Eindhoven,
17
juni
2015
|
13:30
Europe/Amsterdam

De nationale wetenschapsagenda

yolandatepoel.jpg

16 juni vond in Den Haag de eerste van drie conferenties plaats over de Nationale Wetenschapsagenda. 300 vertegenwoordigers van universiteiten, hogescholen en andere kennisinstituten kwamen bijeen om 248 vragen aan de wetenschap te evalueren en annoteren. Deze hoofdvragen waren het resultaat van een juryproces, waarbij 11.700 vragen, tijdens de maand april door kennisinstellingen, diverse maatschappelijke groeperingen en individuele burgers aan de wetenschap gesteld, teruggebracht werden tot 248 clusters. Dit gebeurde onder regie van de Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen (KNAW).

Een aantal lectoren van Fontys Hogescholen waaronder Jan Bernards, Stephan Peters en Eveline Wouters was actief betrokken bij dit proces, als jurylid of lid van een expertiseteam dat vragen genereerde. Vijf jury’s werden ingesteld voor de wetenschapsgebieden Geesteswetenschappen, Levenswetenschappen, Natuurwetenschappen Sociale Wetenschappen en Technische Wetenschappen. Fontys lector Yolanda te Poel was lid van de jury Sociale Wetenschappen en geeft ons een inkijkje in het verloop van het juryproces.

Het juryproces
Werd begin april nog verwacht dat er ongeveer 3000 vragen ingediend zouden worden, 1 mei bleek dat er bijna 4 keer zoveel vragen binnen gekomen waren. Dat betekende voor de jury Sociale Wetenschappen, dat er 6000 in plaats van de verwachte 500-1000 vragen beoordeeld moesten worden binnen het tijdsbestek van één maand (naast reguliere werkzaamheden). Daarom werd besloten om eerst vragen te clusteren die bij elkaar pasten, vervolgens een hoofdvraag voor dit cluster te formuleren en deze hoofdvraag te beoordelen op drie criteria: de vraag diende onderzoekbaar te zijn binnen een periode van 10 jaar, uitdagend en grensverleggend te zijn, en te passen bij een sterke Nederlandse onderzoeksgroep of overtuigend aanleiding vormen om zo’n onderzoeksgroep op te bouwen. De jury’s werkten vervolgens allen toe naar een rapportage waarin de hoofdvragen vergezeld gaan van een toelichting waarin kort beschreven wordt waarom de betreffende vraag volgens de jury geschikt geacht wordt voor vervolgstappen op weg naar de Nationale Wetenschapsagenda. Deze agenda moet richting geven aan de samenwerking van wetenschappers en wetenschappelijke/kennisinstituten met als doel de toppositie van de Nederlandse wetenschap verder te versterken, oplossingen te vinden voor maatschappelijke vraagstukken en uitdagingen en economische kansen te benutten. Zie voor de rapportage www.wetenschapsagenda.nl .

Persoonlijke impressie
Yolanda te Poel vond het een intellectuele uitdaging om zoveel vragen te beoordelen. Toch ging het clusteren relatief gemakkelijk: een aantal onderwerpen/thema’s bleken veelvuldig terug te komen: bijvoorbeeld onderwijsinnovatie, de invloed en betekenis van sport op een gezonde leefwijze, de invloed van sociale media op de ontwikkeling van kinderen, het bevorderen van duurzaam gedrag, preventie van criminaliteit, toenemende culturele diversiteit en sociale cohesie, gezond ouder worden, herstel van de economie. Lastiger was het om een echt grensverleggende hoofdvraag bij ieder cluster te formuleren die recht deed aan de ingediende vragen; de meeste ingediende vragen waarover de jury Sociale wetenschappen zich boog, zijn een afspiegeling van hedendaagse thema’s en geven blijk van het engagement van burgers en wetenschap. Bijvoorbeeld ‘Hoe kan de veerkracht van de Nederlandse samenleving versterkt worden?’ Veel vragen zijn zogenaamde ontwerpvragen ter verbetering van situaties, ontwikkelingen of producten (Hoe kan …verbeterd worden; hoe kan … bijdragen aan ….? Behalve dit soort vragen waren er ook een aantal vragen die het persoonlijk gewin voorop stelden: ‘Hoe kan ik zo snel mogelijk rijk worden?’

Het proces werd actief ondersteund met digitale software die het clusteren vereenvoudigde, maar ook voor een paar benauwde momenten zorgde: zo was te Poel een uur vóór het tijdstip waarop alle clusters met hoofdvragen en toelichting bij de KNAW dienden te zijn ingediend opeens een heel cluster van bijna 200 vragen kwijt. Wat bleek: Het programma was gaan ‘meedenken’ en had het cluster onder een andere naam opgeslagen!

Drie conferenties
In de week van 15 juni worden er drie conferenties georganiseerd. Hier bespreken de deelnemers welke thema’s relevant zijn voor de wetenschap zelf (Science for Science), voor het benutten van economische kansen (Science for Competitiveness) en voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken (Science for Society). De deelnemers gaan de hoofdvragen verder uitwerken en ordenen en maken een start met het benoemen van overkoepelende thema’s.

Op de eerste conferentie die dinsdag 16 juni plaats vond, bleek dat het voor velen nog een echte uitdaging is om overkoepelende thema’s te benoemen en te beoordelen welke disciplines daaraan kunnen samenwerken. Yolanda te Poel heeft het idee dat het HBO momenteel voorop loopt in interdisciplinair samenwerken. Aan het einde van de dag werd ook aan de aanwezige wetenschappers zelf de vraag gesteld welke vraagstuk volgens hen het meest dringend was. Het antwoord kwam als een noodkreet: ‘Waar blijft het geld om de vragen uit de agenda ook te onderzoeken? ‘

(zie voor een verslag van de door het HBO ingediende vragen www.scienceguide.nl )