02
november
2018
|
15:52
Europe/Amsterdam

Meten bij mensen na een beroerte, een innovatie!

Samenvatting

Gebruiksvriendelijk en accuraat meten is belangrijk in de gezondheidszorg. Bij mensen na een beroerte is het belangrijk om het fysieke functioneren en participeren te meten. Zowel in de fase van herstel na de beroerte, als op lange termijn. Meten kost vaak veel tijd en energie van de cliënt en zorgverlener. Denk bijvoorbeeld aan erg lange vragenlijsten. Daarnaast zijn vaak niet alle vragen uit een vragenlijst voor iedereen relevant. Kortom, belangrijke barrières voor het gebruik van deze meetinstrumenten. Binnen de Academische Werkplaats Fysiotherapie, binnen de studie RISE een structurele samenwerking tussen Fontys Paramedische Hogeschool, Hogeschool Utrecht, UMC Utrecht en Julius Zorgcentra,  is een nieuwe innovatieve manier van meten onderzocht.

In Amerika is de Late-Life Function en Disability Instrument (LLFDI) ontwikkeld. De LLFDI meet twee domeinen. Het eerste domein meet hoeveel moeite mensen hebben met het fysieke functioneren (denk daarbij aan traplopen, buiten lopen maar ook bijvoorbeeld rennen). Het tweede domein meet of het lukt mee te doen in de maatschappij (denk daarbij aan werk, omgaan met vrienden, de mogelijkheid om boodschappen te doen). De LLFDI meet op een innovatieve manier, ook wel Computer Adaptive Testing (CAT) genaamd. Maar wat houdt dit nu eigenlijk in?

Het doel van CAT instrumenten is om met zo min mogelijk vragen betrouwbaar te meten. Bij CAT wordt gebruik gemaakt van een grote databank met vragen die allemaal hetzelfde concept meten (bijvoorbeeld participatie). De computer stelt één vraag, en berekent op basis van het antwoord (Item Response Theory) wat de beste vervolgvraag is. Door deze slimme manier van meten hoeven niet alle vragen doorlopen te worden.

Recent is deze test vertaald naar het Nederlands en getest bij een oudere doelgroep binnen de Academische Werkplaats Fysiotherapie door PHD Candidate aan het UMC Remco Arensman onder leiding van lector aan de Fontys Paramedische Hogeschool Martijn Pisters. Daarna heeft onderzoeker Roderick Wondergem gekeken of deze test ook te gebruiken is bij mensen na een beroerte. Daarnaast heeft hij gekeken of dit instrument verandering in het fysieke functioneren en participeren goed kan meten, in dit geval een verandering over een periode van 6 maanden. Het blijkt vanuit het onderzoek van Wondergem dat dit instrument dit goed in kaart kan brengen.

Voor de praktijk en voor de cliënt betekent dit dat preciezer en sneller gemeten kan worden en met de juiste vragen die van belang zijn voor de individuele cliënt. Dit is belangrijk omdat mensen met een beroerte vaak vermoeidheidsklachten hebben. Het is dan erg lastig om tientallen vragen in te vullen. Nu kost het dus relatief weinig tijd en kunnen vragen die niet van toepassing zijn voor de cliënt overgeslagen worden. Ook belangrijk voor de gezondheidsprofessional is dat de administratieve last daalt omdat de test afgenomen kan worden op de computer, tablet of zelfs smartphone. Bovendien kunnen de uitkomsten centraal opgeslagen kunnen worden.

Dit onderzoek is onderdeel van de RISE-studie wat uitgevoerd wordt binnen de Academische werkplaats Fysiotherapie. Dit is een structurele samenwerking in zorginnovatie, onderwijs en onderzoek tussen Fontys Paramedische Hogeschool, Hogeschool Utrecht, UMC Utrecht en de Julius Gezondheidscentra. Het primaire doel van het RISE onderzoek is het beweeggedrag van mensen na een eerste beroerte in kaart brengen. Daarbij is het ook van belang dat het fysieke functioneren en het participeren adequaat gemeten wordt. Binnenkort is het artikel over de LLFDI-CAT te lezen in het gerenommeerde tijdschrift European Journal of Physical and Rehabilitation Medicine. Heb je vragen over het meetinstrument kun je terecht bij Roderick Wondergem: r.wondergem@fontys.nl of neem een kijkje op de site van de Academische Werkplaats Fysiotherapie. De LLFDI-CAT is gratis te downloaden .