
Gezamenlijk roosterproces
16 mei 2022
Gezamenlijke faciliteiten zorgen voor gezamenlijk roosterproces
“Als team komen we er wel uit!”
In de plannen voor de nieuwe campus staat beschreven ‘Ieder instituut heeft niet langer een eigen gebouw. Functies en activiteiten worden zoveel mogelijk gedeeld om kruisbestuiving en ontmoeting te stimuleren’. Hoe werkt dat in de praktijk, als die vijf instituten dan allemaal gebruik willen maken van dezelfde ruimtes? Door het samenvoegen van de losse roosterbureaus en één groot team van roosteraars te maken. We spraken met Hajer Abaidi, roosteraar bij Fontys Hogeschool Pedagogiek en Cora Stokmans, roosteraar bij Fontys Hogeschool Sociale Studies die samen met hun team staan voor de uitdaging van de proefroosters.
De huidige werksituatie voor beide dames kan niet verder verschillen. Waar Stokmans al in een team werkt, zowel met collega’s vanuit haar eigen instituut als ook van de twee andere instituten waarmee FHSS gebouw TF deelt, werkt Abaidi alleen. Voor de een verandert er dus niet zo veel door de verhuizing, voor de ander gaat een soort nieuwe wereld open. “Ik was heel bang dat ik met allemaal haantjes terecht zou komen, die stug hun ruimtes claimen en niet flexibel zijn of open staan voor anderen,” vertel Abaidi. Niets is minder waar. De tien andere roosteraars zijn flexibel, vriendelijk en meedenkend. In het maken van de proefroosters wordt al duidelijk dat iedereen elkaar helpt om de roosters (zo ver als nu lukt) passend te maken.
Een flinke uitdaging, om de curricula van de vijf verschillende instituten in de beschikbare ruimtes gepland te krijgen. Hoe doe je dat eigenlijk? Door de roosters van vorig studiejaar te pakken en als het ware over elkaar te schuiven. Wat voor ruimtes waren toen nodig en wat is er nu in de aanbieding? Door zo goed als mogelijk alle onderwijsactiviteiten in te plannen, wordt ook duidelijk waar de problemen zich zullen voordoen. Want dat er te weinig ruimte is in de nieuwbouw is inmiddels wel duidelijk. Maar met de toezegging van extra ruimtes in gebouwen R3/4 en R10 is de stress, voor zo ver de roosteraars die hadden, verdwenen. “Met de extra vierkante meters die we straks in de bestaande gebouwen krijgen hebben wij als team wel het gevoel dat het goed gaat komen,” aldus Stokmans. “Het team voelt goed en de samenwerking zoals we die nu al ervaren maakt dat het gevoel leeft dat we er samen wel uit moeten komen. We kijken verder dan alleen het inplannen van ons eigen instituut maar proberen echt al instituut overstijgend te kijken.”
Of het dan ook helpt dat het team recent uitgebreid is voorgelicht over de plattegronden en functies van de ruimtes in de nieuwbouw? “Absoluut! Nu we weten hoe de ruimtes er echt uit komen te zien en weten waar ze voor gebruikt kunnen worden, hebben we er veel meer feeling bij,” legt Abaidi uit. Stokmans vult haar aan: “Juist door de kennis en kunde van alle roosteraars zagen we direct in hoe ruimtes ingepland kunnen worden. Het is heel fijn om een beeld te hebben in plaats van alleen te moeten werken met de ruimtenummers.”
Het recentste proefrooster is half april opgeleverd. De nodige analyses zijn gedaan en conclusies worden getrokken. De precieze uitkomsten ervan weten de dames niet. Maar zorgen maken ze zich absoluut niet: “We komen er als team wel uit!” zijn beiden met elkaar eens.