01
april
2021
|
18:26
Europe/Amsterdam

Wearables in de zorg: geen wondermiddel

Fontys-WearablesInDeZorg-vs02-01

In ons leven van alle dag zijn wearables niet meer weg te denken: ze meten bijvoorbeeld hoeveel stappen je hebt gezet of welke route je fietste. Ook in de zorg bieden wearables steeds meer mogelijkheden: van eenvoudige monitoring tot hulp in de operatiekamer. Maar wat zijn de mogelijkheden ervan bij mensen met een communicatieve beperking zoals dementie of meervoudig beperkt? En hoe weet je of je wel meet wat je wilt meten? Meer dan 140 professionals, docenten en studenten namen op 25 maart deel aan de refereeravond Wearables in de zorg, een zorg meer of minder? van Fontys Paramedische Hogeschool (FPH). Online, maar met verschillende interactiemogelijkheden via de chat en een padlet.

Wearables in de zorg: wat kun je ermee?
Docent-onderzoeker Manon Peeters houdt zich bijna dagelijks bezig met onderzoek naar het gebruik van wearables in de zorg en begeleidt ook studenten hierbij. Zij nam het initiatief voor deze refereeravond. ‘Wat mij boeit als neurowetenschapper is hoe je enerzijds meer zicht zou kunnen krijgen op onbegrepen gedrag en anderzijds zorgprofessionals kunt helpen om eerder het juiste te kunnen doen. Met een wearable en de bijbehorende app om de data uit te lezen, kan de begeleiding beter op de persoon worden afgestemd.’ Zo eenvoudig als het klinkt, is het natuurlijk niet. Peeters benadrukt dat er nog veel praktische problemen zijn. Denk hierbij aan: Wie durft wearables in de zorg te gebruiken? Wat is prettig voor een patiënt? Wat doe je met de data en hoe zit het met de privacy daarvan? Voor veel professionals en studenten in opleiding zijn kunstmatige intelligentie en technologie vaak een ver-van-hun-bed-show, aldus Peeters. Zij is ervan overtuigd dat deze thema’s hun blik kan vergroten. ‘Het is niet mijn doel om van zorgprofessionals ook datawetenschappers te maken, maar zij moeten er wel iets van weten.’

Geen geheugenbias
Wat zijn de ervaringen van andere onderzoekers? Marij Zuidersma doet als postdoc onderzoeker bij het Universitair Medisch Centrum Groningen onderzoek naar wearables in zowel de geestelijke gezondheidszorg als bij ouderen met dementie. Zij betoogde dat wearables als grootste voordeel hebben dat zij objectiever ervaringen kunnen meten, omdat er geen sprake is van geheugenbias. Bovendien kunnen de resultaten van de metingen beter aansluiten bij het personaliseren van de zorg. Ook al hebben cliënten dezelfde aandoening, toch verschillen zij individueel enorm in klachtenpatroon, gedrag of reactie op therapeutische interventies. Wat uit haar onderzoeken tot nu toe naar voren is gekomen, is dat wearables niet voor iedereen zijn weggelegd. Slechts de helft van de cliënten staat er voor open of kan ermee uit de voeten. Wat wel opvallend is, is dat van degenen die meededen aan haar onderzoek bijna 80% het einde van het onderzoek van twee maanden haalde.

De ‘slimme sok’ vanuit twee perspectieven
Als communiceren niet meer gaat vanwege hersenletsel of een andere reden, hoe weet je dan of iemand stress heeft of juist niet? Een ‘slimme sok’ zou hier uitkomst kunnen brengen. Inmiddels zijn daar twee verschillende partijen mee bezig, met een net iets andere focus. Mentech Innovation doet, in verschillende samenwerkingsverbanden, onderzoek naar sensorgebaseerde emotiedetectie, en stellen dit onderzoek in dienst van de HUME, een product en service dat beschikbaar is voor de markt. De Technische Universiteit Eindhoven en de Vrije Universiteit Amsterdam richten zich op het wetenschappelijk onderzoek naar waarheidsvinding rond het meten van emoties met een ‘slimme sok’.

Directeur Zorg Eric Riegen van Mentech Innovation ging in op het HUME-systeem dat in zijn bedrijf is ontwikkeld: sensorgebaseerde emotiedetectie. ‘Het idee om emoties te kunnen ‘meten’ hebben we eerst bij wilsbekwame mensen onderzocht. Die hebben we laten schrikken en laten lachen, terwijl ze sensoren droegen. Je kon zien wat dat schrikken en lachen effect had op hun hartslag en zweten. In een grote studie zijn nu 134 mensen gemeten, op basis waarvan een database en gedragsmodellen zijn ontwikkeld. Door gebruik van slimme algoritmes kan er ook gecorrigeerd worden voor artefacten zoals beweging'. Een van de vormen om de sensoren in te verwerken is een sok. Inmiddels is het systeem gevalideerd, en werken verschillende zorginstellingen ermee. Met een voorbeeld illustreerde hij hoe technologie de zorg warmer kan maken, en voor zowel patiënt als zorgprofessional beter is.

Flower app
Een innovatie die ook stress meet met behulp van een sok wordt onderzocht door Kyra Frederiks, PhD student aan de Technische Universiteit Eindhoven en Vrije Universiteit Amsterdam. In haar onderzoek maakt de ‘slimme sok’ deel uit van een bioresponse systeem. In essentie gaat het om huidgeleiding: om emoties te meten of stress. Wat wel lastig is dat je bij stress niet weet of het positieve of negatieve stress is. In de eerste fase, zo’n 10 jaar geleden, is onderzoek gedaan bij jonge kinderen met het Prader-Willi syndroom. Met heel veel draden en draadjes, en niet comfortabel. Een paar jaar later, in de tweede fase, liet de techniek het toe met een sokje en draadloos verschillende metingen te doen. Inmiddels is nu de derde fase begonnen. Voor een bredere doelgroep, mensen (jong en oud) met een meervoudige beperking en te gebruiken in zorginstellingen. Steeds slimmer en steeds kleiner. Om de feedback van de sensoren op te halen is de Flower app ontwikkeld. De ‘bloem’ verandert in grootte of in kleur. Uit het onderzoek van Frederiks zijn de eerste reacties van zowel ouders en begeleiders heel positief. Ook als ze dachten dat een cliënt nergens op reageerde, zagen ze juist in de bloem wel een reactie. Daardoor gingen ze gedrag beter observeren en zagen ouders het als stimulans om vol te houden. ‘Ik zie het misschien niet bij mijn kind, maar de bloem laat wel een reactie zien.’

Twee ‘slimme sokken’ dus, maar met een verschillende ontstaansgeschiedenis en met andere algoritmes. Het grootste verschil tussen de twee sokken zijn de drijfveren: bedrijfsmatig aan de ene kant, en wetenschappelijke waarheidsvinding aan de andere kant. Natuurlijk zijn er nog meer verschillen, maar in de kern hebben beide hetzelfde doel: slimme technologie inzetten om de kwaliteit van zorg te verhogen.

Refereeravond gemist?
Natuurlijk kun je de refereeravond nog terugkijken. Klik hier. Daarnaast zijn alle vragen en antwoorden gebundeld in een Q&A: zie rechtsboven in dit nieuwsbericht. Nieuwe events vind je in de agenda van Fontys Paramedische Hogeschool.

auteur: Margreet Vossen - visual: Babbels in Beeld - foto's: Frank van Welie