Fontys. De belangrijkste zijn: Sustainability & Circularity, EnablingTechnologies en Leven Lang Ontwikkelen.
Lector

Dr. M.L.M. (Margo) Brouns
Lector Versterking impact praktijkgericht onderzoekMargo Brouns, sinds september 2021 lector, heeft in het verleden veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen wetenschap en politiek, en was verbonden aan verschillende universiteiten. Daarnaast is ze een aantal jaar actief betrokken geweest bij zorginnovatie, onder meer als lector aan de NHL en als voorzitter College Beroepen en Opleidingen Gezondheidszorg. Van daaruit was het een kleine stap naar hoofd Sociaal Planbureau en vervolgens de positie van directeur bij de dienst Onderwijs en Onderzoek, eerst interim aan de Haagse Hogeschool en daarna bij Fontys Hogeschool. Haar vragen en inzichten worden in hoge mate beïnvloed door de jarenlange ervaringen als beoordelaar van onderzoekaanvragen.
Nevenfuncties:
- Lid Beoordelingscommissie Nationale Wetenschapsagenda
- Lid Raad van Toezicht leerstoel "Succesvolle technologische innovaties in de zorg”, onderdeel van Tranzo wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn.
- Lid Strategiegroep Onderzoekend Fontys
- Lid evaluatiecommissie regieorgaan SIA, ingesteld door raad van bestuur NWO
Kennisteam

Dr. M.W.C. (Miranda) Snoeren-Teunissen
Lector Professionele Werkplaatsen
Prof. Dr. E.J.M. (Eveline) Wouters
Lector Health Innovations & Technology | Fontys Paramedisch
Dr. A.A. (Anje) Ros
Lector 'Goed leraarschap, goed leiderschap' en kartrekker 'Lerende en innoverende organisaties'
Sylvia Haerkens
Senior consultant kwaliteit, beleidsmedewerker en –ontwikkelaarPartners
Vanuit het lectoraat werken we samen met verschillende organisaties en netwerken.
- Regieorgaan SIA
- Landelijke site https://doorwerking-hbo-onderzoek.nl/ van de Hogeschool van Amsterdam
- Landelijk netwerk DROP
Onderzoekslijnen
Over het algemeen heeft het onderzoek als doelstelling om een doorwerking te realiseren in een aantal domeinen:
- het eigen onderwijs aan het hbo
- de beroepspraktijk/bedrijfsleven
- het beleid en
- de wetenschappen
Een duurzame en niet-vrijblijvende relatie met externe partners is de belangrijkste factor en verklarende variabele om impact te realiseren, zo blijkt uit meerdere onderzoeken. In de literatuur wordt veelal gesproken over “productieve interactie” met belanghebbende doelgroepen (NWO). Op basis van interviews en analyses proberen we een beeld te krijgen van deze “productieve interacties” en daarmee van de impactstrategieën die onderzoekers hanteren. Meestal gaat het om ad hoc strategieën, bijvoorbeeld zoveel mogelijk betrekken van studenten of aandacht besteden aan communicatie. Een eerste doelstelling van het lectoraat is om deze ad hoc strategie meer te expliciteren, en vervolgens samen met de onderzoekers te analyseren en te optimaliseren. We letten daarbij ook op eventuele verschillen. Zijn die persoonsgebonden ofdomeinspecifiek? En wat kunnen we van elkaar leren?
Zie hier een eerste publicatie.
Een directe manier van doorwerking zien we in het onderzoek zelf, via het onderzoekend handelen. Door het onderzoek ontstaat een onderlinge wisselwerking tussen stakeholders. Bijvoorbeeld tussen patiënten, zorgverleners en ict-bedrijven die een nieuwe app ontwikkelen. Het bewust beïnvloeden van deze wisselwerking vraagt specifieke vaardigheden van de onderzoeker(s). Het vooraf of gaandeweg het proces ontwikkelen van een impactplan, ter bevordering van doorwerking (van binnenuit) bijvoorbeeld, vereist een zekere strategischeoriëntatieen een goed begrip van de posities van de stakeholders, maar ook die van jezelf als onderzoeker. Daar waar onderzoek en verandering in elkaars verlengde liggen – zoals bij ontwerpgericht en actie -onderzoek– is een zorgvuldige balans tussen kennisdoelen en veranderdoelen noodzakelijk. Die balans vraagt een zekere mate van stevig staan, om van daaruit wendbaar te kunnen zijn, oftewel vraagt een stevige professionele identiteit. Het lectoraat gaat intensief onderzoek doen naar het profiel van de praktijkgericht onderzoeker in verschillendedisciplines en naar hoe onder andere deze factor, de mate van impact van het onderzoek beïnvloedt.
