21
november
2019
|
16:19
Europe/Amsterdam

‘Wie schrijft, die leert’

Monique van Oers (002)

Door de digitalisering is de fijne motoriek van kinderen slechter geworden. Dat heeft gevolgen voor de schrijfvaardigheid. Monique van Oers, docent handschriftontwikkeling en schrifteducatie bij Fontys Hogeschool Kind en Educatie (FHKE) in Tilburg leert pabostudenten hoe ze deze ontwikkeling kunnen keren. Schrijven met de hand heeft namelijk veel voordelen. ‘Het bevordert de herkenning van de letters bij het leren lezen en door schrijvend aantekeningen te maken, ben je direct aan het samenvatten en noteer je de kern.’

Kinderen spelen minder vaak buiten. Ook het spelen met constructiematerialen zoals lego of kapla legt het steeds vaker af tegen de tablet. Het gevolg is dat de fijne motoriek van kinderen slechter is dan voorheen. Handschriftspecialist Monique van Oers: ‘Kinderen van nu zijn minder handig en dat heeft gevolgen voor de schrijfvaardigheid. Een goede pengreep vraagt namelijk om controle over vingers en duim.’ Eén van de middelen om de fijne motoriek van kinderen te verbeteren is het inzetten van een motoriekkist. Van Oers stelde zelf zo’n kist samen: ‘In de kist zitten onder andere tollen, strijkkralen, scharen en klei, maar ook punniksets en haaknaalden want ook textiele werkvormen kun je prima inzetten om de vingermotoriek van kinderen te trainen.’

Didactiek
Spelen draagt zeker bij aan het ontwikkelen van de schrijfvaardigheid, maar het belangrijkste aspect bij het schrijfonderwijs is de didactiek, ofwel hoe leer je kinderen schrijven? Van Oers: ‘Schrijven leer je niet vanzelf, het is een complexe vaardigheid, daar hoort instructie bij. Schrijven moet stapsgewijs geleerd worden, anders krijgen kinderen pijn aan hun vingers. Daarom werkt het aanleren van een letter in stappen goed: eerst groot in de lucht schrijven, dan groot op ongelinieerd papier, daarna kleiner op papier en uiteindelijk tussen de lijntjes. Om het leuker te maken en aan te sluiten bij de belevingswereld van kinderen kun je een verhaal verzinnen bij de letter. Of grappige tekeningen verwerken in de letters. Motorische oefeningen, zoals vingertwister of andere kleine handspelletjes zouden een vast onderdeel van de lesdag moeten zijn. Op die manier verbetert de handigheid spelenderwijs en daar hebben kinderen profijt van bij het hanteren van het potlood.’ 

Goede voorbeeld geven
Studenten aan de pabo moeten straks het goede voorbeeld geven aan hun leerlingen. Van Oers: ‘Vaak komen pabostudenten bij ons binnen met een eigen handschrift. Zoals je bij veel volwassenen ziet is dat een mengelmoesje van verbonden letters en blokschrift. In tegenstelling tot wat je zou denken is blokschrift helemaal niet zo eenvoudig. Je moet spaties maken en je komt continu los van het papier. Dat is veel vermoeiender dan aan elkaar schrijven.’ In het eerste jaar krijgen pabostudenten van FHKE drie à vier blokuren schrifteducatie. ‘Dat is weinig. Daarom stimuleer ik studenten om vaker pen en papier te pakken om zo hun gedachten te ordenen en te noteren. Dan zijn ze in elk geval met schrijven bezig, want je kunt je handschrift pas goed ontwikkelen als je voldoende schrijfkilometers maakt.’ 
(Foto: Kinderen in groep 4 oefenen de hoofdletter S op grote vellen papier). 

Betere schoolresultaten
Het digibord en de tablet zijn al jaren bezig aan een opmars in het basisonderwijs. Volgens de schrijfdocent heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat jonge kinderen al schrijvend hun brein ontwikkelen en daardoor betere schoolresultaten halen. ‘Typen lijkt gemakkelijker dan schrijven, maar je onthoudt er minder door. Letterlijk meetypen veroorzaakt weinig activiteit in de hersenen. Door schrijvend aantekeningen te maken, ben je direct aan het samenvatten en noteer je de kern. Wie schrijft, die leert. Denk aan het leren van woordjes voor een vreemde taal: je hebt daar computerprogramma’s voor, maar het leren van de correcte spelling lukt beter als je de woorden opschrijft totdat je ze kent.’

Typen vanaf groep 7
De digitalisering is niet te stoppen. Van Oers ziet zeker ook de voordelen, zoals de archieffunctie, maar pleit ervoor voor om pas met een typecursus te beginnen vanaf groep 7 van de basisschool. ‘Als kinderen goed schrijfonderwijs hebben gehad, is het handschrift op dat moment geautomatiseerd. Op het einde van de basisschool hebben ze dan een leesbaar en vlot handschrift én kunnen ze hun werkstukken vlot digitaal produceren.’Van Oers hoopt dat er snel goedkopere devices op de markt komen waarop je én goed kunt schrijven én kunt archiveren. ‘Dan heb je het beste van twee werelden.’

Monique van Oers is docent bij Fontys Hogeschool Kind en Educatie en lid van het platform SchrijvenNL. Zij is medeauteur van het recent verschenen boek ‘Aan de slag met handschriftonderwijs, over het belang van leren schrijven met de hand’ van uitgeverij Boom.

Auteur: Ingrid Oonincx