Eindhoven,
04
oktober
2018
|
14:42
Europe/Amsterdam

Gaby Jacobs over haar veelzijdige rol binnen het WIN-project en haar geplande vertrek

BvOF 2016_0218_HN lectoraat Fontys Hogeschool Mens en Gezondheid

Gaby Jacobs is tot 1 januari projectleider en onderzoeksleider van het WIN-project en heeft daar het afgelopen jaar haar energie ingestoken. Zij is een van de grondleggers van het project en heeft veel betekend voor de eerste fase. Voor haar vertrek spraken wij haar over het project en haar rol daarin.

Hoe is het WIN-project ontstaan?
Fontys Hogeschool Mens en Gezondheid heeft al ruim 10 jaar de zogenaamde Zorginnovatiecentra (ZIC), die een inspiratiebron hebben gevormd voor andere hogescholen. Maar eigenlijk is er al die tijd niet heel veel aandacht naar uit gegaan, totdat het in 2014 een grotere vlucht begon te nemen en andere hogescholen zich begonnen te profileren met ZICs. Ook het CvB kreeg lucht van deze ontwikkelingen en al snel bleek dat veel meer instituten bezig waren met vormen van innovatie werkplaatsen op het snijvlak van het onderwijs en de beroepspraktijk. Jan Welmers noemde deze in navolging van de Vereniging Hogescholen ‘professionele werkplaatsen’. In september 2016 vond er een conferentie plaats, georganiseerd door de dienst O &O, over deze professionele werkplaatsen. Voor de eerste keer kwamen docenten uit diverse instituten van Fontys en partners uit de werkvelden bijeen om met elkaar kennis en ervaringen uit te wisselen. En dat smaakte naar meer.

Wat is er zo bijzonder aan dit onderzoeksproject (innovatieproject)?
We ontdekten op die dag dat er veel impliciete kennis is in de professionele werkplaatsen: al doende leert men en door schade en schande wordt men wijs. Vele bloemen bloeien, maar we weten niet zo goed waarom dat het geval is: wat maakt een professionele werkplaats nu eigenlijk succesvol? Wanneer spreken we van kwaliteit? Dit waren de vragen die we onszelf stelden.

Hoe komt het dat deze professionele werkplaatsen eerder nog niet op deze manier zijn onderzocht?
Ik denk dat dat inherent is aan de wijze waarop ze ontwikkeld zijn. Medewerkers in instituten hebben dit onafhankelijk van elkaar op hun eigen wijze opgepakt. Vaak zijn het niet eens beleidsmatig gestuurde initiatieven maar een soort experimenten. Als die goed lijken te gaan, vindt het navolging. Pas de laatste jaren wordt er meer systematisch gekeken naar ontwerpprincipes vaak gerelateerd aan het leren van studenten in de werkplaats. Tegelijkertijd ontwikkelen de professionele werkplaatsen zich verder, naar multidisciplinaire werkplaatsen of transmurale werkplaatsen. Dat stelt medewerkers weer voor nieuwe vragen. Met onze kennisontwikkeling lopen we dus eigenlijk achter op de praktijk, het is nu zaak om te gaan leren van die praktijk.

Wat sprak jou zo aan om hieraan mee te werken?
Wat mij zo aanspreekt is dat er verschillende typen activiteiten samenkomen in zo’n professionele werkplaats. Er wordt gewerkt (bv. zorg of een dienst verleend), er wordt geleerd, er wordt onderzoek gedaan en er worden verbeteringen in die praktijk gebracht. De medewerkers, studenten en docenten betrokken bij een professionele werkplaats zijn ‘boundary crossers’. Zij hebben meerdere rollen tegelijk of wisselen regelmatig van rol, ze moeten in staat zijn om met de spanningen die zich voordoen op dat grensvlak om te gaan.

Je zal binnen nu en een half jaar het stokje van projectleider door geven. Waar gaan jullie op letten bij de toekomstige projectleider?
Het moet iemand zijn die snapt waar het om gaat in professionele werkplaatsen en daar warm voor loopt. Die kan omgaan met de ‘messiness’ van praktijkgericht onderzoek en die verbindend is.

Wat ga je het meeste missen in deze bijzondere samenwerking?
Mijn enthousiaste en deskundige collega’s en de passie die we delen: professionele werkplaatsen. Onze samenwerking is eigenlijk een afspiegeling van wat er in de professionele werkplaatsen speelt rondom samenwerking. Ook wij doorkruisen grenzen en brengen verschillende perspectieven bij elkaar.

In mijn nieuwe functie zijn professionele werkplaatsen nog een onbekend begrip. Ik ga mijn best doen om het daar te laten landen en daarvoor zal ik zeker nog een beroep doen op de WINners.

Auteur: Lydia Habets