22
januari
2019
|
16:40
Europe/Amsterdam

Wearables als hulpmiddel bij dementie

wearable bij dementie 2

Agressie, angst en onrust komen regelmatig voor bij mensen met dementie in verpleeghuizen. Dat is niet alleen vervelend voor de cliënten zelf, ook verzorgden en familieleden hebben er last van. Fontys Paramedische Hogeschool doet onderzoek naar het toepassen van wearables om dit gedrag vroegtijdig te kunnen signaleren zodat escalatie kan worden voorkomen. De resultaten zijn veelbelovend. Docent-onderzoeker Manon Peeters-Schaap start in februari met een vervolgonderzoek waaraan lectoraten, minoren en opleidingen kunnen meedoen.

Mensen met dementie wonen steeds langer thuis. Pas als het echt niet meer gaat, worden ze opgenomen in een verpleeghuis. Tachtig tot negentig procent vertoont op dat moment probleemgedrag zoals agressie, angst, onrust, beweeg- of roepdrang. Soms is dat gedrag te verklaren door een ontsteking of ziekte, maar meestal weten verzorgenden niet waar het vandaan komt. Ook de cliënten zijn niet meer in staat om te vertellen waarom ze stress ervaren.

Volgens Manon Peeters-Schaap krijgen deze cliënten vaak medicijnen voorgeschreven, meestal antipsychotica en kalmeringsmiddelen. Het gedrag wordt er echter niet volledig door gestopt en de medicijnen hebben veel bijwerkingen. Peeters: ‘Het is een behandeling bij gebrek aan beter. Voor het welzijn van de cliënt is het meestal niet de beste oplossing.’

Daarom nam zorginstelling BrabantZorg contact op met Fontys Lectoraat Health Innovations and Technology. De vraag was of er een technische oplossing bestaat voor dit probleem. De uitdaging werd aangenomen en al snel richtte het onderzoek zich op wearables, ofwel polsbanden met sensoren die onder andere biomedische variabelen zoals huidgeleiding, temperatuur, hartslag en beweging meten. Data die iets zegt over de hoeveelheid stress die iemand ervaart.

Drie studenten van Fontys Paramedische Hogeschool gingen ermee aan de slag als afstudeeropdracht. Ze kregen toestemming om twee inwoners met dementie van het zorgcentrum uit te rusten met een polsband. Daarnaast interviewden ze hun verzorgers en familieleden. Peeters: ‘De grote vraag was of er inderdaad een relatie bestond tussen de variabelen en het gedrag van de bewoners, van het eten van sambal ga je namelijk ook zweten. We wilden met name weten of we een middel kunnen inzetten om fysieke onrust te voorspellen voordat die onrust eruit komt.’

Veelbelovend
Het kleine onderzoek leverde veelbelovende resultaten op. Peeters: ‘Een cliënt werd opgehaald door de tandarts. In de behandelkamer werd ze agressief. Toen de student naar de data van de armband keek, bleek dat de huidgeleiding opliep zodra de tandarts haar kamer was binnengekomen. Het zien van een onbekend persoon zorgde dus onmiddellijk voor stress. Als deze cliënt beter was voorbereid op het tandartsbezoek had de onrust in de behandelkamer mogelijk voorkomen kunnen worden. Dat is leerzame feedback voor de verzorgers.’

Mensen tijdig uit de situatie halen en daarmee escalatie voorkomen, dat is het hoofddoel van de wearables. Peeters: ‘Dat is niet alleen beter voor de cliënt, maar ook de verzorgers zien de meerwaarde als ze beter weten hoe ze op dit gedrag kunnen reageren. Voor hen is het belangrijk dat ze er profijt van hebben, dat het past in hun dagelijkse praktijk en dat het niet alleen maar extra tijd kost.’

Vervolgonderzoek
De subsidie voor het postdoc-vervolgonderzoek komt van SIA hbo-postdoc, het nationaal regieorgaan voor praktijkgericht onderzoek. Het doel van vervolgonderzoek is om samen met diverse lectoraten, minors en opleidingen op het gebied van gezondheid, techniek en ict de bruikbaarheid van wearables te introduceren, optimaliseren en evalueren. Peeters: ‘Ict-studenten zouden een gebruiksvriendelijke app kunnen ontwikkelen waardoor de verzorgenden snel een melding krijgen. Studenten toegepaste psychologie kunnen een trainingsprogramma ontwikkelen en studenten verpleegkunde kunnen meedenken vanuit hun visie. Het interessante hiervan is dat alles samen komt: gezondheidszorg, big data en technologie. Hierdoor krijg je op individueel niveau handvatten om iemand te analyseren en helpen. Dit is heel breed inzetbaar, er is veel mogelijk. We kunnen ook andere doelgroepen met communicatiebeperkingen betrekken in dit onderzoek, denk aan kinderen met autisme. Een wearable kan hen laten inzien wanneer ze zich even moeten terugtrekken omdat ze anders overprikkeld raken. Het mooie aan dit onderzoek is dat je heel snel winst kunt halen.’

Bekijk dit filmpje over het onderzoek door studenten.

Op woensdag 23 januari staat het Fontys Kennis Café in het teken van e-health. Manon Peeters is een van de sprekers op dit evenement.

Tech for Society
De maatschappij verandert razendsnel en vraagt een meer ondernemende en nieuwsgierige houding van studenten en professionals. Fontys ziet het als haar opdracht om in dit proces een centrale rol te spelen. Kennis en vaardigheden die hiervoor essentieel zijn noemen we TEC: Technology, Entrepreneurship en Creativity. Wie over TEC-skills beschikt, wil begrijpen hoe technologie vraagstukken kan oplossen, durft te ondernemen en zoekt naar creatieve oplossingen en samenwerkingen. Onze studenten, afgestudeerden, docenten en onderzoekers leveren zo een proactieve bijdrage aan een duurzame en rechtvaardige samenleving. 
TEC for society!


Auteur: Ingrid Oonincx