Sprint naar content

Narratief Medicatiedispenser, Mirthe Marcelissen

Sfeerafbeelding Fontys


Mirthe Marcelissen, Thebe Elisabeth 2024

Onderzoeksvraag
Hoe ervaren de zorgvrager met verminderde lichamelijke functies en alle betrokkenen de inzet van een slimme medicijndispenser in relatie tot de zelfredzaamheid?

Narratief

Het is mei 2024. In Goirle, een klein dorpje ten zuiden van Tilburg, vlak bij de Belgische grens, bevinden zich meerdere locaties van de zorgorganisatie Thebe, waaronder Thebe Elisabeth. Dit gebouw bestaat uit meerdere afdelingen. Het zijn bijna allemaal woonafdelingen, op één na; Elzenbosch. Hier komen mensen naartoe om in korte tijd aan te sterken of om tijdelijk te verblijven totdat zij hun nieuwe thuis hebben gevonden.

Thebe heeft een visie; de Bedoeling. Hierin staat beschreven hoe belangrijk het is dat iedereen zo lang mogelijk en zo onafhankelijk mogelijk zijn eigen leven blijft leiden. Dit past goed bij de verandering van de huidige samenleving. Door vergrijzing en het tekort aan zorgmedewerkers, is het van belang dat de omslag van zorgstaat naar participatiesamenleving gerealiseerd wordt. Het bevorderen van de zelfredzaamheid speelt daarin de hoofdrol. Dit staat hoog in het vaandel bij afdeling Elzenbosch en het wordt er voortdurend toegepast.

Meneer Pol verblijft ook op afdeling Elzenbosch. Hij is 92 jaar en heeft een jaar geleden het verschrikkelijke nieuws ontvangen dat hij prostaatkanker heeft met uitzaaiingen in de botten. In februari jongstleden bleek helaas dat zijn uitzaaiingen erger zijn geworden. Lopen was toen vrijwel niet meer mogelijk en het innemen van zijn medicatie lukte hem niet meer zelfstandig. Meneer Pol woonde nog samen met zijn vrouw, maar de zorg werd haar te zwaar. Er is toen een indicatie aangevraagd voor meneer om tijdelijk op afdeling Elzenbosch te verblijven, totdat er een plekje vrijkomt in een verzorgingshuis.

Op afdeling Elzenbosch leert meneer Pol verpleegkundige Tom kennen. Tom is inmiddels meer dan een jaar werkzaam op de afdeling en weet hoe belangrijk het bevorderen van de zelfredzaamheid is. Iets waar hij regelmatig tegenaan loopt is dat taken onnodig van zorgvragers worden overgenomen. Zo wordt de medicatie aan zorgvragers aangereikt in een klein bakje, terwijl het al gesorteerd in zogenaamde baxterrollen wordt gedaan. Dit is een hartstikke eenvoudig systeem waarbij de medicatie voor een hele week volledig is uitgezet per innamemoment. Het enige wat zij hoeven te doen is het zakje van de rol scheuren en de medicijnen in te nemen. Maar dat is niet voor iedereen even gemakkelijk.

Meneer Pol heeft door zijn botuitzaaiingen moeite met de fijne motoriek en het is voor hem dus niet gemakkelijk om het zakje open te scheuren. Daarnaast vindt hij het moeilijk om te onthouden wanneer hij zijn medicijnen in moet nemen. Tom vroeg zich af of er dan echt geen andere manier is om meneer Pol hierin zelfredzamer te maken. 1 maart kwam hij op het idee om een slimme medicijndispenser in te zetten. Hiervan zijn er zes aanwezig op afdeling Elzenbosch, maar deze worden maar zelden ingezet. Een slimme medicijndispenser is een apparaat dat mensen kan helpen zelfstandig de medicijnen in te nemen. De baxterrol wordt in het apparaat geplaatst, het apparaat wordt ingesteld op de juiste medicatietijden en wanneer het tijd is om de medicatie in te nemen, gaat er een wekker af. De zorgvrager moet dan op een knop drukken en de benodigde medicatiezakjes komen eruit. Het apparaat maakt een klein sneetje in de zakjes, zodat het makkelijker te openen is.

Twee vierdejaars hbo-studenten, Anna en Lisa, vinden het zonde dat deze apparaten bijna niet ingezet worden, terwijl de zelfredzaamheid juist zo belangrijk is. Om die reden besluiten zij een onderzoek uit te voeren naar de ervaringen van zorgvragers die zonder een medicijndispenser niet meer zelfstandig de medicatie kunnen innemen en hoe het apparaat een bijdrage levert aan hun zelfredzaamheid.

