Omgaan met slaapproblemen
Wat zijn slaapproblemen?
Een goede nachtrust is één van onze basisbehoeften als mens. De een heeft genoeg aan 6 uur slaap per nacht, terwijl de ander zeker 8 uur per nacht nodig heeft. Dit verschilt per persoon.
Soms lukt slapen niet. Je ligt te piekeren, voelt je onrustig of bent nog te energiek. De volgende dag merk je dat je je moeilijk kunt concentreren, sneller geïrriteerd bent of traag reageert.
Eén slechte nacht is niet erg, maar meerdere nachten slecht slapen kunnen je dagelijks leven echt beïnvloeden.
Wat kun je doen?
Er zijn een paar dingen die je kunt proberen om beter te slapen. Dit noemen we slaaphygiëne:
- Houd een vast slaapritme. Ga elke dag rond dezelfde tijd naar bed en sta op dezelfde tijd op.
- Ontspan voor het slapen. Lees iets rustigs of luister naar muziek. Vermijd drukke activiteiten of intensief nadenken.
- Let op wat je eet en drinkt. Geen zware maaltijd, alcohol of cafeïne vlak voor het slapen.
- Vermijd schermen. Leg je telefoon op tijd weg.
- Zorg voor een fijne slaapomgeving. Frisse lucht, een schoon bed, oordopjes of een slaapmasker kunnen helpen.
- Schrijf je gedachten op. Lig je te piekeren? Schrijf het op, zodat je het los kunt laten en er later rustig naar kunt kijken.
- Beperk dutjes overdag. Een dutje overdag lijkt soms fijn, maar kan je nachtrust verstoren. Als je echt moet slapen, doe dan een kort dutje van maximaal een uur, en niet later dan 15.00 uur.
Blijven je slaapproblemen aanhouden en merk je dat je je steeds slechter kunt concentreren? Neem dan contact op met je huisarts of studentenpsycholoog (zie Contact).
