Eindhoven,
21
juli
2016
|
18:17
Europe/Amsterdam

Fontys Road to Rio: Bob de Voogd

bobdevoogdolympischeringen.jpg

Tijdens de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro, wordt Nederland vertegenwoordigd door een aantal Fontys studenten. Maar wie zijn die studenten? In een reeks portretten en interviews volgen wij hun 'Road to Rio'. Deze keer een kersverse alumnus.

Hoe ziet jouw gemiddelde week eruit?
“Veel trainen! Op maandag, dinsdag, woensdagochtend train ik met het Nederlandse team in Papendal. Woensdagmiddag ben ik vrij. Donderdag en vrijdag train ik met mijn eigen club. Zaterdag is het rustdag en zondag wedstrijddag.”

Je bent net afgestudeerd. Kon je jouw studie wel combineren met het trainen?
“Sommige dingen wel en sommige dingen niet. Ik heb ruim anderhalf jaar gedaan over het afstuderen. Als topsporter ben je heel onregelmatig op school of met schoolzaken bezig. Even een uurtje aan school werken is erg moeilijk. Je moet namelijk verplicht rust nemen na trainingen en je bent vaak op reis naar het buitenland voor wedstrijden en dergelijke.”

In hoeverre hielp Fontys jou dan bij het combineren van je sport en studie?
“Dat ging niet altijd even vlekkeloos. Ik moest veel schoolwerk zelf doen, terwijl andere studenten dat samen in groepjes van vijf konden doen. Je wordt met meer werkdruk belast dan een andere student en dat is zwaar. Toch heb ik wel bijna alles ingeleverd, wanneer het mij uitkwam. Ik kon (met behulp van het Topsportbeleid’) toetsen laten verzetten, maar lang niet bij alle vakken. Daarom heb ik ook veel langer over mijn studie gedaan dan andere studenten. Ik heb zelfs drie minors moeten doen, omdat het tijd-technisch gewoon steeds niet uitkwam."

 

Fontys Economische Hogeschool kent voor topsport studenten een speciale faciliterende opleiding. Deze opleiding, de Johan Cruijff University, was nog niet gestart ten tijde van Bob zijn studiecarrière.

 

Heb je eigenlijk nog wel tijd voor een sociaal leven?
“Niet zo zeer. Het is een keuze die je maakt. Als je kiest om een topsporter te zijn, moet je daar bepaalde dingen voor laten. Het is een 24/7 baan, zeker qua lifestyle. Je switcht niet even tussen het zijn van een student en een topsporter. Maar dat went vanzelf. Gelukkig is mijn vriendengroep erg begripvol. Het zijn bijna allemaal sportvrienden, die verschillende sporten of verschillende niveaus beoefenen.”

Hoe ben je met je sport in aanraking gekomen?
“Via mijn familie. Met mijn geboorte kreeg ik al m'n eerste stick van de hockeyclub van mijn vader. Je kunt eigenlijk wel zeggen dat ik van begin af aan al opgegroeid ben met hockey. Ik ben vanaf mijn 5e begonnen bij een officiële hockeyclub, maar heb tussendoor ook nog een tijdje gevoetbald. Uiteindelijk is de keuze toch op hockey gevallen.

Ken je de andere gekwalificeerde Fontys studenten?
“Nee, eigenlijk niet. Behalve natuurlijk Mink van der Weerden. Die zit bij mij in het team en gaat ook mee naar Rio!”

Weten andere Fontys studenten dat je gekwalificeerd bent?
“Alleen de studenten waarmee ik ooit op de opleiding ben begonnen. Voor de rest wat docenten enzo. Meer denk ik niet.”

Hoe hoorde je dat je gekwalificeerd was?
“We spelen met z’n allen in een selectieteam. Daarin trainen we van een grote groep geselecteerden naar het uiteindelijke selectieteam. De selectiedata wordt op een gegeven moment vastgesteld en dan weet je of je erbij hoort of niet. Voor de selectie van de Olympische Spelen werd de selectie van 24 spelers naar 16 bijgesteld. Uiteindelijk werd ik gebeld door de coach dat ik door was.”

Wat ging er door je heen toen je hoorde dat je gekwalificeerd was?
“Het blijft erg spannend. Je weet nooit zeker of je geselecteerd bent. Ik had er wel een goed gevoel over, al was het met gepaste terughoudendheid.”

Rio wordt niet jouw eerste keer op de Spelen. Is het deze keer dan minder speciaal?
“Klopt, Rio wordt mijn tweede keer op de Olympische Spelen. De eerste keer was tijdens de Spelen van Londen in 2012. Maar dat betekent niet dat de tweede keer minder speciaal wordt. Het blijft even uitdagend en bijzonder. De Spelen zijn ook niet te vergelijken met elkaar in tegenstelling tot de EK en WK.”

Je had net voor de Spelen van 2012 in Londen je kaak gebroken. Toch ben je meegegaan?
"Ik had zo'n vijf/zes weken voor de Spelen een bal tegen mijn hoofd gekregen tijdens een wedstrijd. Het was dus even spannend of ik wel meekon naar Londen. Na zo'n tien dagen kon ik weer rennen. Ik wilde gewoon heel graag meedoen aan de Spelen, dus ik moest even door de pijn heen bijten. Gelukkig hoef je bij hockey niet echt je mond te gebruiken."

Naar Rio gaan is een hoogtepunt in je carrière. Zijn er ook dieptepunten?
“Ja, die zijn er zeker. Het ergste wat ik heb meegemaakt was de wedstrijd Nederland – Australië tijdens het WK in 2014. We verloren toen met 6-1. Dat was erg pijnlijk. Vooral omdat we in eigen land verloren.”

 

Beste Bob, namens Fontys: veel succes op de Olympische Spelen in Rio!

 

Benieuwd naar meer Fontys Road to Rio interviews?
Maarten Brzoskowski (zwemmen)
Uschi Freitag (schoonspringen)
Jens Schuermans (mountainbiken)
Mink van der Weerden (hockey)

De wedstrijdresultaten van onze Olympische studenten vind je hier.

 
Auteur: Björn Rommens
 
Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.