Sprint naar content

Omgaan met angst en paniek

Ervaar je wel eens paniek of angst? Paniek is een sterke en plotselinge vorm van angst. Je kunt het gevoel hebben dat je de controle verliest over jezelf of de situatie. Paniek ontstaat door een wisselwerking van twee systemen, namelijk iets van buitenaf dat je bang maakt (externe stimuli) en hoe jij met angst omgaat (je gedachten, gevoelens en wat je doet).

Wat is het?

Angst is een gevoel dat je hebt als je denkt dat er iets gevaarlijks kan gebeuren. Je lichaam maakt zich klaar om te vechten of te vluchten. Je kunt bijvoorbeeld sneller gaan ademen, zweten of je gespannen voelen.

Paniek is de hoogste vorm van angst en kan beschreven worden als snel en plots opduikende, intense angst. Je voelt je dan vaak alsof je geen controle meer hebt. Het komt meestal heel snel op en voelt heel heftig.

Ervaringen vanuit het verleden spelen een grote rol in welke (paniek)gedachten ik heb. Het zijn vaak onbewuste gedachten die ervoor zorgen dat angst omvormt tot paniek.

Uitingsvormen

  • Lichamelijk: Mogelijke lichamelijke sensaties zijn duizeligheid, hyperventilatie, hartkloppingen, zweten, braken, onwerkelijkheidsgevoel, etc. 
  • Gedrag: Vermijden van angstige stimuli
  • Psychisch: Piekeren

Wat kun je zelf doen?

Soms lijkt het een goed idee om je angst weg te stoppen of situaties te vermijden. Maar dat helpt meestal niet. De angst komt dan later vaak sterker terug.

Als je iets blijft vermijden, blijf je er bang voor. Het is beter om erover te praten. Vertel wat je voelt aan iemand die je vertrouwt.

Je kunt ook hulp zoeken. Paniekaanvallen zijn goed te behandelen. Een bekende behandeling is EMDR.

Ga naar je huisarts voor een doorverwijzing voor hulp. Vind je dat spannend? Dan kun je ook een afspraak maken met een studentenpsycholoog. Zij kunnen je vaak ook goed helpen.