27
januari
2022
|
09:50
Europe/Amsterdam

‘We leiden niet alleen op voor een beroep, maar ook voor het leven'

Joep Houterman, voorzitter van het college van bestuur over Bildung in het onderwijs

f33482b8-524d-4964-9499-f3f700cd52bd_Bildung in het hbo_614x345

Net als elke andere hogeschool heeft Fontys een tweeledige opdracht vanuit de samenleving: het opleiden van mensen op hbo-niveau, en bijdragen aan kennisontwikkeling rondom maatschappelijke vraagstukken. In het strategisch plan ‘Fontys for Society, 2021-2025’ staat ‘ontwikkeling’ beschreven als een absoluut kernbegrip. Jonge mensen ontwikkelen hun talent, want alleen zo kunnen zij een betekenisvolle maatschappelijke bijdrage leveren. Bildung is het proces van de vorming tot mens, de persoon die je wilt zijn. In het huidige beleid is nog geen passage opgenomen over bildung. Althans de term staat niet als zodanig genoemd in de tekst. Vanuit de Fontys expertgroep bildung zijn we in gesprek gegaan met Joep Houterman, voorzitter van het college van bestuur (cvb), over zijn visie op bildung in het onderwijs.

Volgens Joep horen heel veel elementen in de visie van Fontys bij bildung. Hij vindt het belangrijk dat onderwijs bijdraagt aan het volwassen worden van studenten en vermoedt dat veel collega’s zich in die visie herkennen. ‘Als je dit aan negen van de tien docenten vraagt, zijn zij het er ook wel mee eens. Misschien is er nog een aantal dat een beetje mopperend zegt: Weet je, als studenten mijn vak maar beheersen. Maar ik denk dat aandacht voor bildung niet een wezensvreemde benadering is van de voorzitter van het college van bestuur.’

Fontys For Society20210222_Joep 1
Fontys stuurt erop aan dat studenten hun talenten ontwikkelen en vandaaruit iets kunnen bijdragen aan de maatschappij. Wat Joep betreft betreden jonge mensen de samenleving met vertrouwen. ‘Ik zou het de studenten heel erg gunnen dat zij op het moment dat zij bij ons de poort uitgaan, zich zodanig toegerust voelen dat zij meteen een plek op de arbeidsmarkt kunnen krijgen. En dat zij zich in hun werk senang voelen, omdat zij weten dat zij van toegevoegde waarde zijn.’ De toegevoegde waarde van Fontys studenten bestaat volgens hem uit twee dimensies. ‘Onze studenten hebben een bepaalde inhoud meegekregen, want ze hebben een beroep geleerd. Tegelijkertijd zijn ze dermate volwassen doorgegroeid dat zij hun bevindingen onder woorden kunnen brengen en in actie kunnen vertalen. Hoe jong ze ook zijn, wanneer ze zichzelf kunnen en durven laten zien, zullen zij door anderen serieus genomen worden’, denkt hij.

De aandacht voor het kunnen en willen bijdragen aan de samenleving is volgens de voorzitter in de visie opgenomen ‘omdat we met elkaar de samenleving vormen.’ Daarbij pleit hij voor diversiteit. ‘Ik zou ervoor willen waken dat wij een soort morele boodschap op alle afgestudeerden leggen. De een vindt het ontwikkelen van jonge kwetsbare kinderen een veel mooier iets om voor te werken, terwijl de ander zegt van joh, laat mij op basis van high tech bijdragen aan de volgende generaties op zonne-energie voortgedreven auto’s. Mijn ideaal is dat mensen in staat zijn om een bijdrage te leveren waar ze zelf blij van worden en waarbij ze ervaren dat hun bijdrage nut heeft.’

Samen begeleiden
De lat om te presteren ligt hoog en jongeren ervaren veel stress. ‘Voor studenten is studeren een soort zoektocht’, constateert Joep. Die zoektocht is waardevol volgens hem. ‘Een student die na een jaar studeren toch kiest voor een ander beroep, heeft niet per se een jaar verloren. Het is blijkbaar nodig geweest om uit te vinden of de opleiding bij hem of haar past.’

Volgens de voorzitter van het cvb is de structurele samenwerking tussen de begeleiders van de werkveldorganisaties en de begeleiders van Fontys goed voor het leren door de studenten in de authentieke omgeving van een bedrijf of organisatie. Hij streeft ernaar de kwaliteit van de begeleiding tijdens stages te verbeteren. ‘Ik zou hopen dat we de samenwerking met werkveldorganisaties zo kunnen inrichten dat we een gedeelde verantwoordelijkheid dragen voor het ontwikkelproces van de studenten. Vanuit Fontys zouden we het gesprek met het werkveld moeten hebben over de vraag wat zij doen om studenten welkom te heten en hen te helpen op hun reis. Hoe mooi zou het zijn als zij zeggen: Je zit bij ons in een leertraject. Wij gaan je daarbij begeleiden en wij zien jou in jouw ontwikkeling.’