Zie hier een publicatie van Famke van Lieshout; Onderzoeksvenster: Professionele identiteit van de praktijkgericht onderzoeker in Praktijkgericht onderzoeken in het onderwijs’ (in druk).
Het is belangrijk om de doorwerking van het onderzoek goed zichtbaar te maken. Het gaat dan om de volgende indicatoren:
Doorwerking in het onderwijs
- Aantal studenten dat bij projecten is betrokken en daarmee in aanraking komt met actuele vraagstukken in de beroepspraktijk.
- Aantal docenten dat is betrokken en zich daardoor vaak ontwikkelen tot interessante docenten
- Doorwerking in het curriculum
Doorwerking in beroepspraktijk
- Tools die in de praktijk worden gebruikt
- Duurzame samenwerking met externe partners
- Opdrachten externe partners
- Co-financiering (investering) door externen
- Lezingen/opleidingen voor professionals etc.
- Verspreidingasctiviteiten
Doorwerking in beleid
- Advies aan beleidsinstanties (sector, branches, verzekering etc)
- Opdrachten van beleidsinstanties
- Betrokkenheid van beleidsmakers bij projecten
Doorwerking in (wetenschappelijke) kennis
- Artikelen
- Congresbijdragen
- Etc.
We kunnen onderscheid maken tussen directe impact, bijvoorbeeld in het praktijkonderzoek van een hybride leeromgeving, en de duurzame doorwerking waardoor een bepaalde praktijk ingrijpend verandert. Dat laatste is doorgaans niet terug te voeren tot een individueel projecten, maar is resultante van een langdurige reeks van interventies. In de literatuur wordt gesproken over een periode van 8 tot 15 jaar voordat nieuwe inzichten daadwerkelijk maatschappelijk ingebed raken. Daarom wordt gepleit voor assessment van impact van grotere eenheden (team, programma, afdeling) in plaats van individuele projecten.
Het ontwikkelen van een resultaat, bijvoorbeeld een toolkit, is in zichzelf nog geen doorwerking. Daarom wordt er wel onderscheid gemaakt tussen output (directe resultaten, zoals een tool of artikel), outcome (het gebruik van de output) en de impact (het effect).
Een sterke voorspeller van doorwerking in de praktijk is een duurzame relatie met externe partners. Daarom is een netwerkanalyse een belangrijk inzicht gevend element m.b.t. impact.
Vanuit het lectoraat wordt samengewerkt met andere onderzoekers die inzicht willen krijgen in de impact van hun onderzoek.
Dat heeft in eerste aanleg geleid tot een gezamenlijke publicatie
Perspectieven op impact
Vrijwel alle organisatie op het gebied van kennisontwikkeling hebben een visie op impact. Hieronder vind je een overzicht. Het kan inspirerend en nuttig zijn om te zien hoe overheid en subsidiegevers impact van praktijkgericht onderzoek invullen.
Subsidiegevers
ZonMw
ZonMw heeft “impact versterken” als beleidsspeerpunt. Met de zogenaamde "route naar kennisbenutting” beoogt ZonMw in de volle breedte van de kennisketen de impact te versterken. Er zijn 4 factoren die de kans op kennisbenutting vergroten: samenwerking met relevante stakeholders, cofinanciering met partners, bruikbare kennis
producten, gerichte verspreiding en implementatie. Zie het onderstaande model. Meer informatie? Kijk hier: Impact versterken - ZonMw

Regieorgaan SIA
Het bestuur van het Regieorgaan SIA heeft haar Adviesraad gevraagd om eens goed naar de criteria te kijken, in het bijzonder de relatie tussen ‘vraagarticulatie', 'netwerkvorming’ en 'doorwerking'. In het rapport (oktober 2020) staat dat een goede vraagarticulatie de kans op doorwerking vergroot, dat die doorwerking met name plaatsvindt via productieve interacties binnen en vanuit het betrokken netwerk (consortium). Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen directe doorwerking (bij de praktijkpartners binnen het consortium) en duurzame doorwerking (buiten het consortium, naar de hele sector of samenleving, en het onderwijs). Daarnaast concludeert de adviesraad dat doorwerking geen expliciete doelstelling is van de drie RAAK-regelingen (publiek, mkb en pro). Dit vraagt om een aanscherping van de aanvraag- en beoordelingsprocedure.
