Fontys Road to Rio: Uschi Freitag
Tijdens de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro, wordt Nederland vertegenwoordigd door een aantal Fontys studenten. Maar wie zijn die studenten? In een reeks portretten en interviews volgen wij hun 'Road to Rio'.
Hoe ziet jouw gemiddelde week eruit?
“Elke dag is een beetje anders:
Maandag sta ik om vijf uur op en vertrek ik naar Eindhoven om te trainen van kwart voor zeven tot tien uur. Na de training rust ik wat en ga naar school voor lessen of zelfstudie. Om vier uur begint de training weer tot half acht. Daarna rijd ik weer terug naar Maastricht.
Dinsdag slaap ik uit en werk ik thuis aan school. ’s Middags rijd ik weer naar Eindhoven voor training van vier tot zeven. Na de training blijf ik in Eindhoven slapen, in een huis van ons team.
Woensdag is het om zes uur opstaan en trainen van kwart voor zeven tot tien uur, om daarna even te rusten en naar school te gaan. ’s Avonds train ik weer van vijf tot acht en ga daarna weer terug naar huis.
Donderdag vertrek ik om half negen weer naar Eindhoven voor krachttraining van tien tot twaalf. Na de training is het weer even rusten en om drie uur naar de fysio, om vervolgens weer te trainen van vier tot zeven. Voor het gemak slaap ik weer in Eindhoven.
Vrijdag kan ik om kwart over zeven beginnen met trainen tot half tien. Dan is of een extra rustdag of een extra training van twee uur lang om de dag weer af te sluiten met een normale training van half vier tot zes. Om vervolgens weer snel met de auto naar Maastricht te rijden.
Zaterdag train ik van acht tot twaalf en ben ik voor de rest van de zaterdag én zondag vrij om te rusten.”
Heb je wel tijd om naar school te gaan tussen al dat trainen en rusten?
“Ik ga nu alleen op maandag en woensdag naar school, maar dat komt omdat ik nu in een herkansingsklas zit om alle vakken die ik nog niet gehaald heb in het derde jaar alsnog te halen. Toen ik nog volledige dagen maakte had ik geen rustmoment ’s middags maar ging ik gewoon naar school. ’s Ochtends trainen, ’s middags school en ’s avonds trainen dus, vijf dagen per week. Gelukkig is zondag echt mijn heilige dag. Dan kan ik echt uitslapen, relaxen en tijd doorbrengen met familie en vrienden.”
Heb je eigenlijk nog wel tijd voor een sociaal leven?
“Ik heb niet zo heel veel vrienden. Echt maar een select groepje, buiten de schoonspringwereld om. Ik ben wel heel erg druk, dus we spreken elkaar veel over Whatsapp, Facebook en ook af en toe bellen. Maar ondanks dat voel ik me soms ook wel alleen hoor. Toch bedenk ik me dan waar ik het allemaal voor doe. Het grotere doel. Die gouden medaille op de Olympische Spelen.”
In hoeverre helpt Fontys jou dan bij het combineren van je sport en studie?
“Ik maak heel erg veel gebruik van het ‘Topsportbeleid’ van Fontys. Het is erg belangrijk voor me dat zo’n beleid er is, omdat ik daarmee toetsmomenten kan verplaatsen en langere deadlines kan krijgen. Zonder het ‘Topsportbeleid’ zou ik veel langer over mijn studie moeten doen. Nu kan ik gewoon bij blijven.”
Voelt dat niet een beetje als een soort van uitzonderingspositie?
“Niet zo zeer. Althans op het moment, omdat ik in de herkansingsklas zit. Tijdens de eerste drie jaar merkte ik toch wel dat er medestudenten waren die het allemaal maar vreemd vonden dat ik een soort van kon doen en laten wat ik wilde. Maar ik ben alleen maar blij dat het beleid bestaat.”
Hoe ben je met je sport in aanraking gekomen?
“Rond m’n vierde ben ik begonnen met schoonspringen. Mijn moeder doet het nog steeds en mijn vader heeft het gedaan. Hij coacht nu mijn moeder. Zelfs mijn broertje heeft het gedaan! Je zou kunnen zeggen dat ik in het zwembad ben geboren.Ik heb er wel altijd zelf voor gekozen om te gaan schoonspringen. Mijn ouders hebben me nooit gedwongen; ik vond het gewoon zelf heel erg leuk!”
Je hebt ook een eigen crowdfundingsactie opgezet. Waarom eigenlijk?
