20
april
2022
|
12:54
Europe/Amsterdam

‘Wil je, kun je, durf je, in plaats van moet je’

WhatsApp Image 2022-04-20 at 10.24.44 AM

Hoe kun je als opleiding docenten en studenten meer autonomie geven in studie en werk? Om die vraag draaide Academy Studiesucces op 8 april 2022, georganiseerd in samenwerking met leernetwerk autonomie ondersteuning, leernetwerk Bildung, Fontys Innoversity en Fontys Pulsed. Aan de hand van een inspiratiesessie van Fontys onderzoeker en beleidsadviseur Evelyne Meens en diverse workshops werden de vele tientallen deelnemers gestimuleerd hierover na te denken.

Dat de belangstelling voor het onderwerp groot is, bleek uit de volle aula. In gebouw R5 op de Fontyscampus in Eindhoven sprak Meens over wat autonomie inhoudt, hoe je haar kunt stimuleren en hoe je ermee kunt omgaan in een onderwijsomgeving.  Het woord moeten is ‘eigenlijk’ taboe, zo werd al gauw duidelijk. Tegelijkertijd bleek hoe moeilijk het is om dat woord te vermijden. Moest trouwens ook Meens, gepromoveerd op studiekeuzes, motivatie en studiesucces, zelf erkennen. Ze moet veel van zichzelf, bekende de onderzoeker, tot hilariteit van haar toehoorders. “Wil je, kun je, durf je, in plaats van moet je”, voegde ze eraan toe, alsof ze zichzelf er weer even aan wilde herinneren.

Perceptie
Goed, wat is dat dan precies, autonomie? Het is een kwestie van perceptie, bleek wel toen Meens de deelnemers vroeg of zij via Mentimeter, een online polling- en presentatietool, wilden aangeven wat zijzelf daaronder verstaan. Op het scherm in de zaal verschenen uiteenlopende antwoorden, zoals ‘zelf keuzes kunnen maken’, 'eigenaarschap', 'verantwoordelijkheid kunnen nemen' en ‘vrijheid’.  Een sluitende definitie van autonomie lijkt dus moeilijk te geven. Toch wist Meens dat er over het algemeen een grote behoefte bestaat aan meer autonomie in de samenleving. "En ook in het hbo en ander onderwijs", zei ze. Ze tekende daarbij aan dat autonomie ontwikkelen een vaardigheid is die verschilt per persoon. "Het mag een ambitie van het onderwijs zijn om de groei van de autonomie van een student te ondersteunen. Op welk niveau dat dan eindigt is aan de student zelf. Iedere student zal daarin een eigen weg afleggen, doordat elke student op een ander niveau het hbo binnenkomt en verlaat.”

Workshops
Na haar sessie volgden op verschillende locaties een aantal workshops. Daarin gingen de toehoorders in kleinere groepen aan de slag met het begrip autonomie. Zo kwam de meerwaarde van een groep voor het vergroten van autonomie aan bod.  "Ik moet in groepen werken, maar wat nu als mijn autonomie zegt: ik wil graag alleen werken?", zei er een. Een ander: "Groepswerk heeft meerwaarde. Want als het gesprek net met elkaar aangegaan wordt, wordt het lastig." Weer een ander: "Ik ben belangrijk, maar ik ben ook onderdeel van een groep. Daar ligt ook een verantwoordelijkheid." Hoe diffuus het onderwerp soms ook lijkt, volgens Meens is het zaak er al op jonge leeftijd  aandacht voor te hebben. "In kleuterklassen kun je al bezig gaan met zaken als: welke keuze ga je het kind voorleggen, hoe maakt het dan die keuze? Want als je dit in het onderwijs wil doorvoeren, moet je er echt jong mee beginnen. En niet alleen bij leerlingen en later studenten, ook bij ouders en docenten. Dat zij stilstaan bij de vraag: hoe autonoom ben ik zélf eigenlijk? Daarom vroeg ik ook aan de zaal: wat versta je zelf onder autonomie en hoe ervaar je dat zelf? Dat is de basis van waaruit je de autonomie van studenten kunt ondersteunen."

