Eindhoven,
03
november
2017
|
12:38
Europe/Amsterdam

Personeelstekort? Zet een robot in

De berichten over personeelstekort in de bouw volgen elkaar in een hoog tempo op. De oplossing blijft gezocht worden in het werven van jongeren, bijvoorbeeld met de door Maxime Verhagen geopende escaperoom. Maar zou het niet heel anders moeten? Met echt een innovatieve shift in het denken? Het inzetten van robots.

DOOR MICHEL STARREVELD - VERSCHENEN IN: COBOUW 

Naast arbeidsmarkttekorten die overal ontstaan, zien we ook andere ontwikkelingen in de economie. In veel sectoren neemt het aantal robots toe.Rapporten over robotisering van het Ratenau-instituut, van de SER en de WRR volgen elkaar in hoog tempo op. In veel van die publicaties wordt gesproken over het verlies van duizenden banen in allerlei verschillende functiegroepen. Er wordt veel verwezen naar het rapport van de Oxford University uit 2013 over een onderzoek in Amerika waar veel functies de komende 20 jaar helemaal verdwijnen. Lodewijk Asscher heeft met zijn toespraak op het SWZ congres uit 2014 het thema in Nederland geagendeerd door te wijzen op de risico’s van baanverlies.annemers overvraagd’, kopte het Brabants Dagblad op donderdag 15 juni jl, met daarin een analyse van het schreeuwende personeelstekort dat dreigt in de bouwsector. Het bericht is niet uniek; NRC plaatste op 30 mei 2017 al een artikel met de kop ’Tekort aan gekwalificeerd personeel in zorg en bouw remt groei’ en verwees daarin naar de UWV Arbeidsmarktprognose 2017-2018 waarin wordt gesteld dat de arbeidsmarkt voor bouwpersoneel sterk verkrapt.

Aan de ene kant zien we dus veel vacatures bij werkgevers in de bouw, waarvoor we de mensen niet kunnen vinden. Aan de andere zien we robots die veel werk van mensen zouden overnemen. Zouden we het probleem van de werkgever en de zorg van de werknemer dan niet kunnen ombuigen in een kans voor beiden?

Robots komen nog nauwelijks voor in de bouw stelt het ING rapport ‘technologie in de bouw’ uit 2016. In het rapport wordt ook ingegaan op de achterliggende redenen van het achterblijven van de technologie in de bouwsector. Er wordt gesteld: ‘Het is niet zo dat bouwbedrijven moedwillig niet innoveren. Vaak wordt de bouwcultuur als oorzaak genoemd. Die zou traditioneel zijn en wars van vernieuwing. Het is echter de marktstructuur van de bouw die er voor zorgt dat veel bestaande (oude) technologieën die massaproductie mogelijk maken niet geschikt zijn voor in de bouw.’

Eigenheid
Natuurlijk zijn marktstructuren en de rol van de overheid daarbinnen sterk sturend voor de processen die zich binnen die markt afspelen. Opdrachtgevers die voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten, aanbestedingsprocedures die primair selecteren op prijs, de voortdurende roep om ‘eigenheid’ van gebouwen die repetitie en dus efficiency in de weg zit; het zijn allemaal remmende factoren als het gaat om robotsering.

Aan de andere kant zijn er ook stimulansen: opdrachtgevers die juist eisen van de bouwers dat er geïnnoveerd wordt. Een mooi voorbeeld is de ‘gloednieuwe fietsbrug die uit 3D-printer rolt’ (Brabants Dagblad, 16 juni 2017) waarbij de deelnemende partijen werden geselecteerd op innovatiekracht. Initiatieven rond robotisering komen echter ook uit de bouw zelf. Los van welke opdracht dan ook. De SPARK-campus in Rosmalen is daarvan een prachtig voorbeeld. Daar wordt voortdurend geëxperimenteerd en gewerkt aan innovatie, robotisering en 3D-printing. Er wordt samenwerking gezocht met andere beroepsgroepen en worden structuren gebouwd waardoor er ‘vanzelf’ innovaties komen.

Cultuur
Ook in de cultuur zitten remmers en stimulansen. Een remmer is bijvoorbeeld de sterke maar ook terechte focus op ‘risicobeheersing’. Strenge regels en smalle winstmarges in de bouw maken het niet altijd aantrekkelijk om te experimenteren. Het toepassen van nieuwe methoden die zichzelf nog niet hebben bewezen ligt dan niet direct voor de hand.

