11
december
2019
|
16:15
Europe/Amsterdam

Lector Corné Dirne zoekt de 'gedeelde utopie'

03 lectorale rede corne dirne 041219

Corné Dirne legt de lat hoog voor zijn studenten, daagt ze uit, wil ze prikkelen. Vorige week werd hij officieel geïnstalleerd als lector Operational Excellence aan Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek. Met zijn onderzoek wil hij zowel studenten als bedrijven leren zichzelf continu te verbeteren.

Ooit studeerde hij Technische Bedrijfskunde aan de TU/e. 'Dat was in de vorige eeuw en dat telt eigenlijk niet volgens onze studenten', laat Dirne zijn publiek weten. Begin jaren tachtig ploos hij het boek ‘In Search of Excellence’ uit dat acht belangrijke eigenschappen van 43 'excellente' bedrijven beschrijft.

Maar dat is niet de excellentie waar Dirne naar op zoek gaat binnen het lectoraat Business Entrepreneurship. Voor Dirne gaat het om 'de zoektocht naar operationele verbeteringen'.

Juiste match
Wat Dirne zo boeit is het beste uit de student te halen. Dat doet hij door goed te kijken naar welke opdracht bij welke student past. Iets dat de lector al deed toen hij nog voor de TU/e werkte, vertelt Dirk-Jan Verheijden, Research & Development Educational Alliances bij Vanderlande Industries. Verheijden komt die middag om Dirne te feliciteren met zijn officiële installatie. 'Corné weet de studenten altijd uit te dagen en het beste uit zichzelf te halen. We zijn ook nu weer in gesprek voor een opdracht voor het komende jaar.'

Na zijn tijd bij de TU/e werkte Dirne onder meer voor Avans Hogescholen en na wat rondgezworven te hebben in Brabant, kwam hij twee jaar geleden terug in Eindhoven, vertelt collega-lector Ger Post. De twee kennen elkaar nog van hun studie Technische Bedrijfskunde. Beiden in een andere vakgroep, Dirne hield zich bezig met de processen en de verbetering ervan, Post met de strategische kant zoals de markten en structuren van organisaties.

Post: 'We zagen dat die verschillende perspectieven in onderzoeken toch gecombineerd konden en moesten worden.' In die tijd werkten Post en Dirne veel samen. 'We hadden een soort latrelatie, we werkten in verschillende delen van het gebouw, maar we kwamen elkaar tegen in projecten', grapt Post.

Die combinatie van perspectieven komt ook terug in het lectoraat Business Entrepreneurship. Hierbinnen richt Post zich op het ondernemerschap van bedrijven, met vragen als: hoe ziet een bedrijf zijn toekomst, waar verdient het over vijf of tien jaar zijn geld mee: 'Misschien wel met andere producten of diensten een ander verdienmodel?'

Utopie
Dirne’s vakgebied binnen het lectoraat is operational excellence (OPEX). Dirne: 'Een bedrijf dat voor operational excellence kiest, kiest er bewust via de aanpak van continue verbetering de operationele processen op een hoger niveau te brengen.' Driemaal nul, dat is die gedeelde utopie, legt Dirne uit. 'Nul verspilling, nul fouten, nul wachttijd.' Daarbij gaat het er niet zozeer om die utopie te behalen, maar om de reis ernaar toe, aldus Dirne. 'Steeds een stapje beter worden, steeds dichter bij je optimum komen. Iedereen binnen het bedrijf is er bij betrokken. Continu verbeteren is groots en langdurig werk. Dat doe je niet zomaar in een project van twintig weken.'

Geen standaard onderzoeksvraag
'Een standaard stageopdracht is bijvoorbeeld de gemiddelde wachttijd moet omlaag van zoveel naar zoveel. Daar kun je concrete stappen in zetten.' Maar dat is niet het type onderzoek waar Dirne zich binnen het lectoraat op richt. 'Wij willen niet alleen wachttijd meenemen maar kijken naar alle belangrijke facetten. Ons onderzoek is niet probleemgericht maar kansgericht, wij zoeken naar mogelijkheden.'

Berco Car Carpets uit Schijndel is een zo’n bedrijf waar Dirnes studenten langdurig onderzoek doen. Koen van Duijnhoven, vierdejaars Technische Bedrijfskunde, volgde de minor OPEX en liep in zijn derde jaar stage bij dit bedrijf. Van Duijnhoven ontdekte samen met twee medestudenten tijdens de minor dat het bedrijf veel tijd besteedde aan audits, maar de resultaten daarvan niet de werkelijkheid weergaven. 'Het was heel afhankelijk van wie auditeert, er was geen constant resultaat.'

Er kwamen heel praktische verbeteringen waar het bedrijf enthousiast van werd, vertelt Dirne. Daarop volgden twee stageopdrachten: een kwaliteitsstage, die naar Van Duijnhoven ging en een ‘OPEX’-stage. Minder fouten in het lassen van de logo’s in de automatten, dat was concreet Van Duijnhovens opdracht. Dirne: 'Koen is echt een praktische jongen. Hij heeft zelf staan zagen en frezen. Dat wordt gewaardeerd door zo’n bedrijf.' Zijn oplossingen waren heel operationeel. Van bijvoorbeeld een 'nieuwe mal tot een nieuwe tooling op de machine', vertelt Van Duijnhoven.

Van Duijnhoven heeft voor het bedrijf 'gevist'. 'Wat we willen doen is het bedrijf leren vissen', vertelt Dirne. De OPEX-stage ging door op de bevindingen uit de minor. Dirne: 'Een opdracht met een open onderzoeksvraag naar wat je moet doen om te zorgen dat alle werkplekken op orde zijn en blijven. Dan kom je uit bij degenen die daar verantwoordelijk voor zijn, de managers, hoe kun je hen daarbij helpen?'

Een student moet wel tegen zo’n bredere en open onderzoeksvraag kunnen, zegt Dirne. 'Er gebeuren dingen dingen die de student niet weet, maar die wij intern ook niet weten.' Zo’n student is Wouter Barink, vierdejaars Technische Bedrijfskunde. Hij deed zijn afstudeeronderzoek voor Fujitsu Glovia, een bedrijf dat softwaresystemen ontwikkelt die de processen zoals inkoop- en verkooporders, facturering en logistiek ondersteunen. Barinks onderzoek is onderdeel van een meerjarig traject dat in september 2018 startte. Met als overkoepelende vraag hoe SCSN, een systeem dat het berichtenverkeer tussen bedrijven automatiseert, werkend te krijgen.

'Het is echt een onderzoek naar de mogelijkheden van een nieuwe technologie. We weten niet waar we uitkomen', vertelt Barink. Terugkijkend waardeert Barink de gesprekken met Dirne over zijn onderzoeksaanpak: 'Altijd open en meedenkend.' Dirne: 'Wouter is zo’n jongen die je niet teveel richting moet geven, je moet hem zelf laten nadenken over de dingen die hij doet.'

Met het OPEX-onderzoek wil Dirne niet alleen langdurig maar ook vroegtijdig betrokken zijn bij bedrijven. 'Die traditionele probleemgerichte aanpak betekent dat een bedrijf problemen heeft en ons dan inschakelt. Ik wil helpen die problemen te voorkomen.'

 

Met dank aan Bart Brouwers, Innovation Origins.