Sprint naar content

Lessons Learned

Learnings uit het CoLLidE project in Living Lab Netto Positieve Regio


In het Living Lab Netto positieve regio, in het CoLLidE project -met als fysiek kantoor de locatie van Eindhoven Engine op het TUe terrein- werd gewerkt volgens de richtlijnen zoals die in het SPRONG project ‘De Circulaire Sprong’ zijn opgesteld.

Dat betekent onder meer dat de volgende rollen worden onderscheiden: student-onderzoekers (in multidisciplinaire teams, ofwel: squads), squad-coaches (procesbegeleiders, verbonden aan het Living Lab), experts (docenten of docent-onderzoekers en werkveldpartners) en labstewards (coördinator van inhoud en proces; meestal een docent-onderzoeker). Daarnaast hebben studenten te maken met een begeleider vanuit de eigen opleiding.

Wat de SPRONG Living Labs (en dus ook de werkwijze binnen het CoLLidE project) onderscheidt van andere Hybride Leeromgevingen van Fontys, is de betrokkenheid van een lectoraat (naast bedrijven en opleidingen). Dat geeft enerzijds meer inhoudelijke diepgang, maar vergroot tegelijkertijd de complexiteit: er is rekening te houden met belangen van drie betrokken partijen: praktijkpartners (die gebaat zijn bij snelle antwoorden op hun vraagstukken), studenten (die, om hun studiepunten te krijgen, moeten voldoen aan de eisen en de planning van de opleiding) en het lectoraat (dat hecht aan betrouwbare data en nieuwe inzichten).

Binnen CoLLidE -maar ook met deelnemers in de andere projecten binnen de SPRONG Living Labs- is regelmatig met alle stakeholders gereflecteerd op het werken in een Living Lab.
Daaruit kwamen onder meer de volgende ‘tops’ naar voren

  • Een vaste fysieke plek (Hoewel een aantal werkveldpartner graag zou zien dat er meer op locatie, bij de werkveldpartner, gewerkt zou worden)
  • Kijken in elkaars keuken (tussen verschillende teams van een lab en tussen verschillende labs), middels ‘Show & Grow’ momenten
  • Interdisciplinair werken (leerzaam voor studenten)
  • Voor onderzoekers een goede mogelijkheid om ervaring op te doen met multidisciplinair, praktijkgericht onderzoek

Wat in eerste instantie niet optimaal verliep, maar in de loop van het project sterk verbeterde was het vooraf delen van informatie over werkwijze (labkompas) en semesterprogramma (inclusief stakeholdermeetings en evaluaties met de werkveldpartners).

Uit de reflecties kwam ook naar voren dat het belangrijk is om voortdurend de gelijkwaardigheid van partners in het Lab in de gaten te blijven houden. Soms komen onderzoekers, werkveldpartners, of begeleiders vanuit de opleiding in de verleiding om de regie naar zich toe te trekken. Voor een optimaal resultaat is echter echte co-creatie gewenst. Door dit te benoemen in de vooraf gedeelde informatie en tijdens stakeholder meetings is dit sterk verbeterd.

Een heel belangrijk aandachtspunt betreft de afstemming met opleidingen. Nu komen de Show & Grow momenten en het gezamenlijke advies dat per team wordt opgesteld voor veel studenten (m.n. afstudeerders) boven op de eisen vanuit de opleiding. Een one-pager voor afstudeercoördinatoren en -docenten kan helpen.

Maar opleidingen moeten vooral beter de meerwaarde van interdisciplinair werken gaan inzien: het werkveld vraagt om een interdisciplinaire aanpak van vraagstukken. Dat betekent dat meer flexibiliteit in het curriculum nodig is. Transitievraagstukken zijn ‘wicked problems’ waarbij je vooraf niet weet of, hoe, en wanneer je een antwoord gaat vinden (laat staan dat je weet of je aan de strikte criteria van de opleiding kunt voldoen). We schreven hier een ‘Green paper’ over.

Meer draagvlak vanuit de opleidingen voor het werken in Livings Labs zou tevens een de betaalbaarheid van de Living Labs (zoals ze zijn beschreven in het labkompas van De Circulaire Sprong) kunnen verbeteren. Zolang opleidingen vasthouden aan de bestaande organisatie en de bestaande eisen voor stage- en afstudeerprojecten brengt het Living Lab concept veel extra kosten met zich mee. De kosten van de squad-coaches en de labsteward komen immers -tenzij betaald uit subsidieprojecten van het lectoraat- boven op de gebruikelijke begeleiding die vanuit de opleidingen is voorzien.

Daarnaast zou een betere inbedding van de thema's duurzaamheid en circulariteit in het curriculum van Fontys opleidingen, studenten beter voorbereiden op projectwerk met een interdisciplinaire aanpak en studenten in een vroeg stadium al in aanraking brengen met complexe maatschappelijke vraagstukken. We gaven workshops voor docenten waarin we inventariseerden wat er nu aan onderwijsaanbod is op het gebied van duurzaamheid en circulariteit en waar er al voorbeelden zijn van interdisciplinaire projecten. Daarnaast bespraken we wat er nodig is om dat in grotere mate in de curricula in te bedden. We zien veel initiatieven om het onderwijs te veranderen en deze aspecten mee te nemen!