01
april
2020
|
10:58
Europe/Amsterdam

Opinie: Oppassen dat de digitale kloof niet groter wordt

robot als huisgenoot 16 januari-5208

In de coronacrisis bewijzen digitale hulpmiddelen meer dan ooit hun nut, maar niet iedereen profiteert daarvan. Fontyslectoren Eveline Wouters (Health Innovations and Technology) en Janienke Sturm (Mens en technologie) schreven onderstaand opinie-artikel over dit onderwerp. Hun artikel werd vandaag gepubliceerd in het Eindhovens Dagblad.

In deze tijd waarin we elkaar niet mogen ontmoeten en aanraken, is het dankzij digitale middelen mogelijk om op afstand onderwijs en zorg te leveren. Veel mensen jongleren met hun werk en het begeleiden van hun kinderen met het digitaal onderwijs.

Terwijl in de zorg het werken op afstand tot nu toe nog niet wijd verbreid was, worden nu uit nood de regels versoepeld en zien professionals meer dan ooit de meerwaarde van consulten op afstand. Daardoor kunnen veel consulten toch doorgaan. Dat is goed nieuws.

De andere kant van de medaille is dat niet iedereen dezelfde mate van toegang tot digitale middelen heeft. Uit onderzoek weten we dat mensen met een chronische aandoening, zoals diabetes of hartfalen, voordeel kunnen hebben van eHealth. Daarmee kunnen ze continu en beter worden gemonitord (ook als er geen sprake is van verplicht thuis zitten). We weten echter ook dat de genoemde chronische aandoeningen vaak voorkomen bij ouderen en bij mensen met een lager opleidingsniveau. En dat zijn juist de mensen die het minst gebruik maken van eHealth. Soms is dat omdat ze niet over een computer of internetverbinding beschikken, soms omdat ze de vaardigheden niet hebben. Op deze manier zorgt digitale ongelijkheid voor gezondheidsongelijkheid.

Downsyndroom
Vanwege de corona-uitbraak zijn er veel zorginstellingen gesloten voor bezoek. Mensen met dementie of een verstandelijke beperking kunnen niet meer worden bezocht door hun familie. Dat is schrijnend. Maar ook daar zijn verschillen: aan de ene kant zien we een oudere moeder die geen contact meer heeft met haar zoon met het Downsyndroom, terwijl hij morgen jarig is. Aan de andere kant een jongere vader met een volwassen dochter met het Downsyndroom die al voor de corona-uitbraak dagelijks contact hadden via Skype en Whatsapp en dat gewoon doorzetten.

Wat het onderwijs betreft, ligt er ook een uitdaging: niet alle ouders zijn in staat om hun kinderen te helpen bij het huiswerk. De thuisomgeving voldoet niet altijd als rustige leeromgeving, maar ook niet alle kinderen beschikken thuis over een pc en wifi. In het normale, niet geïsoleerde leven, konden zij gebruik maken van computers in de bibliotheek, maar ook die is nu gesloten. Als de scholen lang dicht blijven, zullen deze kinderen een achterstand oplopen.

Of het nu gaat over scholingsmogelijkheden, toegang tot de gezondheidszorg of iets anders, ongelijkheid is slecht voor de gehele samenleving. In landen waar de ongelijkheid het grootst is, zien we de laagste cijfers als het gaat om welbevinden en dat geldt ook voor de meer gefortuneerde burger. Namelijk, daar waar een groot verschil is tussen de kansen van mensen, heerst er meer strijd en is er minder sprake van veiligheid. We hebben er allemaal baat bij als we gelijke kansen hebben.

Dat betekent dus ook: gelijke toegang tot digitale middelen. Samen hebben we de taak om ervoor te zorgen dat ook mensen zonder computer of met minder digitale vaardigheden toegang krijgen tot digitale zorg en onderwijs.

IPad-zuster
Maar hoe kunnen we mensen helpen die tot nu toe nooit gebruik maakten van beeldverbindingen? Initiatieven komen in deze periode snel van de grond. De iPad-zuster doet zijn intrede om minder vaardige bewoners van zorginstellingen te helpen online contact met hun naasten te hebben. Robot Phi wordt ingezet bij zorgorganisatie Philadelphia om praktische ondersteuning, gezelligheid en aanspraak te bieden aan mensen met een verstandelijke beperking.Ook buiten de zorginstellingen, kunnen zorgrobots een oplossing bieden aan mensen die geïsoleerd leven.

Er zijn inmiddels diverse initiatieven waardoor kinderen gratis kunnen beschikken over een pc of tablet om schoolwerk te maken. Dat kan een deel van de ongelijkheid oplossen, maar met alleen de hardware komen we er niet. Het wifi-probleem en de onrustige leeromgeving hebben we daarmee niet weggenomen. Ook daar moeten we met elkaar oplossingen voor bedenken. Laten we die vervolgens (digitaal) snel met elkaar delen, want elke dag telt.

Van de versnelling in digitalisering door deze coronacrisis zullen veel mensen ook na deze periode de vruchten plukken. Maar het is essentieel dat we - juist in deze tijd - oog houden voor de mensen voor wie het té snel gaat en samen creatieve oplossingen proberen te vinden om ervoor te zorgen dat de digitale ongelijkheid niet nog groter wordt.

Eveline Wouters, Fontys lectoraat Health Innovations and Technology
Janienke Sturm, Fontys lectoraat Mens en Technologie