De toekomst van het onderwijs, deel 1 : kansengelijkheid

Hoe ziet het primair en voortgezet onderwijs van de toekomst eruit? Die vraag staat centraal in een reeks artikelen die journalist Hub Dohmen de afgelopen maanden voor Fontys schreef. Hub vroeg betrokkenen uit allerlei lagen van het onderwijs te reageren op dit thema. De meeste verhalen werden geschreven voordat de coronacrisis ook het onderwijs op z’n kop zette, maar ze zijn daarom niet minder actueel. Eén van de laatste verhalen van deze serie gaat juist ook over de mogelijke veranderingen in het onderwijs als gevolg van de coronacrisis. Aan het einde van de verhalenreeks vertelt ook Fontys zelf hoe de organisatie elke dag weer, samen met het werkveld, verder bouwt aan de toekomst. Deze keer: kansengelijkheid in het basisonderwijs.

EINDHOVEN,
22
april
2020
|
11:02
Europe/Amsterdam

Kansengelijkheid: ‘Op school is nog heel wat winst te halen’

Kansengelijkheid

Echt vrolijk wordt Linda van den Bergh, lector Waarderen van Diversiteit bij Fontys opleiding Speciale Onderwijszorg, er niet van. ,,Het is een illusie te denken dat iedereen een gelijke kans heeft”, zegt ze. ,,Het maakt écht uit waar je wieg heeft gestaan.”

De lector heeft echter ook hoop. ,,Onderwijs kan veel doen om achterstanden weg te werken”, zegt ze. Maar dan moet er wel een en ander veranderen. Zo is ze in haar nopjes met het recente voorstel van onderwijsorganisaties – als onderdeel van het zogeheten Onderwijspact - om het moment van schoolkeuze te verschuiven naar zogeheten tienerscholen. ,,Nederland is een van de weinige landen in Europa waar voor kinderen op hun twaalfde de keuze voor het niveau van het voortgezet onderwijs gemaakt wordt. Dat is gewoon te vroeg, vaak hebben kinderen dan nog niet laten zien wat ze kunnen.” Door de keuze op te schuiven krijgen leerlingen meer tijd om talenten te ontwikkelen en na te denken over de vraag welk niveau bij hen past.

Verwachtingspatroon
Een punt van aandacht zijn ook de verwachtingen van leraren, benadrukt ze. Uit onderzoek blijkt dat leerkrachten (gemiddeld) lagere verwachtingen hebben van kinderen met ouders die laaggeschoold zijn, een allochtone achtergrond hebben of in een woonwagenkamp wonen. ,,Er is zelfs een verschillend verwachtingspatroon van jongens en meisjes”, zegt Van den Bergh. ,,De docenten hebben de beste bedoelingen, maar ze bouwen – veelal onbewust - een soort glazen plafond in voor kinderen van wie de verwachtingen laag zijn. En dat kind komt daar dan niet meer doorheen.”

De lector heeft een voorbeeld. ,,Een Cito-score van 538 is goed voor het atheneum of gymnasium als schoolkeuze”, zegt ze. ,,Maar onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs wijst uit dat kinderen met laagopgeleide ouders bij zo’n score vijf keer vaker een havo-advies krijgen.” Mondige ouders weten een docent meestal wel te overtuigen het advies bij te stellen naar vwo. ,,Maar mensen met een lagere opleiding zijn doorgaans verbaal minder sterk of hebben meer vertrouwen in de school.” En dat werkt mede kansenongelijkheid voor hun kinderen in de hand.

Vooruitgang
Emeritus onderzoeker Geert Driessen van de Radboud Universiteit in Nijmegen signaleert dit ook. Tegelijk constateert hij wel dat er de afgelopen decennia enige vooruitgang is geboekt. Hij ziet bijvoorbeeld dat de sekse-ongelijkheid iets is afgenomen. ,,De meiden hebben een inhaalslag gemaakt, op een aantal terreinen zijn ze de jongens zelfs voorbijgestreefd.” Het gaat ook de goede kant op met allochtone kinderen, veelal nazaten van laaggeschoolde gastarbeiders die in het tweede deel van de vorige eeuw naar Nederland kwamen. ,,Maar het gaat wel nog tientallen jaren duren voordat de kansenongelijkheid voor deze leerlingen weg is, als dat al ooit het geval zal zijn.”

