Eindhoven,
22
september
2016
|
13:22
Europe/Amsterdam

‘Geen extra geld voor onderzoek is teleurstellend’

jet-bussemaker-2015-1.jpg

In de vandaag gepresenteerde Miljoenennota zijn voor het hoger onderwijs geen extraatjes voorzien. “Er wordt op heel veel plaatsen iets gedaan, maar daardoor is het heel versnipperd”, reageert Nienke Meijer, voorzitter van het college van bestuur van Fontys. “Grote stappen worden niet gezet. De vraag is dan ook of dit doekjes voor het bloeden zijn of dat we bezig zijn de patiënt ook echt beter te maken.”

Niet het hoger onderwijs maar het mbo en het primair onderwijs zijn de belangrijkste speerpunten van het kabinet voor het onderwijsbeleid voor 2017, zo blijkt uit de begroting met beleidstoelichting van het ministerie van OC&W. Om te zorgen dat zoveel mogelijk mensen gelijke kansen hebben, wordt extra geld uitgetrokken voor kinderen van asielzoekers en voor mbo-leerlingen van minder draagkrachtige ouders.

Voor onderzoek en innovatie in het hoger onderwijs is geen extra financiële ruimte gevonden. De Vereniging van Universiteiten zegt dit zeer te betreuren: "Juist nu het goed gaat met de economie, en het kabinet overal extraatjes uitdeelt, verdienen onderwijs en onderzoek meer aandacht. Om een antwoord te bieden op de maatschappelijke en wetenschappelijke uitdagingen van vandaag en morgen, zijn nieuwe financiële middelen noodzakelijk."

Nienke Meijer kan zich helemaal vinden in die reactie. “Het stuk over onderzoeksgelden is ronduit teleurstellend. Ik kan alleen maar hopen dat er uiteindelijk door de politiek ook geïnvesteerd zal worden in de langetermijn-kennisontwikkeling. In de kenniscoalitie zijn we daarin eensgezind en doen we ook een fors appel op de politiek: als je voorop wilt lopen in onderzoek en kennis zul je daarin ook moeten investeren.”

Studenten

Ook de studenten hebben afkeurend gereageerd op de uitkomsten van deze Prinsjesdag. De Landelijke Studentenvakbond LSVb verwijt minister Bussemaker dat zij niets heeft gedaan om de 'kwalijke gevolgen' van het leenstelsel tegen te gaan. "De toegankelijkheid van het onderwijs staat zwaar onder druk. Jonge mensen vallen massaal buiten de boot, of worden opgezadeld met gigantische studieschulden. Minister Bussemaker weigert te erkennen dat dit door haar leenstelsel komt en kondigt wederom geen verbetering aan.”

En het Interstedelijk Studenten Overleg ISO laat weten: „De student gaat er hard op achteruit aankomend jaar. Toch kondigde de Troonrede geen enkele stap aan om studenten tegemoet te komen. Boodschappen, huur en collegegeld: alles wordt duurder, terwijl inkomsten achterblijven. Elke inkomensgroep wordt gecompenseerd, behalve studenten.”

Geld

Gek genoeg lijken er getuige de begroting van OC&W feitelijk ook niet zo heel veel partijen baat te hebben van de 200 miljoen extra die het kabinet in onderwijs steekt. Van dat geld gaat € 133 miljoen naar het ‘lumpsum- en subsidietaakstelling’, wat vooral een begrotingstechnische bestemming is. En er wordt 25 miljoen euro uitgetrokken voor een Studiegroep Duurzame Groei waarmee het kabinet “zich wil inzetten om kansengelijkheid te bevorderen en scheidslijnen te voorkomen”. Over hoe die 25 miljoen dan precies besteed gaan worden, legt de minister binnenkort uit in een Kamerbrief.

De enige doelgroepen waar concreet geld naartoe gaat zijn kinderen van asielzoekers (15 miljoen) en minderjarige studenten in het mbo uit gezinnen met lage inkomens (10 miljoen). Vooropgesteld dat de focus in het onderwijs niet alleen op vluchtelingen en armlastige mbo’ers mag liggen, vindt Nienke Meijer het wel een goede zaak dat er aandacht is voor die twee specifieke groepen. “Als het om vluchtelingen gaat zijn we zelf ook in actie gekomen met onze éénjarige pre-bachelor waarin zij Nederlands-Engels en een studiekeuzetraject volgen zodat zij hier ook een hbo kunnen afmaken.”

“En de toekomst van het mbo gaat me aan het hart. Dat onderwerp krijgt te weinig aandacht terwijl juist beroepen op mbo-niveau door digitalisering zwaar onder druk staan. De maatregelen die op dit moment in het onderwijs worden genomen, versterken die neerwaartse druk. De doorstroom van mbo naar hbo neemt af door factoren als hogere selectie eisen, druk van het sociaal leenstelsel en focus op studietijdversnelling.”

Mogelijkheden

Meer geld voor bepaalde mbo’ers vanuit het oogpunt van kansengelijkheid, is goed. Maar daar houdt het volgens de Fontys-voorzitter niet mee op. Er moet ook meer aandacht komen voor de doorstroming van mbo’ers. “Zij moeten via verschillende routes in het hoger onderwijs kunnen belanden. Denk aan een variatie aan schakelklassen, Associate degree opleidingen, flexibele en modulaire deeltijdopleidingen en mogelijkheden om te verbreden of juist te verdiepen. Geef daarnaast al in de brugklasfase jongeren langer de tijd om zich te ontwikkelen en een juiste schoolkeuze te maken. Vooral om kinderen van laagopgeleide ouders de kans te geven hun maximale talenten te ontplooien, omdat zij vaak van huis uit op dit vlak minder gefaciliteerd kunnen worden.”

Opmerkelijk is wel dat minister Bussemaker de regio Eindhoven er specifiek uitlicht in haar begroting. "De internationaal opererende en snel groeiende maakindustrie in Brainport Eindhoven (o.a. ASML, Philips, NXP, VDL) is van bijzondere waarde voor het verdienvermogen van Nederland. De aanwezigheid van (internationale) kenniswerkers is een cruciale factor. Om daarvoor aantrekkelijk te blijven is een impuls in het voorzieningenniveau nodig."

Voor de langere termijn moet nog bekeken worden hoe groot die financiële impuls moet worden, voor de korte termijn wil het kabinet alvast een lening van 7 miljoen euro aan de Internationale School Eindhoven kwijtschelden. Daarnaast kan de Dutch Design Week op een bedrag van 1,6 miljoen euro rekenen voor de periode 2017-2020 en komt er bijna een miljoen vrij om het regionale vestigingsklimaat te versterken. Voor die laatste twee geldt wel de voorwaarde dat de provincie Noord-Brabant met eenzelfde bedrag over de brug komt.

Met onderwijs heeft dit niet direct te maken, wel met voorzieningen. Voor studenten en personeel van onderwijsinstellingen betekent het wel dat er dus extra geld wordt gestoken in het aantrekkelijker maken van het woon- en werkklimaat in deze regio.

 

 

 

Auteur: Jan Ligthart