Het onderzoek wordt opgedeeld in twee delen; Lisa onderzoekt een zorgvrager met cognitieve problemen en Anna een zorgvrager met fysieke problemen. Voor het kiezen van een geschikte kandidaat voor haar onderzoek, stelt Anna een aantal criteria op. Ze zoekt een zorgvrager die op afdeling Elzenbosch komt revalideren. Een ander criterium is dat hij beperkte lichamelijke functies heeft, maar geen cognitieve problemen. Helaas is er geen zorgvrager opgenomen die aan deze criteria voldoet. Anna besluit nog even af te wachten. Misschien wordt er nog iemand opgenomen die wel geschikt is. Maar dat gebeurt niet. Anna baalt hier enorm van. Uiteindelijk besluit ze dat het lang genoeg heeft geduurd. Samen met haar begeleiders komt ze tot de beslissing om de criteria aan te passen, zodat ze het onderzoek voort kan zetten. Meneer Pol heeft geen revalidatiedoelen, maar krijgt wel therapie om wat mobieler te worden. Daarnaast heeft hij lichamelijke problemen en zijn er geen cognitieve problemen vastgesteld. Om die redenen kiest Anna ervoor om zich te richten op meneer Pol en zijn betrokkenen.

Op 13 maart voert Anna haar eerste observatie uit bij meneer Pol. Ze ziet dat zijn handelen om de medicatie in te nemen nog niet helemaal soepel verloopt. Het duurde even, maar het lukt hem om de medicijnen zelfstandig uit het zakje te halen. Dan doet hij ze in de mond, maar komt er daarna pas achter dat hij nog een glas water moet pakken om de medicijnen door te slikken. Meneer Pol staat op en loopt met zijn mond vol medicijnen naar de wastafel om zijn glas met water te vullen. Anna vindt dit niet handig en wil dit bespreken in het interview. Meneer Pol vertelt dan precies hoe de medicijndispenser werkt en wat hij dan moet doen. Anna vindt dit fijn om te horen en denkt dat meneer Pol nog even moet wennen aan alle handelingen rondom het gebruik. En ja hoor, bij de volgende observatie, in week 2, doet hij het hartstikke goed. Wanneer Anna Tom interviewt vertelt hij ook dat meneer Pol heel goed weet hoe hij het apparaat moet gebruiken. Wel bemerkt Tom dat meneer soms nog moeite heeft om het zakje te openen. Dit beaamt meneer Pol en hij vult aan dat hij de zorg dan om een schaartje vraagt. Tom vindt dat meneer Pol op deze manier meer zelfredzaamheid krijgt, omdat hij nu ook meer verantwoordelijkheid heeft gekregen om zijn eigen medicatie in te nemen.

Na afloop van de eerste observatie ziet Anna een tabletje op de grond liggen. Ze vraagt zich af of het van nu is, of van een ander moment. Ze kijkt op het zakje waar de medicijnen net uitkwamen, om te achterhalen welk tabletje het is. Tot haar verbazing ziet ze dat er nog een tabletje in het zakje zit. Meneer Pol denkt dat hij soms een beetje te nonchalant is. Tom herkent dit probleem en vindt het wel een flink risico. Met name omdat hij merkt dat meneer Pol deze problemen te laat meldt bij de zorg, waardoor de medicatie niet op tijd wordt ingenomen. Een ander risico dat Tom ervaart, is dat de medicijndispenser regelmatig een storing heeft. Meneer Pol vindt dit ook vervelend, omdat hij niet weet wat hij dan moet doen. Tevens in deze situatie vertelt meneer dit pas erg laat of zelfs helemaal niet tegen de zorg.

Tijdens de eerste observatie krijgt Anna het idee dat meneer Pol het alarm niet goed hoort. Tom geeft aan dat meneer het met name in het begin inderdaad niet goed hoorde. Het geluid van de medicijndispenser is daarom harder gezet en nu gaat het een stuk beter. Anna merkt dat het belang van het alarm voor meneer Pol groot is. Toch speelt er nog een probleem. Ze leest dat meneer Pol elke ochtend twee zakjes medicatie krijgt, maar vaak alleen het eerste inneemt. Ze vroeg zich af waardoor dat zou komen. Ze vraagt het aan meneer, waarop hij antwoordt dat hij het niet altijd doorheeft dat er nog één komt. Het valt Anna op dat hij cognitief toch minder sterk is dan ze eerst dacht. Om meneer eraan te helpen herinneren, is er op 26 maart een extra alarm toegevoegd. Elke ochtend gaat om 8:00 het eerste alarm af en om 8:10 het tweede. Als Anna de rapportages terugleest, ziet ze dat het probleem nu veel minder vaak voorkomt. Tom bevestigt dit ook in zijn tweede interview.

Tijdens dit interview liet Tom weten dat hij vindt dat de zorg toch nog erg veel toezicht blijft houden op meneer Pol omtrent het innemen van de medicijnen. Dit komt doordat het toch nog vaak fout gaat.

Wanneer Anna de resultaten aan het uitwerken is, beseft ze hoe veel problemen er zijn voorgevallen en de verschillende risico’s die het met zich meebrengt. In het begin hoorde meneer Pol het alarm niet, waardoor hij zijn medicatie niet goed kon innemen. Door het volume harder te zetten, is dit probleem opgelost. Het volgende probleem dat zich heeft afgespeeld, is het tweede zakje medicatie in de ochtend. Ook voor dat probleem is een oplossing gevonden. En hoewel hij heel goed de medicatiedispenser kan bedienen, handelt hij te vaak op een onveilige manier om hem hierin volledig zelfstandig te laten. Daardoor is hij niet meer zelfredzaam dan dat hij voorheen was.


*Alle namen in dit narratief zijn gefingeerd om privacyredenen.