Het wordt lastig, constateert Driessen. Hij noemt de sociale media, de straatcultuur en de thuissituatie als complicerende factoren. ,,Het lerarentekort in het primair onderwijs helpt ook niet mee”, zegt hij. ,,Op zogeheten zwarte scholen, die het meest last hebben van het lerarentekort, zie ik naast te weinig docenten ook te weinig leerkrachten die veel ervaring met deze doelgroep hebben.”

Sinds de jaren zeventig is volgens Driessen zeker twintig miljard euro gestopt in wat respectievelijk het stimuleringsbeleid, het culturele minderhedenbeleid, het voorrangs- en nu het achterstandsbeleid is genoemd. ,,Maar wat heeft dat opgeleverd?”, vraagt Driessen zich af. ,,Geen idee, want dát is niet onderzocht. We hebben dus geen bewijs dat het wérkt.”

Passend onderwijs
Voormalig directeur Jan Bergmans van basisschool Wilakkers in Eindhoven verwijst naar de vele veranderingen waarmee het onderwijs te maken heeft gekregen. ,,Neem het passend onderwijs, waarbij kinderen met een zorgvraag naar het regulier onderwijs zijn gekomen”, zegt hij. ,,Daar komt niets van terecht. Het uitganspunt is mooi, kinderen in hun eigen wijk naar school laten gaan, maar het komt de kansengelijkheid niet ten goede.” Het is zijn stellige overtuiging dat deze kinderen het beste naar het speciaal onderwijs met zijn kleinere klassen kunnen gaan, in plaats van het reguliere onderwijs met groepen van zeker 25 of meer leerlingen.

Bergmans is gecharmeerd van het onderwijs in Canada. ,,Ik heb twee jaar geleden een studiereis naar dat land gemaakt”, vertelt hij. ,,Daar is helemaal geen speciaal onderwijs. En amper onderwijsinspectie. De schoolbesturen hebben zelf controleurs. En die kijken samen met de docenten en scholen hoe ze kinderen het beste kunnen helpen. Heeft een leerling bijvoorbeeld extra taalondersteuning nodig, dan wordt binnen de school en zelfs binnen de scholengroep gekeken naar een specialist die het kind kan helpen binnen zijn vertrouwde omgeving.” Bergmans vervolgt: ,,In Canada komen ook amper drukke kinderen met adhd in het onderwijs voor. Ze beginnen daar doorgaans de schooldag met een of twee uur sportles.”

Culturen
Kansengelijkheid heeft wat hem betreft ook te maken met acceptatie van culturen. ,,Op sommige (zwarte) scholen gebeurt het al. Maar waarom wordt niet wat meer rekening gehouden met gebruiken en feestdagen? Plan gewoon een studiedag voor het personeel op het moment dat het Suikerfeest wordt gehouden, dat scheelt gedoe van verlofaanvragen”, zegt Bergmans. ,,En het toont ook respect richting die ouders.”

Lector Van den Bergh ziet ook een kans in het lerarentekort. ,,Het biedt een grote kans voor de transitie van het domein Educatie”, zegt ze. ,,Het kan tot iets heel moois leiden. Door bijvoorbeeld een verdere specialisatie en bewuste inzet van kwaliteiten. Leraren met opleidingen zoals de Master Educational Needs zouden bijvoorbeeld coördinerende en coachende rollen in het team kunnen krijgen. Op school is echt nog heel wat winst te halen.”

Leestip: ‘Werk maken van gelijke kansen’ door Didactief. Hier te downloaden: www.werkmakenvangelijkekansen.nl

Auteur: Hub Dohmen