“Bij de puntentelling voor schoonspringen gaat het om details. Tijdens onze trainingen is er een coach die ons traint, maar die kan niet tegelijkertijd op alle details letten waar een jury ook op let. Het trainingscentrum voor schoonspringen heeft geen camera’s en dergelijke voor gedetailleerde analyse. Daarom zette ik een crowdfundingsactie op om zo geld in te zamelen om zulke camera’s te kopen, zodat we nog beter konden trainen voor de Olympische Spelen. Het doel was om in zes weken tijd 3.200 euro in te zamelen. En dat is gelukt! We hebben uiteindelijk 3.460 euro ingezameld, plus een bedrijf dat de software en hardware gaat leveren.”
Ken je de andere gekwalificeerde Fontys studenten?
“Ik ken Maarten Brzoskowski, die meedoet bij het onderdeel Zwemmen. Wij zitten allebei bij de Koninklijke Nederlandse Zwem Bond (KNZB) en trainen in hetzelfde zwembad. Ook ken ik Maarten Hermans, die nu voor de helft gekwalificeerd is voor de Spelen op het onderdeel Kanoën.”
Weten andere Fontys studenten dat je gekwalificeerd bent?
“Bijna al mijn klasgenoten weten van mijn kwalificatie voor de Olympische Spelen. Ze volgen veel van wat ik doe.”
Hoe hoorde je dat je gekwalificeerd was?
“Op 1 augustus 2015 had ik de finale wedstrijd van het WK schoonspringen in Kazan, Rusland. Daar werd ik negende, dus had verder geen verwachtingen. Ik moest na de wedstrijd alweer naar huis, omdat ik de volgende dag op vakantie zou gaan. Net voordat we wilden vertrekken om op vakantie te gaan werd ik gebeld door mijn coach. Het NOC*NSF had me voorgedragen om naar de Olympische Spelen te gaan. Ik was echt totaal verbaasd!”
Hartstikke leuk natuurlijk! Maar je was negende geworden? Je hebt niet de top drie gehaald ofzo?
“In de richtlijnen voor kwalificatie stond dat ik een finaleplaats moest halen op een WK om voorgedragen te worden. En dat was dus zo met mijn negende plaats.”
Wat ging er door je heen toen je hoorde dat je gekwalificeerd was?
“Ik was echt zo verbaasd in het begin. En daarna heel erg blij natuurlijk. Mijn vakantie kon niet beter beginnen!”
Je mag nu Nederland vertegenwoordigen op de Olympische Spelen in Rio. Hoe is dat voor je?
“Ik heb altijd al de beste willen zijn. Die competitiedrang zit wel in mij. Ik zie de Olympische Spelen dan ook gewoon als een wedstrijd. Wel eentje waar het een hele eer is om aan mee te doen. Het is vooral de media die er iets speciaals van maakt.”
Heeft die plaatsing extra impact op je studie?
“Ik blijf evenveel trainen. Mijn trainingsschema, en de omvang daarvan, is ook na de nominatie gewoon gelijk gebleven. Wel ben ik kwalitatief wat specifieker gaan trainen.”
Naar Rio gaan is een hoogtepunt in je carrière. Zijn er ook dieptepunten?
“In 2002 heb ik een zwaar ongeluk gehad. Tijdens het trainen ben ik op mijn hoofd gevallen waardoor ik mijn nek brak. Daardoor heb ik een jaar niet kunnen sporten. Volgens de doctoren heb ik ook erg veel geluk gehad. Tussen leven en dood zat maar twee millimeter.”
Twee millimeter? Je was dus bijna dood!
“Toen op dat moment dacht ik daar bijna niet over na. Ik was ook nog maar twaalf. Maar als de jaren vorderen en je steeds ouder wordt, besef je pas beter ‘wat als’.”
Wat maakt Uschi eigenlijk gewoon Uschi?
“Als ik iets wil, dan ga ik daar voor. Ik geef niet zomaar op. Mijn beste eigenschappen zijn mijn doorzettingsvermogen en doelbewustheid. Maar dat is op sportgebied. Persoonlijk ben ik erg sociaal en zorgzaam. Als ik voor de klas sta ben ik een ander persoon dan op de plank.”
Beste Uschi, namens Fontys: veel succes op de Olympische Spelen in Rio!
Benieuwd naar meer Fontys Road to Rio interviews?
- Maarten Brzoskowski (zwemmen)
- Jens Schuermans (mountainbiken)
- Bob de Voogd (hockey)
- Mink van der Weerden (hockey)
De wedstrijdresultaten van onze Olympische studenten vind je hier.