20
juli
2020
|
12:06
Europe/Amsterdam

Discriminatie belemmert talent

Joep Houterman 16-3-20

Ook in ons land heeft de gewelddadige dood van George Floyd een stevig maatschappelijke discussie losgemaakt. Dat is een goede zaak. We kunnen wel zeggen dat discriminatie of racisme hier geen rol van betekenis spelen, maar is dat ook zo? Leven we echt in de inclusieve samenleving waarin we denken te leven?

Vanuit deze opvatting doen wij bij Fontys natuurlijk ook aan zelfreflectie: hoe inclusief is onze eigen organisatie? Voelen alle mensen die bij ons werken en studeren, zich veilig en geaccepteerd? En misschien wel het belangrijkste: hoe kunnen wij als grote instelling voor hoger onderwijs bijdragen aan de inclusieve samenleving?

Weerbarstige praktijk
Om met de eerste vraag te beginnen: diversiteit en inclusie zijn bij Fontys belangrijke waarden. Bij ons is ieder mens welkom, ongeacht geslacht, seksuele geaardheid, religie, en sociaaleconomische of etnische achtergrond.
Tot zover onze uitgangspunten. De échte vraag is natuurlijk of de weerbarstige praktijk daarmee overeenkomt. Als bestuursvoorzitter ervaar ik dagelijks dat Fontys een bloeiende, bruisende gemeenschap is van ongeveer 50.000 mensen. Al deze mensen hebben hun eigen identiteit. Allemaal hebben ze hun eigen opvattingen en al dan niet expliciete normen en waarden van waaruit ze handelen. Daarbij horen ook oordelen en - of we willen of niet - vooroordelen. Daarin verschilt een Fontys-medewerker of -student niet wezenlijk van andere mensen.

(In)tolerantie
Het is dus onvermijdelijk dat onze praktijk niet volledig overeenkomt met onze uitgangspunten. Dat mensen belemmeringen en blokkades ervaren, dat er toch in meer of mindere mate sprake is van discriminatie. Maar daar willen we als organisatie wel mee aan de slag. Sterker nog: dat moeten we. De vraag is vervolgens: hoe doen we dat? We zien de laatste weken dat het gesprek over discriminatie ook leidt tot het elkaar de maat nemen in termen van zuiverheid van handelen, taalgebruik en de juiste vorm van tolerantie. Dat lijkt me niet de goede weg, het leidt tot nieuwe vormen van intolerantie.
We gaan binnen Fontys dus niet het gesprek aan vanuit morele loopgraven. Laten we niet in de valkuil stappen om vanuit een soort ‘nieuwe ethiek’ ieders handelen te toetsen en daarmee de wereld op te delen in ‘goed’ en ‘fout’. Dan namelijk gaan mensen zich opsluiten in bubbles met een uniforme identiteit, oftewel in hun eigen gelijk. En dat is exact het tegenovergestelde van wat nodig is.

Maatschappelijke bijdrage
We moeten met diversiteit en inclusie aan de slag vanuit onze maatschappelijke opdracht: studenten de kans bieden hun talenten optimaal te ontwikkelen. Met talenten doelen we niet alleen op specifieke beroepsgerelateerde kennis en vaardigheden. Dan hebben we het ook over een open houding. Over nieuwsgierigheid, over begrip voor de ander en diens perspectief. Over het besef dat jouw perspectief ook ‘een ander perspectief’ is. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor professionals om zich een leven lang te ontwikkelen en goed te functioneren in een complexe, continu veranderende en pluriforme werkomgeving.
De maatschappij is gebaat bij zo min mogelijk negatieve fricties, zo min mogelijk belemmeringen voor het benutten van talent. Zeker in de zich snel ontwikkelende en bovendien sterk internationaliserende regio’s waarin wij gevestigd zijn, is dat van belang. In deze regio’s neemt het besef toe dat sociale en culturele dimensies minstens zo belangrijk zijn als de economische ontwikkeling. En al onze afgestudeerden - of ze nu verpleegkundige, leraar, makelaar, communicatiedeskundige of rockzanger zijn - dragen daar aan bij. En het is aan ons, de Fontys organisatie om ze daar de bagage voor mee te geven.

Hard werken
Er ligt kortom een opdracht voor Fontys om onze mooie uitgangspunten steviger te verankeren in de nieuwe strategie voor de komende vijf jaar. We moeten, op alle niveaus in de organisatie, ook kritisch naar zowel beleid als uitvoering kijken. Denk aan voor de hand liggende zaken als personeelsbeleid, communicatie, ons onderwijs, maar vooral ook aan dagelijkse gedragingen van alle leden van de Fontys-gemeenschap. Want een open houding en nieuwsgierigheid naar de ander mag ook verwacht worden van Fontys medewerkers. Hoe kunnen ze anders een goede rol spelen in de ontwikkeling van onze studenten?
Een betere samenleving begint bij jezelf. Dat is gewoon hard werken: met elkaar het gesprek aangaan en heel praktische stappen vooruitzetten en continu leren van de ervaringen die we op doen. Ik twijfel er niet aan of ons dat gaat lukken; er is binnen onze organisatie genoeg maatschappelijke betrokkenheid, vernieuwend vermogen en expertise om dat voor elkaar te krijgen.

 

Dit artikel is eerder gepubliceerd door het Eindhovens Dagblad op de opiniepagina van zaterdag 18 juli 2020.