Inzichten vergaren voor een autonomer Fontys
Het Fontysnetwerk Autonomie-ondersteuning bestaat sinds vorig jaar. Op dit moment werken vijftien docenten in acht verschillende projecten binnen de eigen opleiding aan autonomie binnen Fontys. Dat doen zij op docentniveau, studentniveau en cultuurniveau in ‘verschillende settings'.  De ene werkgroep kijkt bijvoorbeeld naar hoe de autonomie van eerstejaars studenten ondersteund kan worden, bij studenten die net bij Fontys geland zijn. De andere groep gaat aan de gang met de professionalisering van coaches. "We gaan experimenteren en onderzoeken wat wel en niet werkt", legt Evelyne Meens uit. "We zitten nog in het beginstadium en proberen de invloed van het netwerk als een olievlek binnen Fontys uit te breiden." 

Meens ziet als expert op het gebied van duurzame studieloopbanen veel potentie voor het netwerk. "Ik denk dat uiteindelijk alle instituten er iets mee zullen gaan doen. Door de flexibilisering van het onderwijs gaat dat vanzelf komen, verwacht ik. Als hogeschool moet je er ook wel iets mee, al is dat niet het goede woord bij autonomie-ondersteuning. Het is in ieder geval fijn als zowel de student als de professional bewust is van 'wie ben ik en wat past er bij mij en welke keuzes sluiten daarbij aan?" Tot en met de zomer houdt het netwerk zich bezig met literatuuronderzoek. Dit om vanuit verschillende perspectieven een kader te kunnen schetsen. "Daarna volgen experimenten tot aan het einde van het kalenderjaar. Het zal slechts een opstap zijn voor wat daarna volgt. Dit eerste jaar willen we vooral inzichten vergaren."

‘Ik strijd altijd tegen het systeem, zo ben ik gewoon’
Voor Bram van Kuyck (28) uit Valkenswaard was de bijeenkomst over autonomie-ondersteuning op zijn lijf geschreven. De jonge Fontys-tutor en -docent bij Technische Bedrijfskunde in Eindhoven doet dingen graag op zijn eigen manier en naar eigen inzicht. “Autonomie is iets dat heel erg bij mij past. Ik strijd altijd tegen het systeem, zo ben ik gewoon”, zegt hij onomwonden. “Als je mij een opdracht geeft en zegt: dit zijn de grenzen, dan is het eerste wat ik doe er tegenaan schoppen om te kijken of het niet anders kan.”  Binnen de grenzen van zijn werkgever voelt hij zich vrij. “Ik heb mijn taak, daarvoor ben ik aangenomen. Maar als ik zeg: dit wil ik ook nog doen, ik wil ook dit opzetten, dan wordt er gezegd: ja, dat kan.” En dat bevalt hem zodanig goed dat hij tijdens de bijeenkomst en plein public zei dat hij ieder weekend denkt: ‘Ik heb zin in maandag, voor mij is het weekend lang genoeg geweest’. “Het werk bevalt me zo goed en het past echt perfect bij me."

quote artikel

Wat van Kuyck betreft, is het juist de autonomiteit die zijn werk zo leuk maakt. “We hoeven geen uren bij te houden, we moeten alles zelf regelen. Sommigen dagen is er weinig te doen en dan kun je eerder naar huis en op andere dagen is het heel druk en dan moet je wat langer werken. Het feit dat het niet strak wordt bijgehouden, vind ik geweldig. Ik heb een hekel aan controle.” Of dat typisch iets is dat geldt voor de werknemers op zijn hogeschool, kan hij niet met zekerheid zeggen. “Maar het zegt wel iets dat ik hier met drie collega’s ben. Ik weet niet of hier veel andere opleidingen zijn die met vieren vertegenwoordigd zijn. Ik zag langskomen dat het georganiseerd werd en ik dacht: dat is tof en toen heb ik me aangemeld. Heel toevallig hebben drie andere collega’s zich ook aangemeld.”

Auteur: Erwin Blatter