NWO
NWO (Nationale organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) besteedt steeds meer aandacht aan het belang van impact van onderzoek. NWO hanteert een expliciet kennisbenuttingsbeleid dat erop is gericht het maatschappelijk potentieel van onderzoeksresultaten zoveel mogelijk te benutten (zie hier link NWO | Kennisbenutting. Deze aandacht voor doorwerking en impact geldt in versterkte mate voor de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) die op basis van kennisvragen van burgers tot stand is gekomen. NWO biedt workshops aan over impact, die subsidieaanvragers kunnen helpen om hun impactparagraaf te schrijven. Meer lezen? NWO Impact - Online workshops.
KNAW
"Maatschappelijke Impact in kaart”, 2018.
De commissie concludeert dat de maatschappelijke impact van onderzoek heel gevarieerd is, vaak pas na lange tijd zichtbaar wordt (>10 jaar), lang niet altijd een-op-een te koppelen is aan een bepaald onderzoekproject en niet altijd objectief te waarderen is. Daarna volgt een overzicht van methoden om impact in kaart te brengen. “De maatschappelijke impact kan worden vergroot door het bevorderen van productieve interactieve netwerken, en het actief betrekken van de potentiële gebruikers bij het opstellen van de onderzoeksvraag en de uitvoering van het onderzoeksproject.”(p. 20). Het rapport sluit af met een aantal aanbevelingen voor het ministerie, de kennisinstellingen en de subsidiegevers. Meer lezen? Maatschappelijke impact in kaart — KNAW
Het bestuur van het Regieorgaan SIA heeft haar Adviesraad gevraagd om eens goed naar de criteria te kijken, in het bijzonder de relatie tussen ‘vraagarticulatie', 'netwerkvorming’ en 'doorwerking'. In het rapport (oktober 2020) staat dat een goede vraagarticulatie de kans op doorwerking vergroot, dat die doorwerking met name plaatsvindt via productieve interacties binnen en vanuit het betrokken netwerk (consortium). Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen directe doorwerking (bij de praktijkpartners binnen het consortium) en duurzame doorwerking (buiten het consortium, naar de hele sector of samenleving, en het onderwijs). Daarnaast concludeert de adviesraad dat doorwerking geen expliciete doelstelling is van de drie RAAK-regelingen (publiek, mkb en pro). Dit vraagt om een aanscherping van de aanvraag- en beoordelingsprocedure.
STW
Het bestaansrecht van een van de onderdelen van NWO - de Technologiestichting STW – is gekoppeld aan het gebruik van de onderzoeksresultaten. De STW heeft dan ook al veel ervaring met het inventariseren van impact van het onderzoek dat zij subsidiëren. Volgens de STW gaat het om drie graadmeters: betrokkenheid van mogelijke gebruikers, ontstaan van een concreet product en de inkomsten die uit een project voortvloeien. Dit voert dan tot een driedimensionaal model waarop alle projecten geplot kunnen worden.

Overheid
Vereniging Hogescholen over impact
De Vereniging Hogescholen publiceert voor verschillende vraagstukken een Atlasonderzoek met impact. Benieuwd naar een overzicht?
Daarnaast ontwikkelt de VH kaders voor bijvoorbeeld de master’s, zie Impact sectorplan Masters 25 november.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Impact van onderzoek is voor de rijksoverheid een belangrijk thema, zie bijvoorbeeld het document Nieuwsgierig en betrokken. De waarde van wetenschap
over de waarde van wetenschap. Vaak gaat het om de economische waarde. Zie bijvoorbeeld het document Economische impact van de toegepast onderzoek organisaties op het Nederlandse bedrijfsleven.
Internationaal
Er zijn meerdere internationale instrumenten voor impactbeoordeling. We noemen er hier twee:
- Research Excellence Framework (REF) uit het Verenigd Koninkrijk is gericht op de beoordeling van het onderzoek van groepen onderzoekers en hanteert drie criteria: output quality, impact en environment. Impact is gedefinieerd als “any effect on, change or benefit to the economy, society, culture, public policy or services, health, the environment or quality of life, beyond academia." Het betreft dus maatschappelijke impact. De evaluatie vindt plaats aan de hand van een “impact case study”, een beknopt document over de bereikte impact, en een “impact template”, een beschrijving van de manier waarop de onderzoekers impact hebben bevorderd. Dat betekent dat zowel de acties als het gerealiseerde resultaat onderdeel zijn van de beoordeling.
- Quality Evaluation for Performance-based Research is een systeem dat in Nieuw-Zeeland is ontwikkeld. Het kent twee beoordelingscriteria: research output en research contribution. Voor wie op zoek is naar een zeer uitgebreide set van indicatoren voor research contribution kan hier z'n hart ophalen. Er zijn 11 typen bijdragen onderscheiden, die elk weer zijn vertaald naar meerdere indicatoren.