Aan de andere kant leent de bouwcultuur zich eigenlijk bij uitstek voor de ratio- en de outputgerichte oplossing van de robot. Ook zal er in de bouw niet direct in termen van vervanging van hoogwaardige menselijke arbeid worden gesproken. In de bouw is de uitkomst van de handeling belangrijker dan de handeling zelf. En juist dan liggen er (cultuur)kansen voor robotisering. De robots the dull, dirty and dangerous work, de mens het vakmanschap en samen het beste eindresultaat, dat telt!

Doorbraken komen niet van mensen die zich laten vangen in structuren. Steve Jobs dacht niet: een computer is een ding dat op tafel staat en een los scherm heeft. Hij dacht eerst na over het doel en het gebruik van het product, toen over het eindresultaat en hij bepaalde daarna het proces. Ook managementgoeroes als Simon Sinek en de Nederlandse auteur Wouter Hart hebben het over ‘begin met the why’ en ga dan pas nadenken over het proces, waardoor er ruimte ontstaat voor nieuwe manieren van werken en nieuwe systemen.

Acceptatie
Er liggen dus genoeg kansen in de sector om robots te introduceren. Maar waar moet je letten als je robots introduceert op de werkvloer? Want mensen met verschillende opleidingsachtergronden en verschillende visies op werk zullen er allemaal anders op reageren.

Er is veel onderzoek gedaan naar technologie acceptatie: wanneer nemen mensen technologie op in hun werk en wanneer niet? Technologie acceptatie modellen focussen op een aantal achterliggende factoren die hierbij van belang zijn. Waargenomen nut en gebruikersgemak vormen de kern van het Technologie Acceptatie Model (TAM3), de klassieker in de technologiemodellen. Het UTAUT model gaat verder en spreekt van verwachte opbrengsten, verwachte moeite, de sociale invloed en de faciliterende condities als bepalende factoren. Deze worden nog gecorrigeerd op leeftijd, geslacht, eerdere ervaringen en vrijwilligheid in gebruik. Ook uit eigen onderzoek van ons lectoraat onder personeel van Brakel Atmos dat robots gebruikt in de productie, blijkt dat heel instrumentele factoren als ‘gebrek aan fouten en een mooi en beter product leveren’ belangrijke drijfveren en verwachtingen zijn van robots in de industrie en bouw. Maar ook persoonlijke drijfveren (werkwaarden) zijn belangrijk bij technologie acceptatie. Dit blijkt uit uitspraken als: ‘ik wil groeien binnen het bedrijf, dus ik stond vooraan toen er robots werden geïntroduceerd’.

‘’Initiatieven rondrobotisering komen ook uit bouw zelf’’

Elk bedrijf heeft zijn eigen cultuurkenmerken. Of het bedrijf en de mensen klaar zijn voor technologie kan door middel van interviews of door gevalideerde vragenlijsten als de TRI2 (technology readiness index) uitgevraagd worden. En hoe medewerkers de technologie ervaren waar ze mee werken kan bijvoorbeeld gemeten worden door de TARS (technology acceptance and readyness scale) vragenlijst die is ontwikkeld vanuit het UTAUT model. Op basis van de uitkomsten kunnen dan specifieke interventies worden ingezet om de betreffende factor gericht te beïnvloeden.

Just do it!
Net als bij alle innovaties en schuivende paradigma’s (van bouwer naar dienstverlener, van verbruiker naar duurzaamheid) zal er altijd een groep zijn die voorop loopt, een die volgt en een die achter aan de kar hangt. Toen ik in het jaar 2000 in de bouwnijverheid kwam werken, deed het klant- en cultuurdenken haar intrede. Veel projectontwikkelaars gingen intensief samenwerken met bouwondernemingen en werkmaatschappijen werken gefuseerd. Sinds het jaar 2010 komt duurzaamheid echt op gang. Overal zie je prachtige projecten verschijnen, zoals het stadhuis in Venlo, en intussen is duurzaamheid de standaard geworden in de bouw. De bouw gaat dus prima mee in de maatschappelijke stromingen. Mag het volgende decennium (vanaf 2020) dan die worden van de doorbraak van technologie en robots? Zodat we ook het personeelsprobleem duurzaam kunnen oplossen?

Michel Starreveld is docent onderzoeker Fontys HRM en Psychologie, verbonden aan het lectoraat Mens en Technologie. Daarvoor was hij werkzaam in verschillende P&O-functies in de bouwsector.