12
april
2018
|
12:53
Europe/Amsterdam

Over het nut van (simpele) robots

Brabant Robot Challenge masterclass bij Fontys

180412 robots Henk Kiela en Janienke Sturm

Robots kunnen steeds meer, maar dat is niet altijd nodig. Er is ook behoefte aan ‘simpele’ robots. Wel moet de bediening van alle robots een stuk eenvoudiger: iedereen met een smartphone moet ermee overweg kunnen.

Dit zijn enkele van de stellingen die Fontys-lectoren Henk Kiela en Janienke Sturm poneerden in hun lezingen op 9 april in het kader van de Brabant Robot Challenge 2018. Voor een zaal van studenten van Fontys, TU/e, Tilburg University en Avans die werken aan opdrachten in het kader van dit project, opdrachtgevers uit het bedrijfsleven en andere belangstellenden gaven zij een overall stand van zaken in de robotica.

Cobots
Henk Kiela beschreef hoe de robot in de industrie steeds meer een cobot wordt: een robot die met en tussen mensen werkt, eenvoudig verplaatsbaar is en gemakkelijk nieuwe taken aanleert. Heel anders dan het klassieke beeld van een volledig autonome robot die in een kooi zijn werk doet in bijvoorbeeld een autofabriek. “De cobot van nu hoef je maar even een duwtje te geven en hij stopt met werken, rolt een metertje terug of vraagt wat de bedoeling is.

Kortom: “De robot nu is ‘zachter’: flexibeler, veiliger, gemakkelijker in gebruik, adaptief en uitgerust met zintuigen. En, heel belangrijk: hij is goedkoper. Waar vroeger een bedrijf tonnen moest investeren, komt het nu met 20.000 tot 30.000 euro voor een ondersteunende robot al een heel eind”, aldus Kiela.

Sociale robots
Sturm liet haar licht schijnen over sociale robots, bijvoorbeeld gebruikt in de zorg. “Die kunnen hulpverleners zeker ondersteunen.” Belangrijk daarbij is de vraag of mensen – patiënten en hulpverleners – bereid zijn om robots te accepteren. Dat percentage ligt op 54 procent, liet Sturm zien. Vergeleken met andere landen is dat een laag percentage, maar dat heeft te maken met het niveau van de zorg: in landen waar dat niveau heel laag is, snakt men naar robots: als er maar zorg verleend wordt.

Haar ervaring is wel dat juist de robots die ‘maar’ één ding kunnen het beste functioneren. Zo helpt Kasper kinderen met autisme om sociale interactie aan te leren. De robot bootst menselijke reacties na. Tessa activeert ouderen door, op basis van een ingevoerd dagprogramma, regelmatig een vraag te stellen: ligt de krant al in de bus? Heb je je pillen al ingenomen? En Paro is een knuffelrobot die stressverminderend werkt bij mensen met dementie.

 

Er bestaan geavanceerdere robots in de zorg dan Tessa of Paro. Zora bijvoorbeeld, en Pepper. Sturm: ”Ze kunnen veel en ze zijn mediageniek. Maar ze zijn vaak te ingewikkeld. Ik heb er zelf één aangeschaft en kreeg hem maar moeilijk uit de doos en aan de praat. Dan is het niet zo gek dat mensen in de zorg, die het toch al heel druk hebben, er niet aan toekomen om alle functies te doorgronden en de robot optimaal te laten functioneren.”

Smartphone
Verwachtingmanagement en gebruiksgemak zijn daarom essentieel. Dat geldt ook voor de industriële robots waarover Kiela sprak: “Iedereen moet ze kunnen bedienen. Gelukkig lukt dit steeds beter. Het moet niet ingewikkelder zijn dan het bedienen van je smartphone.”

Mevrouw Van Veldhoven
Centrale24 is één van de opdrachtgevers in Brabant Robot Challenge 2018. Deze organisatie, dat 6.000 mensen thuis of in een instelling monitort, is gericht op mensen die zorg nodig hebben. Voor de opdracht staat mevrouw Van Veldhoven centraal, vertelt Wally van Laarhoven van de organisatie: een dame die zelfstandig woont en dat graag zo wil houden. Zij wil actief blijven en zich veilig voelen. Hoe kan robotisering daarbij helpen? "Heel belangrijk is dat dit op een manier gebeurt die recht doet aan de waardigheid van de mensen. Dus vooral niet door 24 uur een camera te laten meelopen”, omschrijft Van Laarhoven de opdracht nader. "Ik ben benieuwd naar de ideeën van de studenten.’’

Op 6 juni pitcht het studententeam het resultaat voor Centrale24, net als de andere vijf teams, tijdens de vakbeurs Vision, Robotics & Motion in de Koningshof in Veldhoven.

 
 
 
 
Auteur: Debbie Langelaan