Bildung
Jezelf vormen is iets anders dan een opleiding volgen om een vak te leren. De eerste associatie die Joep heeft bij het begrip bildung is het je kunnen verhouden tot anderen. ‘Een persoon is een individu, én een sociaal wezen dat in relatie staat tot andere mensen. Het gaat niet alleen over mensen die dichtbij je zijn, maar je hebt je ook te verhouden tot mensen die verder van je af staan.’ Bildung is volgens hem de ontwikkeling tot een volwassene, die een stap durft te zetten naar een vreemde ander. ‘Misschien is dit in het begin een beetje eng, maar dat hoort erbij. En het is helemaal niet erg dat het eng is. Als je het vaker doet, merk je dat het gemakkelijker wordt.’ Voor bildung is het nodig dat je even tegen de randen van je eigen vermogens aanloopt. ‘Het kan soms ook echt schuren en lastig zijn’, weet hij. Een volwassen iemand is volgens hem ook iemand die in staat is om te handelen, verantwoordelijkheid aan kan en ook neemt.

In zijn functie als voorzitter van Fontys weet Joep wat verantwoordelijkheid dragen inhoudt. ‘Om leiding te kunnen geven is het nodig dat ik durf te benoemen wat gaande is. Ik spreek leiders bijvoorbeeld aan op hun leiderschap: Je bent niet alleen leider voor je eigen onderdeel, er is ook nog een grotere werkelijkheid om je heen. En dat geldt ook voor docenten’, benadrukt hij. Nog even los van de inhoud van het vak waarvoor zij staan, moeten docenten volgens hem oog hebben voor de ontwikkeling van studenten tot volwassene, zodat zij opgroeien tot een startbekwame professional die met zelfvertrouwen in de volgende fase van zijn of haar leven stapt.

Samen opleiden
‘Ik vind dat docenten ook een onderzoekende houding moeten hebben, want wat we van de studenten verwachten mogen we ook van de medewerkers verwachten’, zegt Joep. Hij licht zijn mening toe. ‘Het onderzoekende houdt in dat we continu onze eigen kennis en denkbeelden ter discussie durven te stellen. En dat we nieuwsgierig blijven naar het nieuwe.’ Tegelijkertijd verwacht het bestuur dat docenten ook in staat zijn om in contact te treden met het werkveld, zowel over de ontwikkeling van de studenten, als over wat zich in de organisaties afspeelt.

In de klassieke opvatting van het docentschap staat iemand een hele lessenreeks voor de klas en wordt aan het einde een toets afgenomen. ‘Maar dat beeld klopt niet meer’, meent de voorzitter. ‘Het is gebaseerd op een soort lineair denken, dat kennis statisch is. Er gebeurt in het werkveld zoveel op het gebied van kennisontwikkeling, en in zo’n hoog tempo, dat het een onmogelijke opdracht is om alle innovaties bij te houden. Het is ook niet fair om dit van docenten te vragen. Maar we verwachten wel dat een docent in staat is om letterlijk een andere wereld in te stappen.’ Het continu in interactie blijven met de buitenwereld, helpt docenten volgens hem om hun rol goed te blijven vervullen. ‘In het interacteren, met een mooie term boundary crossing genoemd, ben je heen en weer aan het manoeuvreren tussen de wereld van het werkveld en die van het onderwijs. Dat kost energie en is soms spannend. Het is veel veiliger om in je eigen bubbel te blijven’, zegt hij.

De begeleiding van docenten kan wat Joep betreft altijd beter. ‘We stoppen al best veel aandacht in de professionalisering van docenten, ook op het gebied van aandacht voor de individuele student. Dit gebeurt vooral op plekken waar we serieus werk maken van het hybride leren, in dit geval de samenwerking met het werkveld.’ Naar zijn verwachting zal deze richting alleen maar groeien. Zo heeft de lerarenopleiding met steeds meer scholen een overeenkomst om studenten op de (stage)school op te leiden. ‘Dit biedt natuurlijk niet alleen kansen voor onze studenten, maar ook voor onze lerarenopleiders, om intensief de huidige werkelijkheid van zo’n school te ervaren. Dus hoe mooi is dat?!’

De bedoeling
‘Ik erken dat bildung een beetje impliciet in het strategisch plan staat. Bij het aandachtspunt voor leren is het zicht houden op het individu en de individuele ontwikkeling van mensen wel genoemd, maar als zodanig is bildung verstopt. Dus als je zegt, ik lees het niet, dan klopt dat wel. Het is echter niet de bedoeling dat het verstopt is, of dat het er niet is. Het is wel de bedoeling dat het er is. Heel veel van het gedachtengoed dat rondom bildung is ontstaan heeft op de een of andere manier een plek in Fontys for Society’, stelt hij vast. Wellicht is de tijd rijp om aandacht voor bildung in het strategische plan te expliciteren. ‘We zijn nu een jaar na het afronden van onze visie en je zou tot de conclusie kunnen komen dat we dit best nog wel een plek kunnen geven in het geheel, want het zou er helemaal niet in misstaan. Het is misschien ook juist wel logisch om het erin te zetten’, aldus de voorzitter. ‘Hoewel Fontys natuurlijk een beroepsopleidingsinstituut is, leiden we zeker ook op voor het leven. Over vijf jaar zou bildung zo vanzelfsprekend moeten zijn, dat expliciteren in het beleid niet meer nodig is.’  

 

auteur: Karin Verouden