Opinieartikel

Bart Wernaart, docent/onderzoeker ethiek en recht bij Fontys Hogeschool Economie en Communicatie schreef onderstaand opinieartikel over de de vraag welke waarden we van belang vinden bij het vinden van een uitweg uit de corona risis. Het artikel werd op woensdag 27 mei ook gepubliceerd in het Eindhovens Dagblad. 

Eindhoven,
27
mei
2020
|
13:16
Europe/Amsterdam

Opinie: In pandemie zoeken we ook naar exit-filosofie

Bart Wernaart

Dagelijks worden we overladen met onmogelijke ethische dilemma's als gevolg van de coronacrisis. Ze zijn vaak verpakt in twee uitersten. Wat is belangrijker bij de introductie van een corona-app: privacy of volksgezondheid? Of: wat is belangrijker in de verzorgingstehuizen: levensduur of kwaliteit van leven? Er is een heuse nieuwe wetenschap ontstaan tijdens de digitale vrijmibo en de pauze van de online pubquiz: de pandemie-filosofie. Nog nooit was mijn vakgebied zo populair. We buitelen over elkaar met waardeoordelen in een publiek debat dat steeds verwarrender lijkt te worden. Zeker in Brabant, waar het virus genadeloos heeft toegeslagen, lopen de gemoederen soms hoog op wanneer we pandemie-filosofie bedrijven. We hebben niet alleen een exit-strategie nodig, maar ook een exit-filosofie: welke waarden vinden we het belangrijkste om na te streven in onze strijd tegen dit virus? Om dat goed te kunnen duiden, is het handig om vóórdat we die waarden van de daken schreeuwen eerst goed voor ogen te hebben wat we er precies mee bedoelen. Laten we ons eens richten op die corona-app. Een waarde als 'privacy' heeft niet één afgebakende betekenis. Wanneer je bent grootgebracht à la Harry Potter (je-weet-wel, in die bezemkast) dan heb je een wat ander gevoel bij het begrip 'privacy' dan iemand die zijn/haar jeugd in de jaren zestig doorbracht als hippie.

Eerst kletsen
Ons moreel besef is afhankelijk van onze levenservaring. Zo kan men onmogelijk stellen dat een bepaald percentage van de bevolking privacy meer of minder belangrijk vindt dan de volksgezondheid, zolang niet helder is over welke beleving van privacy het gaat. Het is dus erg belangrijk eerst eens met elkaar te kletsen over wat privacy eigenlijk is. Bovendien is de kans groot dat iemands beleving van privacy door de jaren heen verandert. Ik denk dat als we een paar pandemieën verder zijn, de betekenis van privacy en volksgezondheid heel anders wordt. Vervolgens is het belangrijk dat we ons de vraag stellen of de geschetste 'waardentegenstelling' wel zo zwart-wit is als deze soms wordt voorgeschoteld. Meestal spelen veel meer factoren een rol dan uitsluitend twee tegenovergestelde waarden. Wanneer we het woord 'privacy' gebruiken, zien sommigen een rode waas en komen zij met de meest waanzinnige complottheorieën over onze overheid. Zo las ik dat het virus bewust gebruikt zou worden om het volk eronder te houden en zodoende een blijvende inbreuk te maken op ons privébestaan. Hoe absurd ook, het betoog raakt wel een dieper liggend vraagstuk: wat is onze relatie met de overheid in de context van zo'n corona-app?Het is niet alleen een kwestie van privacy versus volksgezondheid, maar ook een kwestie van staatsinrichting: hoe ziet mijn sociale contract eruit met het kabinet Rutte III in crisistijd? Deze relatie is niet stabiel maar aan verandering onderhevig. Waar we de afgelopen decennia vooral een terugtrekkende overheid zagen die verantwoordelijkheid van levensgeluk zo veel mogelijk bij het individu legde, zien we nu een actief ingrijpende overheid die een crisis probeert te managen. En dat is maar goed ook. Wanneer onze regering zich nu hetzelfde zou opstellen als in ons pre-coronatijdperk zouden we al drie volksopstanden verder zijn. Kortom: we moeten niet alleen een debat hebben over conflicterende waarden, maar ook over de achtergrond van dat debat.

Ethisch debat
Tenslotte zit er ook een technologie-aspect aan deze discussie. Wanneer we een app gaan gebruiken om gezondheid te monitoren ter bestrijding van het virus moeten we deze app slim maken. Maar hoe slim? Waarschijnlijk zo slim dat de app zelf kan bepalen wanneer privacygegevens wel of niet gedeeld moeten worden. Het privacy-vraagstuk levert niet alleen een ethisch debat op, maar wordt ook een programmeervraagstuk. Menselijke ethiek is een gevoel. Techno-ethiek een programmering. Dat is wezenlijk anders. Het is dus belangrijk dat we goed nadenken over de vraag of ons gevoel bij privacy om te zetten is naar een morele programmering. En daar wringt wel een beetje de schoen: ethiek is flexibel en afhankelijk van individuele factoren, morele programmering is gericht op eindresultaat en doelmatigheid. Laten we dus niet doen alsof het een het ander kan vervangen. Kortom: wanneer we begrippen als 'privacy' of 'volksgezondheid' gebruiken is het belangrijk om helder te hebben wie het met welke lading gebruikt. We hebben een heldere exit-filosofie nodig waarin we dezelfde taal spreken. Meer dan ooit heeft een burger de verantwoordelijkheid zich goed te informeren en niet te shoppen in artikelen die alleen zijn of haar vooroordeel herbevestigen. Meer dan ooit hebben journalisten de verantwoordelijkheid om ons goed te informeren en niet een eenzijdig maar smeuïg verhaal te vertellen voor de clickbait. Datzelfde geldt trouwens voor (tech)-bedrijven. En meer dan ooit heeft de overheid de verantwoordelijkheid om op een nette manier met haar burgers om te gaan. Voor een zinnige toepassing van pandemie-filosofie zullen we dus meer dan ooit vertrouwen moeten hebben in elkaar.