Publicaties
Podcast | Over het zichtbaarder maken van praktijkgericht onderzoek met Joeri van Steenhoven en Margo Brouns. 21 november 2022, Radio SIA voor verschilmakers
"Hoe kunnen we de maatschappelijke impact van onderzoek beter zichtbaar maken? En wat kunnen we doen om de doorwerking in zowel de praktijk als het onderwijs te versterken?" Deze vragen staan centraal in dit gesprek.
Opinie | Bonants, Rick en Brouns, Margo, Hogescholen moeten betere broedplaatsen voor kennisintensieve start-ups zijn, ScienceGuide, 21 maart 2022.
Brouns, Margo, Kees Adriaanse, Rink Lyckhama á Nijeholt, Impact maken in het technologisch domein. ScienceGuide, 16 november.
Brouns, Margo en Anje Ros, Onderzoek met impact vraagt eerder om geloofwaardigheid dan onafhankelijkheid. ScienceGuide, 20 oktober.
Brouns, Margo, Onderzoek in meervoud. In: M. Meerman (red), Mens & Markt, HRM-onderzoek op het HBO. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, pp.199-208.
Brouns, Margo en Ruud Tap, Kennis als veranderingsinstrument: een pleidooi voor aan andere managementstijl. In: NTZ, p. 209-217, september, 3-2013
Blogs M. Brouns voor Skipr
- Zijn bestuurders in staat tot creatieve destructie? 14 maart 2013
- Aanpassingen in het HBO_onderwijs: graag wat tempo! 19 april 2013
Kleinhuis,Grieteke, Anneke Stam en Margo Brouns, De docent als spil in samenwerking met de arbeidspraktijk. Praktijkonderzoek: de docent als reflexieve duizendpoot? In: Onderwijs en gezondheidszorg. nummer 2, pp. 3-6. 2009
Oudshoorn, Nelly, Margo Brouns en Ellen van Oost , Diversity and Distributed Agency in the Design and Use of Medical Video-Communication Technologies. In: Harbers, H. (ed), Inside the Politics of Technology, Agency and Normativity in the Co-Production of Technology and Society. Amsterdam: Amsterdam University Press, pp. 85-105. 2005
Brouns, Margo and Elisabetta Addis, Gender and Excellence in the making. Synthesis report on the workshop ‘Minimizing Gender bias in definition and measurement of scientific excellence’. Brussels, European Commission, Directorate-General for Research, p. 11-32. 2004
Brouns, Margo (p.r), Wetenschap tussen Olympus en Agora. De vele gezichten van gender in de wetenschappen. Tijdschrift voor Genderstudies, vol. 4, nr. 4, p. 24-34. 2001
Events
Masterclasses voor Fontys-onderzoekers
Fontys leergang Praktijkgericht onderzoek
Diner pensant op 22 maart

Op 22 maart 2022 vond het diner pensant over versterking impact van onderzoek plaats. Samen eten en samen denken rond een issue dat ons allemaal bezighoudt: de doorwerking van onderzoek naar bedrijven, instellingen en brede samenleving.
Steeds vaker wordt aandacht gevraagd voor impact van ons onderzoek. Onder andere bij subsidieaanvragen, in koersdocumenten en in het beleid rond de Masters en Professional Doctorate. Het onderzoek moet en wil iets teweeg brengen. Maar hoe doen we dat nou? En hoe maken we het zichtbaar? Heeft het hbo daarin een bijzondere positie?
Zie hier een verslag van de inspirerende avond
.Summerschool Actieonderzoek
Docenten en onderzoekers dr. Famke van Lieshout, prof. dr. Gaby Jacobs en dr. Shaun Cardiff gaan in een week tussen eind juni en eind augustus (nadere informatie volgt) aan de slag rondom participatief actieonderzoek en transformatie op een inspirerende, bosrijke locatie met verblijfsmogelijkheden.
Het betreft een samenwerking tussen Fontys Hogeschool Mens en Gezondheid en de Universiteit voor Humanistiek.
Leergang AR meets DR – men kan zich al inschrijven voor leergang 2022/2023
Action Research meets Design Research Executive Education - Vrije Universiteit Amsterdam (vu.nl)
Masterclass actieonderzoek MMC/ de Wever
30 november 2021
Lancering boek: Actieonderzoek. Principes en onderzoeksmethoden voor participatief veranderen
Boekpresentatie op 23 november 2021
Contact
